voorgenomen, moeten ze niet langer met ‘ideetjes’ genoegen nemen, maar zélf ideeën ontwikkelen over wie ze zijn of willen worden.. Ik werd een fan van Multatuli en nam mij voor om net als hij van en voor ideeën te gaan leven.
Een eerste stap was mijn studiekeuze: literatuur. De tweede: aansluiting zoeken bij ‘linkse intellectuelen’ waarover ik mij naar aanleiding van mei '68 en Sartres magistrale romantrilogie Les chemins de la liberté een romantisch beeld had gevormd. In een Amsterdamse boekwinkel las ik in 1970 als eerstejaars student neerlandistiek een artikel van Harry Mulisch in De Gids met de uitspraak: ‘Links heeft zijn mening als “belang”. Rechts heeft zijn belang als mening’ - en hoe simplistisch ik dit adagium nu ook vind, in die tijd klonk het plausibel. Voor een onaangepast meisje zonder huwelijksplannen, kinderwens of banale materiële verlangens en geen andere doel dan van haar pen te kunnen leven, was de keuze tussen ‘mening als belang’ en ‘belang als mening’ niet moeilijk te maken.
Sindsdien heb ik alles van Mulisch gelezen en zijn werk volkomen serieus genomen, of ik het er mee eens was of niet, of ik het meende te begrijpen of er juist in grote verwarring door geraakte, hier werd, voelde ik, niet alleen aan een oeuvre gebouwd maar aan een levenswerk, een universum dat zijn voltooiing vond in De ontdekking van de hemel. Die roman kende ik voordat ik hem direct na verschijning achter elkaar uitlas. Ik kende hem omdat ik thuis was in Homerus, de Griekse tragedies, de Bijbel en het werk van Multatuli, universele werken, maar met dit verschil dat De ontdekking van de hemel gesitueerd was in mijn tijd, de jaren zestig van de twintigste eeuw en wat daaraan vooraf ging. Hier werd mijn geschiedenis geschreven, weliswaar niet in details overeenstemmend met mijn persoonlijke wederwaardigheden (Mulisch kon mijn vader zijn en hij is geen vrouw) maar toch... De ontdekking van de hemel liet zien hoe een door afkomst, milieu en omstandigheden gestempelde figuur zich als het ware loswrikt uit zijn gedetermineerde bestemming - ook al draait Mulisch de boel op een ingenieuze manier om, zodat zijn boek op het eerste gezicht een pastiche van een negentiende-eeuwse naturalistische roman lijkt.
Ook in het werk van Mulisch, zelfs in de Ontdekking van de hemel (dat ik tientallen keren heb herlezen) heb ik me er nooit aan gestoord dat vrouwen erin worden gereduceerd tot broedmachines. Nogmaals: zolang vrouwen zich daarvoor lenen, ook nu de noodzaak daartoe is vervallen, moeten ze het zelf maar weten. Wie tegenwoordig een kind wil hoeft daar allang niet meer voor te boeten met slavernij, afhankelijkheid van een meester en veroordeling tot een lamlendig gezinsleven. En wie geen kinderen wil, omdat ze wil leven zoals tot voor kort alleen mannen dat konden, heeft de beschikking over deugdelijke anticonceptie en abortus. Voor veel mannen is die volstrekt nieuwe, nooit eerder in de geschiedenis vertoonde vrouwelijke autonomie niet alleen onaanvaardbaar, ze is letterlijk ondenkbaar.
In mijn ogen gaat De ontdekking van de hemel dan ook vooral dáárover: de ondenkbaarheid van vrouwelijke zelfbeschikking, terwijl die in de jaren zestig juist werd uitgevonden. Ik was erbij, bij die bevrijding. Ik herkende de in de roman figurerende communistische huisarts dokter Ben Polak, die je zonder problemen de pil voorschreef en ook wel eens illegaal een abortus opwekte. In de door Mulisch in afschrikwekkende kleuren geschilderde studentenleider Bart Bork meende ik mijn dierbare, inmiddels overleden vriend Ton Regtien terug zien - hetgeen mij later door Mulisch werd bevestigd. Ton Regtien dacht precies zo over vrouwen als Mulisch en diens romanpersonages: ze dienen de man, zijn seksuele behoeften en zijn nageslacht.