Otranto: A Gothic Story (1764) van Engelsman Horace Walpole wordt gezien als het begin van het genre, alhoewel elementen uit de moderne fantasy afgeleid kunnen zijn van volksverhalen en sprookjes. Melodrama, zelfspot en een prettig soort horror stonden aan de basis van Walpoles klassieker. In de eerste instantie werd de kasteelroman uitgegeven als een herontdekte Italiaanse tekst, vertaald door een onbekende. Toen Walpole zijn auteurschap bekende, veranderde de positieve ontvangst in kritiek tegen deze paranormale lectuur. De ideeën van de Verlichting hadden zich stevig verankerd in de literatuurkritiek van die tijd en Walpoles combinatie van historische feiten, alternatieve geschiedenis en bovennatuurlijke elementen strookten niet met het wetenschapsideaal. Bovendien was het mogelijk dat simpelere, ongeschoolde geesten gingen geloven in het bovennatuurlijke.
Walpoles landgenoot Ann Radcliffe loste het probleem van geloofwaardigheid en minachting jegens het genre op door het bovennatuurlijke terug te leiden naar het natuurlijke. Opvallend in Radcliffes oeuvre - waaronder The Castles of Athlin and Dunbayne (1789) en The Mysteries of Udolpho (1794) - is dat zij pleit voor vrouwenrechten, een hoge morele standaard en ratio. Haar uitvoerige beschrijvingen van landschappen en het uiterlijk van haar personages kenmerken nog steeds de fantastische literatuur. Radcliffe beïnvloedde ook bekende schrijvers als Jane Austen, Edgar Allan Poe en Sir Walter Scott middels haar stijl en thema's.
Poe maakte naam binnen het genre en tilde het naar een hoger literair niveau aan het begin van de negentiende eeuw. Hij gebruikte horror in zijn zoektocht naar onderbewuste angsten. Hierin zit ook het verschil tussen Poe en pulp: waar Poe inventief is, borduurt de paranormale romantiek voort op wat al eerder is gedaan, maar wat nog steeds goed verkoopt. Bij wijze van experiment wilde Poe zijn lezer zo goed mogelijk choqueren en zo aan het denken zetten over schoonheid (en lelijkheid), de dood (zeer aanwezig in het leven van Poe) en angst. Poe hield zich daarnaast bezig met de esthetiek van met name zijn gedichten. In tegenstelling tot de vroege gothic fiction van Radcliffe, zette hij zich af tegen de ‘wetenschappelijke’ verklaring van het paranormale. Sterker nog, hij zag wetenschap als een gevaar voor literaire creativiteit, zoals blijkt uit zijn ‘Sonnet - To Science’:
Science! meet daughter of old Time thou art
Who alterest all things with thy peering eyes!
Why prey'st thou upon a poet's heart,
Vulture! whose wings are dull realities!
De saaie werkelijkheid die de wetenschap schiep wilde Poe onderuit halen in zijn werk, anders ‘He might not sing so wildly well / A mortal melody’ (‘Israfel’).
Aan het eind van de negentiende eeuw wordt het paranormale genre de populaire tegenhanger van het realisme. Een van de meest gelezen boeken aller tijden is She: A History of Adventure (als verhalenreeks verschenen in The Graphic tussen 1886-1887) van