Vooys. Jaargang 33
(2015)– [tijdschrift] Vooys– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 19]
| ||||||||||||||||||||
Cyril de Beun
| ||||||||||||||||||||
Stem van de Duitse natieMaar weinig schrijvers uit de Weimarrepubliek waren zo beroemd als Gerhart Hauptmann (1862-1946). De oorspronkelijk naturalistische toneelauteur had in de jaren 1880 en 1890 opzien gebaard met sociaalkritische stukken als Voor zonsopgang (Vor Sonnenaufgang, 1889) en De wevers (Die Weber, 1892). Dit had hem loftuitingen vanuit progressieve literatuurkringen opgeleverd, maar het had ook meer dan eens tot conflicten geleid met de autoriteiten, die niet op dergelijke sociale kritiek zaten te wach- | ||||||||||||||||||||
[pagina 20]
| ||||||||||||||||||||
ten. (Guthke 1981: 788-789) Desalniettemin rees Hauptmanns ster snel, en in 1912 werd hem als erkenning voor zijn toneelwerk de Nobelprijs voor de Literatuur toegekend. Het einde van de Eerste Wereldoorlog vormde een kantelpunt in Hauptmanns maatschappelijke beoordeling. Niet alleen werd hij door velen tot Duitslands literaire grootheden gerekend, hij behoorde ook tot het sociale establishment van de net opgerichte Weimarrepubliek. Samen met de symbolistische dichter Stefan George gold hij als vaandeldrager van de jonge republiek. Bovendien was hij degene die deze rol met het meeste enthousiasme op zich nam. George trok zich juist terug met een groepje getrouwen, zich vergenoegend met de persoonlijkheidscultus die hij rondom zijn persoon gecreëerd had. Aldus bleef Gerhart Hauptmann over. Hauptmann stelde zich in dienst van Duitsland, of hij positioneerde zichzelf in ieder geval op die manier. Dit engagement kwam echter niet voort uit een democratisch bewustzijn, noch uit een specifieke politieke voorkeur. Zoals we verderop zullen zien, was het niet zozeer de staatkundige entiteit van de Weimarrepubliek als wel de Duitse natie of Kulturraum waarvoor Hauptmann zich wilde inzetten. Op die manier vervulde hij een ‘functie als ambassadeur van de Duitse cultuur’.Ga naar voetnoot2 (Sprengel 2012: 549) Dat dit bovendien niet alleen een functie, maar ook een rol was die Hauptmann graag speelde, bewezen wel zijn vele zelfstileringen in de publieke ruimte. Redevoeringen namen hierbij een belangrijke plaats in. Het merendeel van deze redes werd gehouden in een periode van tien jaar, lopende van 1922 tot en met 1932. Hauptmann sprak in deze periode meer dan zestig keer, onder meer tijdens een bezoek aan Nederland in december 1922.Ga naar voetnoot3 In 1922 verkeerde de Weimarrepubliek in een zware crisis: zowel economisch als politiek heerste er grote onrust, met als dieptepunt de moorden op voormalig minister van financiën Matthias Erzberger (augustus 1921) en minister van buitenlandse zaken Walther Rathenau (juni 1922). Vanuit republikeins-democratische hoek was er dan ook behoefte aan een stabiele factor, een geestelijk middelpunt dat het Duitse volk aan zich zou kunnen binden. Hauptmann, de Nobelprijswinnaar die hard op weg was een literaire legende te worden, leek perfect aan dat profiel te voldoen. Al in 1921 hield hij een speech getiteld ‘Duitse eenheid’ (Deutsche Einheit) ter viering van de Duitse eenwording, de Reichsgründung van 1871. In deze speech riep hij het Duitse volk op tot eensgezindheid. (Hauptmann 1963C) Dit thema werkte hij het daaropvolgende jaar verder uit. Toen hij bijvoorbeeld de Goetheweek in Frankfurt am Main inleidde met ‘Goethe en de volksziel’ (Goethe und die Volksseele), sprak hij over de geestelijke eenheid van de Duitsers. (Hauptmann 1963G) In het publiek bevond zich Rijkspresident Friedrich Ebert, met wie Hauptmann goede contacten onderhield. (Sprengel 2012: 561) | ||||||||||||||||||||
[pagina 21]
| ||||||||||||||||||||
Hauptmann was in deze jaren blijkbaar zo alom in het openbaar aanwezig, dat Thomas Mann aanleiding zag om hem in De Toverberg (Der Zauberberg, 1924) als Mynheer Peeperkorn te parodiëren. (Wysling en Schmidlin 1994: 256) Het romanpersonage Peeperkorn heeft flair, hij oefent een grote aantrekkingskracht uit op de mensen in het sanatorium en... hij oreert graag. Het spreekt voor zich dat Hauptmann deze overduidelijke karikatuur van zijn persoon - ook de lichamelijke beschrijving van Peeperkorn doet aan hem denken - niet kon waarderen. (Jonas 1976: 443-444) Ze is des te opmerkelijker omdat Thomas Mann zelf ook regelmatig in het openbaar sprak. Manns houding kenmerkte het gedrag van veel Duitse schrijvers in die tijd. Velen wezen de speech af als ouderwets en achterhaald, maar tegelijkertijd maakten ook zij veelvuldig gebruik van dit aloude genre. Achteraf bezien beschrijft de Peeperkornkarikatuur dan ook een breed cultureel fenomeen. De auteursspeech was in het interbellum zonder twijfel een belangrijke draaischijf op de grens tussen literaire en niet-literaire communicatie - anders geformuleerd: op de grens tussen de literatuur en andere maatschappelijke velden. Daarom verdient zijn heropleving enige toelichting. | ||||||||||||||||||||
De auteursspeech in de periode 1880-1938Aan het einde van de negentiende eeuw begon de publieke ruimte in Duitsland en Oostenrijk langzaam te ontluiken. Vanaf dat moment nam het aantal speeches dat door schrijvers werd gegeven langzaam toe, en vanaf 1925 steeg de populariteit van de auteursspeech tot grote hoogte. Hoe kon het dat zoveel schrijvers opeens in het openbaar spraken, een praktijk die bij eerdere generaties, bijvoorbeeld bij auteurs uit het realisme, bijna niet had bestaan? Deze vraag is in het bijzonder relevant wanneer gelet wordt op de maatschappelijke rol die schrijvers vandaag de dag vervullen. Hun autoriteit lijkt immers steeds meer af te brokkelen, enerzijds onder invloed van een verregaande specialisatie van dagelijkse activiteiten en anderzijds door het groeiende aandeel van celebrities in het publieke debat. Het is belangrijk om te benadrukken dat de opkomst van de auteursspeech niet op een zuiver causale manier te verklaren is. In feite spraken schrijvers namelijk niet op uitsluitend vrijwillige basis in het openbaar, ze werden er tot op zekere hoogte ook ingetrokken: hoe meer speeches er gehouden werden, hoe verder de publieke ruimte zich vertakte, wat vervolgens schrijvers weer meer mogelijkheden bood om nieuwe speeches te houden, enzovoort. In hun betoog verwerkten veel redenaars deze elkaar versterkende trends tot een topos van ‘het-geroepen-zijn’. Het openingscitaat van dit artikel is daar een goed voorbeeld van: Hauptmann presenteert zichzelf in zijn speech ‘Het geloof in Duitsland’ (Der Glaube an Deutschland, 1922) als iemand die teruggetrokken wil leven, maar dat niet kan doen omdat hij zich geroepen voelt door zijn publiek, het vaderland en in ruimere zin door de maatschappelijke omstandigheden van zijn tijd. Hauptmann stileert zichzelf als een bedachtzame kunstenaar van wie ‘plotseling’ wordt verwacht dat hij in het openbaar een maatschappelijk thema aansnijdt. Dezelfde topos komt bijvoorbeeld voor in Thomas Manns beroemde ‘Duitse rede: een appel aan het verstand’ (Deutsche Ansprache: Ein Appell an die Vernunft, 1930), waarmee hij het Duitse | ||||||||||||||||||||
[pagina 22]
| ||||||||||||||||||||
volk voor de nazi's trachtte te waarschuwen. De topos van het-geroepen-zijn ensceneerde een hunkering naar een teruggetrokken leven vol contemplatie en toewijding aan de kunst, het soort leven dat de eerder genoemde Stefan George leek te leiden. George negeerde de roeping van het openbare redenaarschap dan ook. Dat kon niet gezegd worden van de meerderheid van de schrijvers die tussen grofweg 1880 en 1938 actief waren. Walter Benjamin, Gottfried Benn, Alfred Döblin, Hugo von Hofmannsthal, Heinrich Mann, Thomas Mann: net als veel andere schrijvers waren zij actieve redenaars. Ondanks dat de populariteit van de auteursspeech niet causaal kan worden verklaard, zijn er wel enkele voedingsbodems te noemen waarop de speech indirect goed kon gedijen. Ten eerste vond er rond 1900 een voorzichtige democratiseringsgolf plaats in Duitsland en Oostenrijk-Hongarije, waar dat in het westen (Groot-Brittannië, Frankrijk) al veel vroeger in de negentiende eeuw was gebeurd. Zowel de Duitse als de Oostenrijks-Hongaarse monarchie beschikte over een parlement dat weliswaar weinig macht bezat, maar wel een cultuur van openheid introduceerde. Na de Eerste Wereldoorlog volgde een grote omwenteling: ondanks al hun constitutionele gebreken (zoals later zou blijken) lag de uitroeping van de Duitse en Oostenrijkse republieken aan de basis van de openbare spreekcultuur in de Duitstalige ruimte. Ten tweede werd aan het eind van de negentiende eeuw de literaire markt steeds dominanter. Een steeds wijder verbreide commerciële denkwijze dreigde de autonome positie van schrijvers te ondergraven. Om aan deze nivelleringstendens te ontkomen, gingen velen onder hen op zoek naar manieren om hun unieke status te bevestigen en zelfs verder te versterken. Zij bleken in de speech een geschikt genre te zien om zich als intellectueel in het publieke domein te onderscheiden. Daarbij kwam nog de opkomende beroemdheidscultus. Binnen de maatschappij bestond er vooral een grote vraag naar speeches van gevestigde schrijvers. Hun publiek (de lezers) was niet alleen geïnteresseerd in maatschappijkritiek; ook persoonlijke belevenissen (bijvoorbeeld in de vorm van reisverslagen), poëticale opvattingen, inleidingen tot toneelopvoeringen en dankwoorden waren graag gehoord, zolang die maar door de gewenste schrijver werden voorgedragen. Het commerciële denken vond zelfs (of juist) bij de modernisten (onder anderen Benn en Döblin) ingang. Juist met beroemdheid (oftewel een bijna unieke status) kon geld verdiend worden. Vooral voordrachtreizen weken in hun (financiële) motieven niet zoveel af van hedendaagse tournees van popartiesten. Ten derde voegde de uitvinding van nieuwe media als de grammofoon en de radio nieuwe informatiekanalen aan de publieke ruimte toe. Vooral de radio leverde in het interbellum een belangrijke impuls aan de auteursspeech. Het verantwoordelijke ministerie van posterijen (Reichspostministerium) hanteerde het credo van prodesse et delectare, waardoor er een belangrijke rol was weggelegd voor kunstzinnige uitingen. (Führer 1997; Naber 2000: 5-7) Dit bood schrijvers nieuwe mogelijkheden om zichzelf op de voorgrond te plaatsen en het voorzag hen van een extra inkomstenbron. (Naber 2000: 17) De grootste impact kwam van uitzendingen van traditionele speeches in een | ||||||||||||||||||||
[pagina 23]
| ||||||||||||||||||||
zaal: wanneer een schrijver voor een aanwezig publiek sprak, dan werd zijn betoog alleen via het radionetwerk verspreid wanneer het moment en de inhoud van de speech belangrijk genoeg werden geacht. Daarom gaat de aandacht in dit artikel vooral uit naar de redevoering als smeltkroes van verschillende media. Zo bewogen speeches van bekende auteurs zich in de richting van mediaevenementen bestaande uit kranten- en tijdschriftcommentaren, uitgaven van de speechtekst, radio-uitzendingen en soms zelfs filmvertoningen. Zoals de rest van dit artikel zal laten zien, kwam elk van deze drie factoren naar voren tijdens een voordrachtreis die Hauptmann in 1932 ondernam in de Verenigde Staten. | ||||||||||||||||||||
Een literaire grootheid vertrekt op reisIn 1932 bevond Gerhart Hauptmann zich op het toppunt van zijn roem. Hij had zijn ‘taak’ als schrijver van het Duitse volk in de voorgaande jaren op zo'n manier uitgevoerd dat hij in die rol algemeen geaccepteerd werd. Parodieën zoals de Peeperkornkarikatuur bevestigden Hauptmanns functie als vaandeldrager van de Duitse cultuur eerder dan dat ze haar ontkenden. Zo werd Hauptman nooit expliciet als ‘republikein’ of ‘democraat’ bestempeld. Alhoewel Eberhard Hilscher hem een affiniteit met de democratische fundamenten van de Weimarrepubliek toeschrijft (1988: 362), bleef die affiniteit bij Hauptmann toch eerder een voorkeur die hij voor zichzelf hield. Dit bleek wel uit het feit dat Hauptmann zich, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Thomas Mann in zijn ‘Duitse rede’, niet expliciet voor de republiek uitsprak op het moment dat ze aan het begin van de jaren dertig het meest onder vuur lag. Hierbij speelde een rol dat het de Rijksregering aan aansprekende namen ontbrak: Friedrich Ebert en Walther Rathenau, politici die Hauptmann respecteerde, leefden toen al niet meer. (Hilscher 1988: 342; Sprengel 2012: 411-412/543-545/591-592) Zelfs los daarvan hield Hauptmann zich vanaf 1927 ver van de zuiver politieke en maatschappijkritische thema's. (Guthke 1981: 797) Indien hij zich er toch toe gedwongen zag om er iets over te zeggen, dan deed hij dat altijd in tactische bewoordingen. Deze strategie verzekerde hem, uitgerekend in de turbulente vroege jaren dertig, van een stelling die alle partijen oversteeg. Zo werd hij niet alleen in Duitsland zelf, maar ook in het buitenland gevierd als belichaming van de Duitse cultuur. (Guthke 1981: 792-793; Hilscher 1988: 342-346) Een andere literaire grootheid bracht Hauptmann in 1932 zelfs tot in de Verenigde Staten. Het was honderd jaar geleden dat Goethe was overleden en zijn honderdste sterfdag gaf aanleiding tot talloze herdenkingen in de Duitstalige wereld. In de Weimarrepubliek zelf vormde Goethe het onderwerp van menig auteursspeech. Waar schrijvers hem eerder al met grote regelmaat als thema van hun betoog gekozen hadden, was er nu sprake van een ware Goethehype. De speechfiguur Goethe werd als het ware een positie, die elke redenaar met een eigen invalshoek probeerde in te nemen. Daarbij gaf de penibele politieke en sociale situatie in Midden-Europa natuurlijk alle aanleiding tot maatschappelijke beschouwingen, maar ook poëticale overdenkingen en reisverslagen kwamen aan bod. Een van de belangrijkste Goethespeeches van | ||||||||||||||||||||
[pagina 24]
| ||||||||||||||||||||
dat jaar schreef Hauptmann speciaal voor een reis naar de Verenigde Staten, die eveneens in het teken stond van de Goetheherdenking. Hauptmann was in 1894 al een keer naar Amerika gereisd, maar toen was hij bij lange na niet zo populair als op zijn tweede reis, die plaatsvond in het jaar dat ook nog eens zijn zeventigste verjaardag uitgebreid werd gevierd. (Reichart 1938: 169; Heuser 1961: 67; Hilscher 1988: 395) Bovendien was Hauptmanns programma die tweede keer gevuld met speeches. Voor Europese schrijvers gold een voordrachtreis door Amerika als een grote eer én als een lucratieve aangelegenheid. Schrijvers uit Engeland en Ierland, zoals Charles Dickens en Oscar Wilde, hadden in de negentiende eeuw de basis voor deze traditie gelegd. (Smith 1996: 111-113; John 2010: 132-144)Ga naar voetnoot4 Duitse schrijvers als Jakob Wassermann (1927), Thomas Mann (onder meer in 1938) en dus ook Hauptmann volgden pas later. (Müller-Kampel 2005: 223; Schöll 2004: 75-76) Ook in de VS werd Hauptmann als Duitslands belangrijkste levende schrijver beschouwd. Toen zijn Goethespeech daar kort na zijn bezoek in druk verscheen, werd Hauptmann de redenaar in het voorwoord als volgt beschreven: The greatest of Germany's living writers came to America to assist us in celebrating Goethe. In the following pages we hear once more from him a voice which, as Goethe's Iphigenia declares, penetrates the hearts not only of Greek, barbarian and rude Scythian, but of every son of earth, the voice of humanity and truth. (Fife 1932: 99) Naast de gebruikelijke lofprijzing valt op hoe Fife een ideële lijn trekt tussen Goethe, ‘Germany's greatest poet and the profoundest interpreter of the modern soul’ (Fife 1932: 99), en Hauptmann, de (letterlijke) stem van humane idealen - iemand die in zijn schrijfsels en speeches de traditie van Goethe voortzette. Behalve dit geschreven eerbewijs kreeg Gerhart Hauptmann tijdens zijn reis tal van onderscheidingen uitgereikt, waaronder een eredoctoraat van Columbia University. (Reichart 1938: 169; Jonas 1976: 426) Hoewel de Goethespeech tijdens Hauptmanns reis centraal stond, hield hij bij vrijwel elke gelegenheid een redevoering. Zo begon het ceremonieel al voor zijn vertrek, om precies te zijn op 19 februari 1932 in Bremerhaven. Om tien uur 's ochtends sprak Hauptmann aan boord van het schip de Europa een kleine menigte toe. Belangrijker nog: er was een camera aanwezig die alles opnam voor het filmjournaal, de zogenaamde ‘Deulig Tonwoche’ (nr. 008, 24-02-1932).Ga naar voetnoot5 Het representatieve belang van de Amerikareis wordt hiermee gelijk duidelijk. De tien minuten durende ‘Tonwoche’ werd ‘primetime’ uitgezonden in de bioscopen van de Ufa (de Duitse filmonderne- | ||||||||||||||||||||
[pagina 25]
| ||||||||||||||||||||
Gerhart Hauptmann houdt op 8 maart 1932 zijn speech Goethe in Washington. Wat op deze foto opvalt is de Amerikaans-nationalistische symboliek. Rechts op de voorgrond staat een adelaarslessenaar, eigendom van de Daughters of the American Revolution. Als een oorspronkelijk christelijk artefact dat naar de apostel Johannes verwijst werd en wordt deze lessenaar in de VS veelvuldig geduid als een symbool van vrijheid en macht. Zo werd hij tijdens de formele lunches gebruikt die volgden op de laatste drie presidentiële inauguraties. Verder hangt er aan de wand een zogenaamd porthole portrait van George Washington, geschilderd door Rembrandt Peale. Deze foto werd genomen door de beroemde nieuwsfotograaf Erich Salomon. De positie van waaruit deze foto is genomen doet vermoeden dat Salomon een symbolische connectie tussen het portret van Washington en de spreker wou creëren. Dat zou ook verklaren waarom Hauptmann niet centraal op de foto staat afgebeeld. (ullstein bild, nr. 00081070)
| ||||||||||||||||||||
[pagina 26]
| ||||||||||||||||||||
ming). Volledig in overeenstemming met deze mediale representatie richt Hauptmann zich in de opname dan ook tot de camera, en daarmee de Duitse kijker, in plaats van tot de aanwezige menigte. Hij maakt direct duidelijk wat het doel van zijn reis is: Ik sta in dienst van een geestelijke missie naar de Verenigde Staten van Noord-Amerika, (...). Ik zal daar over Johann Wolfgang Goethe spreken, wiens werk werelderfgoed is, maar ook een geschenk van Duitsland aan de wereld. Van dit Duitsland en zijn onvergankelijke geestelijke creativiteit zal ik getuigen.Ga naar voetnoot6 (Hauptmann 1974B: 1108) De redenaar Hauptmann stelt zich in dienst van geestelijk-culturele waarden, maar hij stileert zich daarenboven als Duitslands belangrijkste culturele vertegenwoordiger. Goethe is de schakel waaraan hij zijn eigen missie wil ophangen. Per slot van rekening kan Goethe in Hauptmanns ogen evenmin los worden gezien van het Duitse geestesleven. Door Goethes werk niet alleen als individuele, maar ook als nationale erfenis en zelfs als Duits geschenk aan de wereld voor te stellen, plaatst Hauptmann zich in een aansprekende traditie. Daarom valt het niet zozeer op dat hij Goethe aanhaalt, want dit lag gezien het breed gevierde herdenkingsjaar voor de hand. Wel opmerkelijk is zijn retorische keuze om zichzelf en Goethe in een nationaal kader te plaatsen. Deze retoriek past perfect in het algemene beeld van speeches, waarin redenatieschema's (frames) en hun (beoogde) effect primeren op de psychologie van de spreker. Anders geformuleerd: hoe Hauptmann daadwerkelijk over Goethe en Duitsland dacht, doet voor het begrip van zijn speech niet ter zake. Enerzijds kenmerkt Hauptmann het nationale kader specifiek als ‘Duits’, anderzijds houdt hij zijn definiëring algemeen genoeg om niet in staatkundige termen te vervallen. Het natiedenken en de idee van de Kulturraum voeren opnieuw de boventoon. Het begrip ‘Duitsland’ overstijgt in Hauptmanns redenering immers zowel de Kleinstaaterei uit Goethes tijd als de Weimarrepubliek uit zijn eigen tijd, alsook elke andere historische Duitse staatsvorm. Net als in zijn andere speeches vermijdt Hauptmann zorgvuldig het woord ‘republiek’. Hij wil in de VS juist de eeuwigheidswaarde, het ‘onvergankelijke’, van de Duitse cultuur verkondigen. Om die geponeerde eeuwigheidswaarde kracht bij te zetten, spreekt hij aan het eind van de speech zijn vertrouwen in de toekomst uit: ‘Duitsland is jong, als het zich jong voorstelt en als het zijn hoop, die gerechtvaardigd is, boven zijn angst verkiest. Ik geloof in Duitslands eeuwige jeugd!’Ga naar voetnoot7 (Hauptmann 1974B: 1108) De idee van de eeuwige Duitse natie overkoepelt voor | ||||||||||||||||||||
[pagina 27]
| ||||||||||||||||||||
Hauptmann dus drie stadia: de traditie met de fysiek vergankelijke, maar ideëel onsterfelijke Goethe als lichtend voorbeeld, het heden met hemzelf als belangrijkste vertegenwoordiger, en de toekomst. Alleen een literaire beroemdheid als Gerhart Hauptmann kon op zo'n expliciete manier een plek claimen binnen dit prestigieuze kader. Tegelijkertijd laat dit citaat zien dat deze zelfstilering de beeldvorming over Hauptmann als literaire beroemdheid mede bepaalde. Dit proces maakte deel uit van een wisselwerking tussen de auteursspeech enerzijds en culturele kritieken over de auteur anderzijds (het eerder aangehaalde citaat van Fife is hiervan een goed voorbeeld). | ||||||||||||||||||||
Triomftocht langs de OostkustOp 25 februari voer de Europa de haven van New York binnen. Een groep journalisten wachtte haar beroemde passagier op. Hauptmann sprak hen toe met een korte verklaring, waarin hij terugblikte op zijn eerste Amerikareis (1894). (Hauptmann 1974A) Veelzeggender was echter het interview dat daarna werd afgenomen. Op de vraag wat hij van de politieke situatie in Europa vond, antwoordde Hauptmann ontwijkend, wat zijn apolitieke houding in zijn speeches bevestigde. Na de plichtplegingen werd Hauptmann in een auto met motorescorte naar het vermaarde Waldorf-Astoriahotel gereden, waar een enthousiaste menigte hem stond op te wachten. (Heuser 1961: 69-70; Reichart 1938: 169) De eerstvolgende speech stond de volgende dag al op het programma. In het stadhuis werd Hauptmann officieel welkom geheten door Nicholas Murray Butler (de rector van Columbia University) en Jimmy Walker (de burgemeester van New York), waarna hij zijn eigen speech ‘Nieuwe en oude wereld’ (Neue und Alte Welt) hield. Hauptmann interpreteerde de plechtigheid als een symbolische verbroedering tussen het Europese en Amerikaanse continent, vooral tussen Duitsland en de Verenigde Staten. Opnieuw stelde hij zichzelf voor als vertegenwoordiger van Duitsland. Even leek het er daarna op dat hij zich aan maatschappijkritiek zou wagen: ‘We leven in merkwaardige tijden, die de mensheid een zware depressie hebben opgeleverd.’Ga naar voetnoot8 (Hauptmann 1963H: 831) In het vervolg van zijn betoog hield hij zich echter op de vlakte. Spelend met de dubbele betekenis van het woord ‘depressie’ (materieel-economisch tegenover geestelijk) redeneerde Hauptmann slechts dat op het economische herstel van de crisis een ‘ethische vooruitgang’Ga naar voetnoot9 zou moeten volgen. (Hauptmann 1963H: 831) Hierop gingen Hauptmann, Butler en Walker naar buiten, waar zij voor een grote menigte én een filmcamera hun toespraken in verkorte vorm herhaalden. (Heuser 1961: 71-72) Ook de volgende drie dagen waren gevuld met ceremoniële activiteiten. Op 28 februari was Hauptmann uitgenodigd op een banket van de Lotos Club, een eliteherenclub. Daar hield hij zijn toespraak ‘Het epos van de verovering van Amerika’ (Die | ||||||||||||||||||||
[pagina 28]
| ||||||||||||||||||||
Epopöe von der Eroberung Amerikas). Hij prees onder meer stereotiepe Amerikaanse kwaliteiten als vooruitgangsoptimisme en daadkracht. (Hauptmann 1963D: 834) 29 februari was gewijd aan de uitreiking van het eredoctoraat en de opening van een speciale Gerhart Hauptmanntentoonstelling. Beide evenementen vonden plaats aan Columbia University. Hauptmann sprak daarvoor twee korte dankwoorden. (Hauptmann 1974D; Hauptmann 1963E) Vooral het eerste dankwoord is relevant om te vermelden, omdat Hauptmann daarin duidelijk maakte wat het eredoctoraat voor hem betekende: ‘Nu verkrijgt mijn geest en vermoedelijk ook mijn aardse persoonlijkheid aan uw zeer vermaarde Columbia-universiteit en daarmee in de Verenigde staten van Amerika een soort vestigingsrecht.’Ga naar voetnoot10 (Hauptmann 1974D: 1110) In dit citaat benadrukt Hauptmann op subtiele wijze de gewichtigheid van zijn persoonlijkheid. Hij spreekt in de eerste plaats over een geestelijke binding tussen hem, de vertegenwoordiger van Duitsland, en de universiteit als vertegenwoordiger van Amerika. Via deze band verwijst hij naar zijn geestelijke missie, zoals hij die bij zijn vertrek formuleerde, en naar het nationale kader waarbinnen hij zich continu positioneert. Daarnaast maakt Hauptmann met de term Geist (‘geest’) een toespeling op de homogeniteit en onvergankelijkheid van zijn eigen subject. Alle speeches die Gerhart Hauptmann echter tot op dat moment had gehouden waren in belang en lengte ondergeschikt aan de Goethespeech die hij op 1 maart aan diezelfde Columbia-universiteit hield. Deze redevoering was de belangrijkste aanleiding geweest om naar Amerika te gaan. Hauptmann had haar uitvoerig voorbereid, wat verklaarbaar is wanneer gelet wordt op de enorme publieke aandacht die ze genereerde. (Brief aan Georg Engel, 08-09-1931; Sprengel 2012: 655-656) Niet alleen inhoudelijk, maar ook als mediaevenement vormde deze speech de bekroning van de Amerikareis, en misschien zelfs van het Goethejaar in zijn geheel. Speciaal voor de gelegenheid van Hauptmanns bezoek werd de Goethespeech via de radio door heel de Verenigde Staten en Canada uitgezonden en er werd zelfs een uitzending in Duitsland verzorgd. (Heuser 1961: 80; Sprengel 2012: 659-660) Een dergelijke omvattende uitzending door het massamedium radio was zeker geen sinecure in een tijd dat radiostations maar een beperkt bereik hadden. Daar kwam dan nog de uitzending in Duitsland bij, waarvan de aangehaalde bronnen doen vermoeden dat ze eveneens live was. Frederick Heuser, een Duits-Amerikaanse germanist die de initiatiefnemer van de Amerikareis was en Hauptmann tijdens zijn hele speechtour begeleidde, vermeldt in zijn naderhand gepubliceerde verslag dat de speech vanwege de radio-uitzending precies om één uur moest beginnen. (Heuser 1961: 80) Het was dus mogelijk dat men de speech ook in Duitsland (waar het dan avond zou zijn) live kon horen. In de krant werd de volgende dag al melding gemaakt van een dergelijke uitzending: ‘The oration (...) was relayed to millions of listeners in | ||||||||||||||||||||
[pagina 29]
| ||||||||||||||||||||
Hauptmann's native Germany.’ (N.N. 02-03-1932)Ga naar voetnoot11 Heusers opmerking en het krantenbericht zijn temeer interessant omdat ze laten zien hoe twee opkomende fenomenen in die tijd, de mediatisering van de maatschappij en de beroemdheidscultus, in de auteursspeech samenvielen. Net als tijdens twee eerdere mediamomenten (de filmopname in Bremerhaven en die bij het stadhuis van New York) leek het aanwezige publiek als een decorstuk te fungeren in een grote mediale enscenering. Dat wil niet zeggen dat het publiek van de Goethespeech onbelangrijk was. Integendeel, er was zoveel interesse dat maar een derde van de toegestroomde mensen de zaal in kon waar Hauptmann sprak. (Sprengel 2012: 659) Het publiek bestond bovendien uit ‘distinguished professors, staid German ladies, and eager students’. (N.N. 02-03-1932) Zowel uit de publieksaantallen en -samenstelling als uit de live radio-uitzending blijkt dus de centrale rol van de sprekende schrijver in de toenmalige publieke ruimte. Bovendien onderstreepten dit en de andere mediaevenementen nog maar eens het representatieve karakter van Hauptmanns reis. In het begin van de Goethespeech stelt Hauptmann zich bescheiden op ten aanzien van zijn taak om ‘de ziel van Duitsland, belichaamd [en dus vertegenwoordigd] door één naam en één persoon [Goethe] voor de wereldmacht der Verenigde Staten [te] vertegenwoordigen’Ga naar voetnoot12 (Hauptmann 1963F: 836). Er zijn volgens hem twee vaardigheden nodig om deze taak succesvol te volbrengen: ‘[E]en universeel begrip van het universele object [Goethe] en de kracht van het woord, die zo'n object voor de geest zou kunnen halen.’Ga naar voetnoot13 (Hauptmann 1963F: 836). De vertegenwoordiging van ‘de ziel van Duitsland’ vereist dus naast spreekvaardigheid ook een inzicht in het collectieve symbool Goethe. Zelf bezit Hauptmann die kwaliteiten naar eigen zeggen niet, maar wat hij zijn publiek wel kan bieden is een sterk bewustzijn van Goethes wezen en persoon, [dat] bepaald [wordt] door een gemeenschappelijk vaderland, [een gemeenschappelijke] taal, een verwante aard en een verwante burgerlijke achtergrond, [en dat] bepaald [werd] door de affiniteit van [mijn] ouders en familieleden met GoetheGa naar voetnoot14 (Hauptmann 1963F: 836). | ||||||||||||||||||||
[pagina 30]
| ||||||||||||||||||||
Hij kan enkel aangeven wat Goethe voor hem als Duitser (op het niveau van de natie), als Duitstalige (op het niveau van de taalgemeenschap), als persoon met dezelfde wezensgesteldheid (op een karakterologisch niveau) en als burger (op het niveau van de sociale klasse) betekent. In feite komt deze benadering overeen met wat eerder over de ‘positie Goethe’ werd gezegd. Binnen het retorische denken doet Goethe er als biografisch beschrijfbare persoon immers niet toe. Veel belangrijker is juist de manier waarop de positie ‘Goethe’ in de auteursspeech wordt ingevuld. Hauptmann besefte dit maar al te goed. Zoals de bescheidenheidstopos laat zien, projecteert hij eens te meer de idee van de Duitse natie op Goethe. Dit bewustzijn zet Hauptman vervolgens in om in het hoofddeel van zijn speech op een bijna psychoanalytische manier Goethes persoonlijkheid te analyseren. In plaats van een typisch monologisch betoog kiest hij voor een verhalende vorm waarin hij de toehoorders zoveel mogelijk probeert te betrekken. Zo neemt hij ze als personages mee naar Goethes huis in Weimar (bedoeld wordt het Haus am Frauenplan), waar hij ze een korte rondleiding geeft.Ga naar voetnoot15 Zijn ongedwongen, vertellende toon verandert echter al snel in een onderzoekende: ‘Wij zullen tot in de kern van het Goethehuis doordringen. Dat is immers op de een of andere manier een symbool en evenbeeld van de ziel van zijn eigenaar.’Ga naar voetnoot16 (Hauptmann 1963F: 839) Binnen dit allegorische redenatieschema onderscheidt Hauptmann twee soorten ruimtes in het huis, oftewel twee kanten van Goethes persoonlijkheid. Aan de ene kant zijn er de perifere vertrekken die de buitenste schil van het gebouw vormen, aan de andere kant is er de studeerkamer en het kleine kamertje vlak daarvoor, een ‘oercel’Ga naar voetnoot17 (Hauptmann 1963F: 840) waarin Goethe zich als een Faustiaanse figuur terugtrok. Volgens Hauptmann staat dan ook één ding vast: ‘Goethe is Faust, wat niemand zal bestrijden, ook al is Faust niet altijd identiek met de persoon Goethe.’Ga naar voetnoot18 (Hauptmann 1963F: 840) Ook functioneel verschillen de twee delen van het huis van elkaar: ‘In de woon- en representatieve ruimtes ontving hij [Goethe] veel bezoekers, onder wie de belangrijkste namen van de toenmalige wereld. Van een heel andere aard waren degenen die hij in zijn Faustkamertje ontving. (...) Hier werd Goethe door zijn demonen bezocht.’Ga naar voetnoot19 (Hauptmann 1963F: 840) | ||||||||||||||||||||
[pagina 31]
| ||||||||||||||||||||
Het wordt duidelijk dat het redenatieschema van de Goethespeech op binaire opposities gebaseerd is: periferie staat tegenover centrum, de representatieve vertrekken staan tegenover de ‘oercel’ en de studeerkamer, wereldse personen staan tegenover hersenschimmen (demonen), het apollinische staat tegenover het dionysische en een humanistisch-verlichte, wetenschappelijk denkende Goethe staat tegenover een duistere en mystieke Goethe-Faust die naar onvergankelijkheid streeft. (Hauptmann 1963F: 849-851) Ook de allegorie van het Goethehuis zelf berust op een binaire oppositie, want uit het ruimtelijke en materiële leidt Hauptmann geestelijke kenmerken af. Deze narratieve structuur, omkaderd door verklarende commentaren en aangevuld met intertekstuele verwijzingen naar Faust en het gedicht ‘Prometheus’ (dat Goethe in zijn jonge jaren schreef), zet zich in het verdere hoofddeel van de Goethespeech voort. De algemene teneur van Hauptmanns relaas is dat Goethe als geestelijk schepper, als de Prometheus en Faust uit zijn gelijknamige gedicht en tragedie, een continue innerlijke strijd voerde tussen goed en kwaad. In ruimtelijke termen bewoog Goethe zich heen en weer tussen de harmonieuze periferie (gestoeld op de Griekse mythologie) en de duistere gotiek van zijn centrum, zijn studeerkamer. (Hauptmann 1963F: 840-849) Toch verschilde Goethe in Hauptmanns ogen van Faust, want waar die laatste zijn ziel aan de duivel verkocht, had Goethes apollinische hang naar het leven een licht overwicht op zijn duistere kant. (Hauptmann 1963F: 851) Uit deze korte analyse blijkt wel hoe metafysisch Hauptmann de inhoud van zijn speech had opgesteld. Desondanks sluit hij zijn relaas af met een - zeker voor de redenaar Hauptmann - zeldzame maatschappelijke beschouwing. Dit laatste deel van de Goethespeech gaat over de receptie van Goethe in het jaar 1932. Hauptmann houdt zich hier bezig met de vraag wat Goethes werk en ideeën honderd jaar na zijn dood nog kunnen betekenen voor de mensheid. Voor het beantwoorden van die vraag gebruikt Hauptmann zijn stokpaardje uit ‘Nieuwe en oude wereld’. Hij constateert een grote technische en wetenschappelijke vooruitgang in de afgelopen honderd jaar, maar op geestelijk en cultureel vlak is er volgens hem nog een inhaalslag te maken. Alleen culturele bezigheden verheffen de mens immers boven het dier. (Hauptmann 1963F: 851-856) Uit zijn onderzoek naar Goethes persoonlijkheid concludeert hij dan ook dat het [ze, namelijk de persoonlijkheid van Goethe] al op een hoger of, zo men wil, dieper cultuurniveau thuis is, op een niveau waarvan wij nu op de drempel staan, zoals ik vastberaden blijf hopen, [een niveau] waaraan de mechanisering en materialisering zonder twijfel [al] een bijzondere bijdrage hebben geleverd, maar waarover het laatste woord nog niet gesproken is. Vandaag luidt het [credo]: de achterstand inhalen!Ga naar voetnoot20 (Hauptmann 1963F: 856) | ||||||||||||||||||||
[pagina 32]
| ||||||||||||||||||||
Hauptmann verwijst daarnaast naar Thomas Carlyles grafrede op Goethe om te pleiten voor een nieuwe maatschappelijke structuur, gebaseerd op Goethes cultureel en ideëel erfgoed. (Carlyle 1852) Door een fragment uit de grafrede te citeren, plaatst Hauptmann zich bovendien in een interculturele traditie van Goethesprekers. (Hauptmann 1963F: 853-855) De keerzijde van zijn lof voor het geestelijk-culturele is zijn opvallend directe kritiek aan het adres van de politiek: Opdat ze het mogen horen, al die achtbare heren van Parijs tot [Sint-]Petersburg, van Hammerfest tot Zuid-Afrika, en iedereen op uw daadkrachtige continent die naar mij wil luisteren: (...) Niet revoluties brengen vooruitgang, maar een voortdurende stille reformatie [hervorming], die net als het leven zelf alomtegenwoordig is.Ga naar voetnoot21 (Hauptmann 1963F: 855) Met de nodige spot (‘achtbare’) raadt hij de wereldleiders en de bevolking aan, geen radicale omwentelingen na te streven. In plaats daarvan behoren ze het voorbeeld van Goethe te volgen en een gematigde, apollinische houding boven een revolutionair-dionysische te verkiezen. (Hauptmann 1963F: 855-856) Het is natuurlijk opmerkelijk dat Hauptmann revolutie zo expliciet afwees, terwijl hij zich in een land bevond dat uit een opstand was ontstaan. Een week later hield hij de Goethespeech nota bene in de Memorial Continental Hall, het hoofdkwartier van de Daughters of the American Revolution (zie Afbeelding 1). Nog opvallender is echter dat hij zijn toehoorders, ook de Duitsers die thuis bij de radio zaten, waarschuwt zich niet in de armen ‘van fanatieke machten’Ga naar voetnoot22 te werpen. (Hauptmann 1963F: 856) Zo zet hij zijn boodschap van humaniteit en gematigdheid kracht bij, en dat kort voor de Duitse verkiezingen voor het Rijkspresidentschap, waar ook Hitler aan deelnam. Desalniettemin waakt Hauptmann ervoor specifieke politici of partijen te benoemen. Het laatste woord is uiteindelijk aan de verteller Hauptmann: hij verlaat Weimar samen met zijn publiek en laat het als uit een droom ontwaken in het Amerika van 1932. (Hauptmann 1963F: 856) Hauptmann hield de Goethespeech nog drie keer. Op 4 maart was Harvard University aan de beurt, op 8 maart Washington en op 10 maart volgde Baltimore. (Heuser 1961: 81-85) De interesse uit andere delen van de VS moet overweldigend zijn geweest, want volgens Heuser had Hauptmann genoeg uitnodigingen op zak om een paar maanden op tournee te gaan. (1961: 68) Het feit dat Hauptmann in het Duits sprak gold daarbij als een voordeel, aangezien er in de VS nog veel (kinderen van) immigranten leefden die de Duitse taal machtig waren. (N.N. 28-02-1932) Onder hen genoot Hauptmann als vaandeldrager van de Duitse cultuur een bijzonder grote populariteit. | ||||||||||||||||||||
[pagina 33]
| ||||||||||||||||||||
(Sprengel 2012: 660) Hauptmann zag echter af van een uitgebreide reis door de Verenigde Staten. Na de vierde en laatste Goethespeech hield hij het bij korte toespraken in informele kring, waarna hij op 16 maart weer terugvoer naar het Oude Continent. (Heuser 1961: 68) | ||||||||||||||||||||
Terug op Duitse bodemMet het aanmeren van de Europa in Bremerhaven, op 23 maart, was Hauptmanns Amerikareis - in gedachten althans - nog niet afgelopen. Gezien zijn populariteit mag het niet verbazen dat hij bij zijn terugkeer feestelijk werd onthaald. (Sprengel 2012: 664) Nog diezelfde of de volgende avond stond er in het theater van Bremen een Hauptmannviering gepland. Daar hield Hauptmann een toespraak, die in Noord-Duitsland werd uitgezonden via de radio.Ga naar voetnoot23 De teruggekeerde Amerikavaarder berichtte over zijn belevenissen in de Nieuwe Wereld, maar hij belichtte toch vooral zijn speciale relatie met het Duitse volk. Hij repte van een symbiotisch ‘zielenlichaam’,Ga naar voetnoot24 dat zowel hemzelf als het publiek, en bij uitbreiding de hele Duitse natie, omvatte: ‘Het individu heft zichzelf tijdelijk op om deel te worden van deze eenheid, en ik doe precies hetzelfde.’Ga naar voetnoot25 (Hauptmann 1963A: 858) De volgende maanden zette Hauptmann in velerlei opzichten zijn triomftocht als nationale cultuurbewaker voort. Het aantal eerbewijzen stapelde zich in die periode op, net als het aantal uitgesproken redevoeringen, waarvan hij er minstens achttien hield. (Sprengel 2012: 664-667) In zijn voorlaatste speech van 1932, de ‘Redevoering in Düsseldorf’ (Rede in Düsseldorf) van 24 november, keek Hauptmann terug op het afgelopen jaar. Daarmee bracht hij niet alleen de Amerikareis ter sprake, maar greep hij in argumentatief opzicht ook terug op beproefde retorische schemata. (Hauptmann 1963I) In zijn laatste speech van 1932, getiteld ‘[Het ouder worden]’ ([Das Altern]), sloot hij zelfbewust zijn succesvolle openbare spreekcarrière af: De viering, die u zo vriendelijk voor mij heeft georganiseerd, vormt het slotstuk van een serie soortgelijke evenementen, die in even grote en misschien [zelfs] grotere mate op de Duitse [volks]aard en de Duitse geest gericht zijn[.] (...) Ik neem aan dat het nu stiller, ja zelfs stil wordt om mij heen. Dit vooruitzicht bedrukt mij niet. Het is juist tijd dat men [ik] de balans van zijn [mijn] leven gaat [ga] opmaken.Ga naar voetnoot26 (Hauptmann 1974C: 1127) | ||||||||||||||||||||
[pagina 34]
| ||||||||||||||||||||
Welke conclusie kan er getrokken worden uit de speeches die Gerhart Hauptmann tijdens zijn tweede Amerikareis hield? Door hun sterke onderlinge samenhang komen deze speeches voor de term ‘speechcyclus’ in aanmerking. Als eerste gemeenschappelijke noemer van de Amerikaanse speechcyclus kan Goethe worden aangemerkt, het collectieve symbool dat in de cyclus als cultureel ankerpunt van de Duitse natie wordt gepresenteerd. Door over Goethe te spreken, specifieker ook door zijn geconstrueerde ‘inzicht’ in Goethes wezen (vooral in de grote Goethespeech) die in het besef van een gemeenschappelijke roeping culmineerde, verbond Hauptmann zich met de traditie van Duitslands grootste schrijvers. Hoewel hij zichzelf niet op hetzelfde prestigeniveau als dat van Goethe plaatste, liet hij er impliciet toch weinig twijfel over bestaan wie de belangrijkste Duitse schrijver van zijn eigen tijd was. Zo verwees Hauptmann in geen enkele speech uit de cyclus naar contemporaine Duitse collega's, terwijl hij veelvuldig dweepte met reeds gestorven, niet-Duitse grootheden als Thomas Carlyle en Ralph Waldo Emerson. (Hauptmann 1963F: 853-855) Peter Sprengel ziet de vele associaties van Hauptmann met Goethe primair als het gevolg van de verwachtingen en projecties van Hauptmanns tijdgenoten. (2012: 558) De bestudeerde Amerikaanse speechcyclus vraagt echter om een genuanceerder oordeel. Hauptmann was weliswaar onderhevig aan het Goethebeeld dat de Duitse maatschappij op hem projecteerde, maar hij had zelf een belangrijk aandeel in deze beeldvorming door in zijn speeches de retorische koppeling Duitsland-Goethe-Hauptmann te maken. De tweede gemeenschappelijke noemer van de speechcyclus was de idee van de eeuwige Duitse natie. De Amerikareis kan aan de ene kant als een verkapt staatsbezoek worden opgevat. Hauptmann ontmoette toonaangevende Amerikanen als president Hoover en Sinclair Lewis, en de Duitse ambassadeur begeleidde hem op zijn reis. (Sprengel 2012: 659) Aan de andere kant zette Hauptmann zich niet in voor de Duitse staat als zodanig. Hij onthield zich in zijn speeches van daadwerkelijke steunbetuigingen aan de Weimarrepubliek. In plaats daarvan linkte hij persoonlijke acties en ontmoetingen telkens aan het ideële niveau van de Duitse cultuurnatie. Zij was binnen het frame van zijn speeches de enige entiteit (al is het maar de vraag in hoeverre daar bij een idee van gesproken kan worden) die hij expliciet meende te vertegenwoordigen. Zelfs de maatschappijkritische noot aan het einde van de Goethespeech deed daar niets aan af. De Amerikavaarder Hauptmann nam dus een representatieve rol op zich, maar hij gaf er een retorische draai aan. Dit gedrag past in het stramien van zijn andere speeches uit 1932: zijn affiniteit met de idealen van de republiek kwam daarin weliswaar subtiel naar voren, maar dit geluid verstomde onder zijn luide pleidooi voor de eeuwige Duitse natie en het Duitse cultuurvolk. In zijn functie als alom gerespecteerd Duits boegbeeld kon Hauptmann het zich daarenboven niet permitteren om zich als een ‘strijder’ aan de zijde van de republikeinen te scharen. (Sprengel 2012: 667-668) Daarnaast stelde deze retorische aanpassing Hauptmann in staat om tijdens zijn reis twee groepen mensen tegelijk aan te spreken. Waar het nieuwe medium radio uitzendingen | ||||||||||||||||||||
[pagina 35]
| ||||||||||||||||||||
naar Duitsland technisch mogelijk maakte, daar waren Hauptmanns retorische keuzes bedoeld om de Duitse luisteraars ook mentaal bij de speech te betrekken. Er kan geconcludeerd worden dat de speeches die hij voor het (Duits-)Amerikaanse publiek hield in minstens even grote (en misschien zelfs grotere) mate gericht waren op de Duitse bevolking in zijn thuisland. Dat bleek in het bijzonder uit de voordracht van de Goethespeech, toen Hauptmann een impliciet Amerikaans getinte revolutie afwees ten faveure van een geleidelijke hervorming, oftewel een impliciet ‘Duitse’ reformatie. Zijn dialoog met de Duitse bevolking omkaderde Hauptmann met zijn vertrekrede in Bremerhaven en zijn aankomstrede in Bremen, die als het formele begin- en eindpunt van de reis - en daarmee van de cyclus - fungeerden. In al deze gevallen maakte Hauptmann van het mediale moment (de filmopname en radio-uitzendingen) gebruik om zijn Amerikareis speciaal voor de Duitse kijkers en luisteraars in een nationaalculturele context te situeren. In deze beschouwing is één medium onvermeld gebleven, nota bene het medium dat in de vroege jaren dertig nog steeds het belangrijkst werd geacht: het boek. Ook daar hield Hauptmann rekening mee. In hetzelfde jaar publiceerde hij een selectie van zijn speeches in boekvorm en nam daarin het merendeel van de Amerikaanse speeches op.Ga naar voetnoot27 (Sprengel 2012: 546-547) De titel van deze anthologie luidde toepasselijk genoeg Um Volk und Geist, wat ongeveer vertaald kan worden als Om of Voor volk en geest. (Hauptmann 1932B) Volgens Hauptmanns adviseur Rudolf Goldschmit-Jentner moest de speechselectie ‘de roeping van Hauptmann als literair spreker van onze [zijn] tijd’Ga naar voetnoot28 accentueren. (Brief aan Margarete Hauptmann, 29-06-1932: 2) Deze strategie komt overeen met wat Sean Franzel ‘monumentalisering’ noemt: de drang van de sprekende schrijver om zijn woorden - en daarmee zijn persoonlijkheid - in een fysieke vorm te vereeuwigen. (2013: 178-179/188) In deze behoefte voorzag het boek (voorlopig) beter dan radio- of filmopnames.Ga naar voetnoot29 Um Volk und Geist werd inderdaad het belangrijkste erfstuk van Hauptmanns omvangrijke carrière als publiek spreker. Ondanks dat de nationaalsocialistische machtsovername praktisch het einde van Hauptmanns speechactiviteiten betekende, verschenen er verschillende herdrukken van de anthologie. Daardoor vormen Hauptmanns Amerikaanse toespraken ook vandaag de dag nog een permanente herinnering aan zijn hoogtijdagen als literaire beroemdheid, als vertegenwoordiger van de Duitse cultuur en bovenal als publiek spreker. | ||||||||||||||||||||
[pagina 36]
| ||||||||||||||||||||
Primaire literatuur
| ||||||||||||||||||||
Secundaire literatuur
| ||||||||||||||||||||
[pagina 37]
| ||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||
Overig
|
|