Racisme, xenofobie en intolerantie zijn, naast de economische crisis, de grote thema's die de laatste tien jaar de politieke agenda hebben bepaald. Polet, Ter Balkt en Verhagen hebben de oorlog nog meegemaakt en zullen de jaren zestig als bevrijdend hebben ervaren. Het ligt voor de hand dat zij kritisch naar de wereld van vandaag kijken. Maar geldt dat ook voor dichters van latere generaties?
Waar het om economie gaat, niet bepaald een sexy of spiritueel terrein, moet de naam van Nachoem M. Wijnberg (1961) worden genoemd. Als econoom verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, maar tevens een productief dichter, schrijft hij dit jaar een reeks gedichten over economische kwesties voor De Gids. Waarom ook niet? Dit is alvast een intrigerende zin: ‘Als een arme hongerige man hardop voor jou beslist, mag hij daarna opeten wat jij op je bord laat liggen.’
Wijnberg is een echte wetenschapper die met een zekere distantie politieke en economische structuren probeert te ontrafelen. Ideologische bevlogenheid zul je bij hem niet direct aantreffen. Dat is wel het geval bij dichters en essayisten die publiceren in nY, een tijdschrift ‘voor literatuur, kritiek en amusement’, waarbij ‘kritiek’ een sterk politieke lading heeft. Zonder een gedegen scholing in Lacan, Žižek, Bauman, Badiou en Derrida kom je daar niet gemakkelijk binnen. Het geldt in mindere mate ook voor een groep jonge dichters die elkaar geregeld treffen in Perdu. Bij reguliere uitgeverijen krijgen zij hun werk niet zomaar gepubliceerd, daarom doen ze het in eigen beheer. Frank Keizer (1987) schreef vorig jaar in Dear world, fuck off, ik ga golfen:
De resolute autonomie van het gedicht
gerealiseerd in een exclusieve woonomgeving
geloof ik, en zoekt momenten van teerheid op,
Het idee is sympathiek, maar de formulering is niet erg subtiel - misschien zou Keizer minder Polet moeten lezen en meer Lucebert.
Componist en pianist Samuel Vriezen (1973) construeert in 1512 (2012) op mathematische wijze fragmentarische teksten die zich in eerste instantie voordoen als betekenisloze minimal music, maar bij nader inzien een indringend pleidooi vormen om benauwende en ronduit foute concepten uit de politieke en commerciële arena door de molen te halen. Dat gaat bijvoorbeeld zo:
auto (ik koop een auto en verdwijn) een gebeurtenis (ik koop) verdwijnt duurt hoe
ik (een auto en verdwijn) mag en koop (hoe lang mag een gebeurtenis) lang verdwij-
nen een mogen auto lang (hoe lang mag een gebeurtenis duren) gebeurtenis ik lang
een gebeurtenis gebeurtenis en duurt verdwijnt hoe (duren) een hoe mag kopen