het mooiste voorbeeld van dat het kan slagen, maar er zijn ook debutanten waarvan ik denk: ik zou even gewacht hebben als ik jou was. Je kunt maar één keer debuteren.’
Siem Sigerius, de vaderfiguur in Bonita Avenue, komt erachter dat zijn dochter, Joni, zich prostitueert op het internet. Hoe heb je je in zijn belevingswereld kunnen verplaatsen?
‘Empathie lijkt me tamelijk belangrijk voor een schrijver. Jezelf verplaatsen in personages die je niet zelf bent. Om ze levendig te krijgen vul ik ze op met dingen die ik zelf ervaren heb, maar ze vallen nooit helemaal samen met mij. Het is net een aankleedpop, zo'n personage. Ik hang er allerlei anekdotes, eigenschappen, gebeurtenissen en karaktertrekken aan die ik bij anderen of mezelf zie. Het wordt een soort samenstelling. Dus als ik een man van vijfenvijftig tot leven probeer te wekken, dan zal ik hem uitrusten met dingen die ik zelf ken, maar de dingen die ik niet zelf ken, daar probeer ik me zo sterk mogelijk in in te leven. Ik vind het niet zo moeilijk om me, met alle informatie die je in de wereld hebt, voor te stellen dat ik een kind zou hebben.
Je hebt schrijvers die altijd vanuit zichzelf werken, bijvoorbeeld Reve. Die bedacht nooit iemand die niet op Gerard Reve leek - met succes, overigens. Terwijl Vestdijk, Anton Wachter daargelaten, zelden iemand bedacht die wél tot in detail op hem leek.’
Op de schaal van Reve-Vestdijk: waar zou je jezelf indelen?
‘Ik hou veel van allebei. Maar ik hoop dat ik meer een Vestdijk ben, dat ik makkelijker andere mensen kan portretteren. Reve had namelijk een hele goeie aan zichzelf. Ik niet, vrees ik.’
Toch lijken er veel autobiografische elementen in het boek te zitten.
‘Het staat er helemaal stijf van, kan ik je vertellen. Maar het is geen autobiografisch boek. Alle drie de personages, Sigerius, Aaron, Joni, hebben op bepaalde momenten in het verhaal met mijzelf te maken. Hoe ze doen, hoe ze denken. Het zelfdestructieve, banale van Joni, dat zit wel in mij. Ik heb ook wel vulgaire kantjes. En dat hele toegewijde, tegen de stroom in werkende en ambitieuze van Sigerius heb ik ook. Maar dat slappe, jaloerse en angstige van Aaron heb ik óók. Alle drie zijn ze me even dierbaar, in die zin dat ik ze begrijp.’
Verdeel je jezelf bewust over verschillende personages, zodat het boek minder snel de stempel ‘autobiografisch’ krijgt?
‘Een beetje wel. Ik heb Joni expres de ik-persoon laten zijn. Ik vond het leuk om de enige vrouw de “ik” te geven. Als ik Aaron de ik-persoon had gemaakt, had iedereen gezegd: “O, hij is Aaron.”’
Werk je altijd zo schematisch als je bij Bonita Avenue hebt gedaan?
‘Ja, het verhaal moet ik van tevoren op de een of andere manier al bedacht hebben. Anders kan ik niet lekker werken, ik moet wel weten waar het heen gaat. Sterker nog, ik