Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Vooys. Jaargang 29

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4,18 MB)

Scans (6,49 MB)

ebook (5,80 MB)






Genre
proza
poëzie
sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre
tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Vooys. Jaargang 29

(2011)– [tijdschrift] Vooys

Vorige Volgende
[p. 144]

Personalia

Jan Baetens is hoogleraar Literatuurwetenschap aan de KU Leuven. Zijn onderzoeksinteresses zijn onder meer literaire theorie, nieuwe media, fotografie en Culturele Studies.

 

Maria Barnas (1973) is auteur en beeldend kunstenares. Ze publiceerde romans (Engelen van ijs, 1997 en De Baadster, 2000) en dichtbundels (Twee zonnen, 2003 en Er staat een stad op, 2007 - respectievelijk bekroond met de C. Buddingh'-prijs en de J.C. Bloemprijs) bij de Arbeiderspers. In 2010 verscheen Fantastisch, een bundeling van de columns die ze schreef voor NRC Handelsblad.

 

Joost de Bloois is als universitair docent verbonden aan de opleidingen Literatuurwetenschap en Cultural Analysis van de Universiteit van Amsterdam. Recentelijk publiceerde hij met Esther Peeren Kernthema's in de Literatuur- en Cultuurwetenschap (Boom, 2010).

 

Erica van Boven werkt als universitair hoofddocent Moderne Letterkunde bij de afdeling Nederlands, Rijksuniversiteit Groningen. Zij promoveerde in 1992 (Een hoofdstuk apart. ‘Vrouwenromans’ in de literaire kritiek 1898-1930) en deed sindsdien onderzoek naar de letterkunde van de eerste helft van de twintigste eeuw, met het accent op publieksliteratuur en gender.

 

László Sándor Chardonnens is universitair docent middeleeuws Engels bij de afdeling Engelse Taal en Cultuur van de Radboud Universiteit Nijmegen, en gastonderzoeker aan de Friedrich-Alexander-Universität Erlangen-Nürnberg. Hij is in Leiden gepromoveerd op toekomstvoorspellende literatuur in vroegmiddeleeuws Engeland, en is bezig met een postdoctoraal onderzoeksproject over magie voor NWO. De bestudering van erotische stripverhalen en pornografie is slechts een hobby.

 

Jeroen Dera (1986) voltooide in de zomer van 2010 cum laude de onderzoeksmaster Letterkunde & Literatuurwetenschap aan de Radboud Universiteit Nijmegen met een thesis over Hans Faverey. Hij was hoofdredacteur van Vooys, is poëzieredacteur bij Meander en publiceerde onder meer in nY, De Parelduiker en Ons Erfdeel. Momenteel werkt hij als docent Nederlands in het voortgezet onderwijs en bereidt hij een proefschrift voor.

[p. 145]

Liesbeth Eugelink (1970) is auteur, essayist en criticus. Zij publiceerde onder meer in De Groene Amsterdammer, Trouw en NRC Handelsblad en in Nederlandse en Vlaamse literaire tijdschriften als Parmentier, DW&B en de Brakke Hond. In 2007 verscheen van haar het non-fictieboek Niets in mij gelooft dat, waarin ze aantoont dat religie prominent aanwezig is in de moderne Nederlandse literatuur sinds 1960. Onlangs voltooide ze haar derde boek (fictie).

 

Gaston Franssen (1977) is als universitair docent Literatuur & Diversiteit verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. In 2008 promoveerde hij met de studie Gerrit Kouwenaar en de politiek van het lezen (Nijmegen, Vantilt). Zijn huidige onderzoek richt zich op de relatie tussen auteurschap, commercialisering en populaire cultuur. Onlangs publiceerde hij hierover in het Journal of Dutch Literature (december 2010).

 

Maarten van der Graaff heeft een bachelor in Theologie (cum laude) van de Universiteit Utrecht. Hij is dichter en redacteur van Vooys.

 

Laurens Ham is literatuurwetenschapper en essayist. Hij werkt aan de Universiteit Utrecht aan een proefschrift over autonomie in de Nederlandse literatuur vanaf de negentiende eeuw en doceert aan de Koningstheaterakademie in Den Bosch. Hij publiceert essays en kritieken in onder meer DW B, nY, Parmentier, Ons Erfdeel en De Groene Amsterdammer.

 

Roeland Harms is postdoconderzoeker aan de Universiteit Utrecht binnen het project Popularisation and Media Strategies (1700-1900), onder leiding van Jeroen Salman. In september 2010 promoveerde hij op het proefschrift De uitvinding van de publieke opinie: pamfletten als massamedia in de zeventiende eeuw. Hij publiceerde over vroegmoderne populaire literatuur, pamfletten en de ambulante handel.

 

Lotte Jensen is universitair hoofddocent Historische Nederlandse Letterkunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

 

Jos Joosten (1964) is als hoogleraar Nederlandse Letterkunde verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

 

Michiel van Kempen (1957) is bijzonder hoogleraar West-Indische Letteren aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is de auteur van romans, verhalenbundels en essays, waaronder de roman Vluchtwegen (2006). In 2003 verscheen zijn lijvige, tweedelige Een geschiede nis van de Surinaamse literatuur. Daarnaast verscheen onder zijn redactie een groot aantal bloemlezingen over de Surinaamse en Antilliaanse poëzie. Hij is Ridder in de Orde van Oranje-Nassau en Officier in de Ere-orde van de Gele Ster (Suriname).

[p. 146]

Emy Koopman (1985) voltooide de onderzoeksmaster Literary Studies aan de universiteit Utrecht (cum laude) en is momenteel bezig met een academische master Klinische Psychologie. Ze heeft gepubliceerd over Bataille, het vrouwbeeld tijdens het fin de siècle en literatuur over trauma en lijden. In haar vrije tijd schrijft ze recensies voor 8weekly en columns voor Uitvreter Magazine. Ze is chef eindredactie van Vooys.

 

Anneleen Masschelein is postdoctoraal onderzoeker bij het FWO Vlaanderen en is als docent werkzaam aan de onderzoekseenheid Literatuur en Cultuur van de KU Leuven in België. Haar boek over de conceptualisering van het unheimliche, The Unconcept, verscheen dit jaar bij State University of New York Press.

 

Daniël Labruyère is illustrator. Hij heeft al meerdere malen geïllustreerd voor Vooys. Andere voorbeelden van zijn werk zijn te vinden op www.potjeart.com. Voor opdrachten en informatie kunt u mailen naar: daniel_labruyere@hotmail.com.

 

Luc Princen is in 2009 afgestudeerd aan de kunstacademie in Breda als Multimedia Designer. Op dit moment is hij freelance illustrator, ontwerper en multimediaal ontwikkelaar.

 

Marleen Renders (1990) studeert illustratie aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. In haar werk combineert ze vaak patronen en organische vormen met figuratieve elementen. Terugkerende thema's in haar illustraties zijn: natuur, cultuur en exacte wetenschap. Zie ook: www.marleenrenders.com.

 

(1979) is de kapitein van De eerste hond in de ruimte (Prometheus, 2010). Daarnaast is hij coördinator van online recensieplatform De Reactor en lid van de avondenredactie van Perdu. Hij werkt aan een tweede boek, dat Het licht zal heten en hoopt samen met Berend Jan Bockting een interviewboek over de Amsterdamse house-scene te publiceren.

 

Mathijs Sanders studeerde Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Universiteit Utrecht en promoveerde aldaar in 2002 op de studie Het spiegelend venster. Katholieken in de Nederlandse literatuur, 1870-1940. Sinds 2003 is hij werkzaam als universitair docent Algemene Cultuurwetenschappen en Literatuurwetenschap aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

 

Lisanne Snelders (1988) is redacteur van Vooys en volgt de researchmaster Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Haar bachelor sloot ze (cum laude) af met een scriptie over de beeldvorming van Jan Cremer in en rond zijn Ik, Jan Cremer-trilogie. Op dit moment bezint ze zich nog op haar positie als toekomstige onderzoeker, maar ze is in elk geval geïnteresseerd in beeldvormingsvragen, populaire literatuur en spanningen in het naoorlogse Nederlandse literaire veld.

[p. 147]

A.B.C. Swart studeerde Literatuurwetenschap en Duits in Utrecht. In het voorjaar van 2010 besloot hij zich in Berlijn te vestigen. Reeds een half jaar later keerde hij echter terug naar Nederland, rondde daar zijn beide studies cum laude af en begon met de onderzoeksmaster Nederlandse Letterkunde aan de UvA. Hij is redacteur en penningmeester van Vooys.

 

Ginette Verstraete is hoogleraar Algemene Cultuurwetenschappen aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Zij is de auteur van Tracking Europe: Mobility, Diaspora, and the Politics of Location (Duke UP, 2010), Fragments of the Feminine Sublime in Friedrich Schlegel and James Joyce (SUNY Press, 1998) en van Verstrooide burgers: Europese cultuur in een tijdperk van globalisering (Vossiuspers, 2001). Samen met Jan Baetens, Joost de Bloois en Anneleen Masschelein schreef ze Culturele Studies: Theorie in de praktijk (Vantilt 2009).


Vorige Volgende