Vooys. Jaargang 27
(2009)– [tijdschrift] Vooys– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 6]
| ||||||||||||||||||||||||||||||
Heeft Borges ooit bestaan?
| ||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 7]
| ||||||||||||||||||||||||||||||
De ingezonden brief was een grap van de redactie van Cabildo. Het verzinsel was natuurlijk te ongeloofwaardig voor woorden en kreeg dan ook geen aandacht van andere Argentijnse critici. Dit had onder andere te maken met het profiel van Cabildo: het nationalistische en extreemrechtse tijdschrift, dat overigens nog steeds bestaat (www.revistacabildo.com.ar), was in de jaren tachtig een marginaal blad dat voornamelijk politieke, economische en religieuze opiniestukken publiceerde. Vanuit een katholieke en militaristische ideologie steunde het tijdschrift de Argentijnse militaire junta (1976-1983), hoewel rond 1981 ook kritiek werd geleverd op deze ideologie, met name op het economische beleid. Literaire bespiegelingen waren hoe dan ook zeldzaam in Cabildo, en literaire grappen nog meer. Uit het motto van het Argentijnse tijdschrift, ‘Alguien tiene que decir la verdad’ (Iemand moet de waarheid zeggen), bleek ook al dat het blad doorgaans serieuze bedoelingen had. De Argentijnse grappenmakers zouden dus snel vergeten zijn, ware het niet dat de kwestie in Frankrijk direct na publicatie werd opgepikt en een interessante transformatie doormaakte. Een analyse van de Argentijnse publicaties en de interpretatie van de grap in Frankrijk kan, zo zal ik proberen aan te tonen in dit artikel, de verschillende posities van Jorge Luis Borges en de belangen van critici in Frankrijk en Argentinië blootleggen. Dat critici in Frankrijk wél op het verhaal over het niet-bestaan van Borges reageerden, mag exemplarisch heten voor het belang dat in de Franse literatuurkritiek aan de Argentijnse schrijver werd gehecht. Sinds de jaren vijftig was Borges' werk vol bewondering gelezen door toonaangevende Franse auteurs en critici als René Etiemble, Maurice Nadeau, Maurice Blanchot, Roger Caillois, Gérard Genette en Pierre Macherey. Vragen over de auteursintentie en de verhouding tussen woordvoerder en auteur die in Borges' ficties en essays aan bod kwamen, werden vanaf de jaren zestig ook door Franse denkers als Roland Barthes en Michel Foucault gesteld. Hoewel er kritiek was op zijn conservatieve denken, werden Borges' ideeën over intertekstualiteit, herschrijving en de representatie van de werkelijkheid in het Franse literatuurkritische discours enthousiast onderschreven. Heel anders dan de bewondering in Frankrijk was de veel polemischere positie van Borges in Argentinië. Met name in de jaren veertig en vijftig werd de Argentijnse auteur fel bekritiseerd om zijn gebrek aan links engagement en interesse voor Argentijnse kwesties. Zijn kosmopolitisme en gebrek aan nationalisme werden in Argentinië als negatief beoordeeld. (Bastos 1974: 170-172) Naast zijn antinationalistische houding, stond Borges bekend om zijn kritiek op kolonel Juan Domingo Perón, die van 1946 tot 1955 en van 1973 tot 1974 regeerde. Deze populistische kolonel introduceerde het peronisme, een op corporatisme en nationalisme gebaseerde politieke beweging. Borges' afwijzing van het peronisme brachten hem er in de jaren zeventig toe openlijk de militaire regimes van Chili en Argentinië te steunen, waardoor hij in Argentinië sterk in opspraak raakte. Wel waren zijn uitspraken soms tegenstrijdig en incoherent - in 1980 veroordeelde hij juist weer de verdwijning van Argentijnse dissidenten door de militaire junta -, maar dat maakte de minachting jegens hem in zowel linkse als rechtse Argentijnse kringen er niet minder om. (cf. Flamand 1987) In het licht van deze verschillen in de Argentijnse en de Franse context waarin Borges' werk functioneerde, zullen achtereenvolgens de Argentijnse publicaties over de grap, de receptie van de grap in Frankrijk, en de motieven van de critici aan weerszijden van de oceaan worden belicht. | ||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 8]
| ||||||||||||||||||||||||||||||
Een Argentijnse grap of een regelrechte vadermoord?In de allereerste, ‘onthullende’ publicatie in Cabildo doet redactielid Dan YellowGa naar voetnoot3 een ogenschijnlijk serieus verslag van zijn onderzoek naar het niet-bestaan van Borges. Dat het om een ludieke grap gaat blijkt niet uit de ingezonden brief. Wel wordt in latere publicaties, die onder de vreemdste pseudoniemen door de redactie worden geschreven, het ene ongeloofwaardige verzinsel op het andere gestapeld. Zo verschijnt in het nummer na de brief van Dan Yellow een stuk van de acteur Aquiles Rosendo Scatamacchia, waarin deze op aanmatigende toon enkele details over zijn afkomst uit Uruguay en status als tweederangsacteur corrigeert. (Scatamacchia 1981a: 15) In een volgend nummer verschijnt weer een door Scatamacchia ondertekende brief, waarin hij de eerste brief apocrief noemt. (Scatamacchia 1981b: 11-12) In datzelfde nummer presenteert de Tübingse professor Hans Jürgen Schupigg (vertaald: Hans Jürgen met schubben) een nieuwe hypothese: de groep schrijvers heeft niet Borges, maar zijn grote voorbeeld en voorganger verzonnen, de Argentijn Macedonio Fernández (1874-1952). Jorge Luis Borges zelf, zo probeert Schupigg met uitvoerige citaten te bewijzen, zou de GolemGa naar voetnoot4 zijn. (Schuppig 1981: 12-13) In een volgend nummer van Cabildo besluit de Franse Jean de la Pissotière (vertaald: Jan de pispot) dit rijtje grappen met nieuwe feiten over Borges als de Golem. (Pissotière, de la 1981: 13) Ondanks het feit dat de redactie van Cabildo voor een opeenvolging van grappen zorgde en een expliciete verklaring opnam waarin ze vermeldde niets serieus in de zin te hebben gehad, leek de kwestie meer dan een onschuldige grap. Door politiek getinte kritiek op Borges had de ‘grap’ meer weg van een slinkse manier om de vader van de Argentijnse letteren uit de weg te ruimen. Al in de allereerste publicatie in Cabildo wordt bijna de helft van de brief besteed aan het verweven van de grap met Borges' politieke positie. De kritiek betreft Borges' recente politieke uitspraken, die als antinationalistisch en antikerkelijk worden neergezet. Zo had Borges de Argentijnen niet gesteund in een territoriumconflict met Chili en had hij de paus ‘slechts een ambtenaar’ genoemd. Op sarcastische wijze worden Borges' uitlatingen belachelijk gemaakt: ‘En zo komen wij bij zijn recente uitspraken, die zoveel indruk maakten op dit verwerpelijke deel van de mensheid dat nog steeds de banale ondeugd van het nationalisme bedrijft (“Borges” dixit).’Ga naar voetnoot5 (Yellow 1981: 12) Volgens de ‘grap’ zouden Borges' uitlatingen te verklaren zijn door een ruzie tussen het schrijverscollectief en Borges-acteur Scatamacchia. Scatamacchia, die als een soort Frankenstein was begonnen zich los te maken van zijn scheppers, verkondigde nu zijn eigen meningen, die niet te rijmen vielen met Borges' werk: Als we [Borges' uitspraken] serieus zouden nemen en/of als ze door een Argentijn waren gedaan, dan zou het eenvoudigweg landverraad zijn. Ik weet niet of dat juridisch gezien zo is, maar moreel gezien uiteraard wel. Maar natuurlijk, wij die het geheim [van Borges' uitvinding] kennen laten ons niet misleiden. Het gaat hier gewoon om de nieuwste uitdaging | ||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 9]
| ||||||||||||||||||||||||||||||
van Scatamacchia aan de junta die hem regeert, of zou moeten regeren. (Het lijkt wel een slechte Argentijnse gewoonte om junta's te vormen die proberen te regeren maar niet weten hoe). Alsof hij de junta had willen zeggen: ‘Kijk maar eens hoe jullie hier nou uit komen’. (Yellow 1981: 12) Door de vele verwijzingen, het complexe woordgebruik, en de sarcastische ondertoon, zijn de redeneringen in Cabildo soms moeilijk te plaatsen. In bovenstaand citaat wordt Borges op een verdekte manier beschuldigd van landverraad, terwijl tegelijkertijd het militaire regime wordt bekritiseerd. Door Borges' politieke uitspraken tot onderdeel van een ongeloofwaardig verzinsel te maken, worden deze door Yellow/D'Angelo Rodriguez als belachelijk weggezet. Deze politiek getinte kritiek op Borges was ook vóór de brief van Yellow in verschillende nummers van Cabildo geuit, waarbij de auteur op een nog minder subtiele wijze werd aangevallen. En toen Argentinië een jaar later, in 1982, door de Engelsen was verslagen tijdens de Falklandoorlog, publiceerde Cabildo een stuk waarin het tijdschrift Borges betichtte van landverraad omdat hij geen partij had gekozen voor de Argentijnen: Inderdaad: Borges symboliseert de Argentijnse intelligentsia en zij was en is een staat binnen de Staat, een hedonistische fabriek, een huursoldaat die samenzweert tegen de Natie, de mentale slavernij en de onwaardige jaknikkerij van de geest, het speerpunt van het culturele kolonialisme dat uitgeroeid dient te worden voordat het verzet en de strijd voortgezet worden. (Quijano 1982: 7; nadruk van het origineel) Het stuk was ondertekend door Alonso Quijano, de echte naam van Don Quichot vóór hij zich tot ridder liet slaan. Was dit pseudoniem een ironische opmerking over Borges' literaire obsessie met de Don Quichot? De literaire grap leek in ieder geval een poging om de zeer harde toon van de kritiek nog enigszins te temperen. Net als in de kwestie over het niet-bestaan van Borges, vormden Borges' antinationalistische en antikatholieke uitspraken het uiteindelijke doelwit van Cabildo's ‘grap’. | ||||||||||||||||||||||||||||||
De Franse interpretatie van de grapIn Frankrijk verschijnen na de genoemde Argentijnse publicaties verschillende reacties. Deze stukken geven een inkijkje in de receptie van deze kwestie in het Franse literaire systeem.Ga naar voetnoot6 De Argentijnse ‘grap’ wordt in Frankrijk niet al te grappig opgevat. De eerste berichten die in de Franse pers verschijnen, in toonaangevende kranten als Libération en Le Monde, halen de kwestie uit Cabildo haast zonder commentaar aan. (Anoniem 1981a en b) Men gelooft niets van het verhaal, maar gaat op een serieuze manier in op Borges' leven of op de verborgen agenda achter het verzinsel. In verschillende artikelen wordt naar het doel van de Argentijnse ‘Borgesmoord’ gevraagd, (cf. Anoniem 1981b) De Franse journalist en schrijver Jean-Pierre Dufreigne gaat in een artikel in het opinieweekblad L'Express daarbij zelfs zo ver om een aantal hypotheses voor de Borgesmoord van Cabildo te formuleren. | ||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 10]
| ||||||||||||||||||||||||||||||
(Dufreigne 1981a: 43) In de Franse Playboy wordt een stuk gepubliceerd dat, hoewel de auteur weet dat het om een verzinsel gaat, allerlei bewijzen aandraagt voor het bestaan van Borges: ‘Bestaat Borges niet? Dan zou men de bewijzen moeten aanvoeren voor het niet bestaan van zijn verleden en zijn voorouders, waarvan enkele, net als Borges, bekende figuren waren.’ (Fernandez 1981: 98) Wat volgt zijn biografische details van Borges, zijn ouders en zus en persoonlijke herinneringen aan Borges' bezoekjes aan Parijs, waar de auteur van het artikel, een Argentijnse emigrant, sinds 1963 woonde. In de neerslag in de Franse pers worden de politieke ondertoon van de Argentijnse ‘grap’ en de politieke positie van Borges nauwelijks genoemd. In Frankrijk gaat de aandacht uit naar de hypotheses en bewijzen, die overwegend in de literaire of biografische dimensie gezocht worden. De Borgesiaanse kant van de kwestie wordt in verschillende artikelen aangehaald. Zo citeert Le Monde een tekst van Borges, waarin hij aangeeft aan zijn eigen bestaan te twijfelen. (Zand 1981) Playboy verwijst naar Borges' beroemde kortverhaal ‘Borges en ik’ (1960), waarin de ik-verteller beweert zichzelf niet in Borges te herkennen. (Fernández 1981: 98) Ook wordt een interview uit Le Monde aangehaald, waarin de Argentijnse schrijver had aangegeven een uitvinding van de Fransen te zijn: ‘Ik ben inderdaad, daar kan men het over eens zijn, een Frans verzinsel, want in zekere zin hebben de Fransen mij zichtbaar gemaakt.’ (Chao en Ramonet 1978) L'Express noemt Borges' antinationalistische en antikerkelijke uitspraken slechts eenmaal als mogelijke reden waarom hij onbestaand zou zijn verklaard door Argentijnse militairen, katholieken of politici. Verder wordt er in het artikel juist gewezen op Borges' belangrijke positie als auteur: zou Cabildo deze Borgesmoord hebben gepleegd uit angst dat de Fransen of Japanners Borges bij hun eigen literatuur zouden inlijven? Een maand eerder had de Franse regering Julio Cortázar en Milan Kundera al de Franse nationaliteit gegeven. In een laatste hypothese over de motieven van Cabildo die Dufreigne in L'Express voorstelt, worden verschillende andere zogenaamd niet-bestaande schrijvers als Homerus en Shakespeare aangehaald: zou de gelijkstelling van Borges met deze schrijvers als een soort erkenning bedoeld zijn geweest? (Dufreigne 1981a: 43) In de publicatie in Playboy worden, zoals gezegd, ook biografische details aangevoerd om te bewijzen dat Borges bestaat. Borges zou volgens dit artikel nooit door Adolfo Bioy Casares kunnen zijn bedacht, omdat deze laatste zelf ontdekt werd door Borges. De incongruïteit die Cabildo signaleerde tussen Borges' recente politieke uitspraken en zijn oeuvre, en die een bewijs zou zijn dat Scatamacchia uit protest tegen het schrijverscollectief zijn eigen meningen verkondigde, wordt in Playboy juist niet opgemerkt: Als deze leugen waar was, dan zouden we de drie auteurs [Leopoldo Marechal, Manuel Mujica Láinez, Adolfo Bioy Casares] van een oeuvre als dit grenzeloos moeten bewonderen, zonder de acteur te vergeten, een artiest met een ongeëvenaard talent. Hij heeft inderdaad bewezen dat hij in staat was om de vragen van talloze journalisten en academici te beantwoorden door zich in exact dezelfde stijl als het oeuvre dat hij niet geschreven heeft uit te drukken, en zonder ook maar de kleinste uitglijder te maken in al die jaren. (Fernández 1981: 97) Na deze Franse interpretatie van de Argentijnse publicaties komen er nieuwe stukken van redactieleden van Cabildo. De serieuze reactie in de Franse pers, die allerlei verklaringen probeert te | ||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 11]
| ||||||||||||||||||||||||||||||
vinden, brengt de redactie ertoe om te benadrukken dat het toch echt om een onschuldige grap gaat. In een ingezonden brief, gepubliceerd in Cabildo en gedeeltelijk in L'Express, valt Cabildo het Franse tijdschrift aan op zijn serieuze interpretatie van de Borgeskwestie: Terwijl er in ons land en in de wereld belangrijke dingen gebeuren waarover men geïnformeerd wordt maar die nauwelijks becommentarieerd worden, veroorzaakt deze journalistieke grap een futiele ruzie. Het meest opvallende geval is dat van L'Express, dat zich jarenlang nauwelijks met Argentinië heeft bezig gehouden en dat nu meer dan een halve pagina verspilt door [...] Cabildo [...] op een bijna lasterlijke manier te verwijten ‘expres een leugen te publiceren’, alsof men in het Frankrijk van Mitterrand het vermogen om ironie te herkennen is kwijtgeraakt. (Anoniem 1981c: 15; nadruk van het origineel) Door te beweren dat ze een luchtige, journalistieke grap hebben willen maken, probeert de redactie van Cabildo te verhullen dat de publicaties een politieke aanval op Borges impliceerden. Tegelijk wordt er onder de gordel een politieke stoot uitgedeeld aan links Frankrijk. | ||||||||||||||||||||||||||||||
De motieven van de Franse criticiNu is het de vraag waarom de Argentijnse publicaties in de Franse pers gezien worden als een semiserieuze aangelegenheid waarin Borges' politieke positie ogenschijnlijk geen rol speelt. Zo is het niet zonder betekenis dat in de Franse berichten verschillende keren een andere grap boven komt drijven: die van Romain Gary. Deze Franse auteur besloot uit onvrede over de kritieken die hij in Frankrijk kreeg, een aantal romans onder de naam Émile Ajar uit te brengen. Dit pseudoniem wekte hij daarna tot leven met behulp van zijn neef Paul Pavlovitch, met als gevolg dat hij de enige auteur werd die - uiteraard zonder medeweten van het literaire establishment - ooit tweemaal de prix Goncourt won. Pas toen Vie et mort d'Émile Ajar (1981) postuum verscheen, vlak voor de Borgesaffaire, werd de ware identiteit van Ajar en het bedrog van Gary bekend. Zou de ajarerie, zoals deze oplichting wel genoemd werd, ervoor gezorgd hebben dat de Franse kritiek er de voorkeur aan had gegeven om niet mee te lachen met Cabildo en hypotheses en bewijzen aan te dragen? De verwijzingen naar Ajar, ajarerie en geïrriteerde uitspraken van critici - ‘Als deze bedriegers zich geïnspireerd hebben op de affaire Romain Gary-Émile Ajar, dan hebben ze niet de tijd genomen om na te denken’. (Fernández 1981: 99) - wijzen erop dat deze affaire vers in het geheugen van de critici in Frankrijk lag. Overigens was de pers misschien ook voorzichtiger geworden met berichtgevingen over Borges leven en dood nadat, in 1957, zijn dood per ongeluk in alle Franse kranten was aangekondigd. (Molloy 1972: 319-320) Dat de critici daarnaast niet ingingen op de politieke dimensie van de kwestie, wil niet zeggen dat de Borgesreceptie in Frankrijk in het algemeen apolitiek was. Eric Flamand toonde in zijn studie naar de ‘culture borgéssienne’ aan dat Borges' kosmopolitisme ook in Frankrijk door de jaren heen tot kritiek had geleid, ondanks het grote enthousiasme waarmee zijn werk in de jaren vijftig was binnengehaald. In het verlengde van de op veel grotere schaal geuite Argentijnse kritiek op Borges' gebrek aan interesse voor de nationale ontwikkelingen, zijn er door de jaren heen in Frankrijk negatieve reacties gekomen op zijn conservatieve uitspraken en zijn gebrek aan links engagement met de Latijns-Amerikaanse politiek. (Flamand 1987: 46-49) | ||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 12]
| ||||||||||||||||||||||||||||||
Maar juist in deze specifieke kwestie in 1981, koos de Franse pers er wellicht bewust voor om de politieke ondertoon in het verzinsel over Borges niet over te nemen. Terwijl de politiek getinte kritiek op Borges nauwelijks wordt besproken, wordt het ideologische profiel van Cabildo wel zijdelings genoemd. De ‘grap’ lijkt duidelijk niet gewaardeerd te zijn omdat ze geuit werd door een reactionair en ultranationalistisch tijdschrift, zoals in een later artikel in Le Monde werd opgemerkt: van dit ‘kwaadaardige sensatieblaadje’ had men nog ‘nooit zoveel gehoord op literair gebied’. (Zand 1981) L'Express wijst tot tweemaal toe op de politieke agenda van het tijdschrift door het een ‘extreemrechts’ en ‘rechtlijnig nationalistisch’ tijdschrift te noemen. (Dufreigne 1981a) De promilitaire positie die Cabildo innam op een moment dat de schendingen van de mensenrechten onder de Argentijnse militaire dictatuur al algemeen bekend waren, maakten het overnemen van een politiek getinte ‘grap’ niet wenselijk. Om die reden waren literaire en biografische hypotheses ongetwijfeld de meest tactische manier om de politieke inslag van het tijdschrift niet te onderschrijven en niet in foute grappen te belanden. Het achterwege laten van de politieke uitspraken en positie van Borges in de Franse artikelen is in die zin wellicht een politieke keuze geweest. Daarnaast speelden de literatuuropvattingen van de Franse critici ongetwijfeld een rol. Onder Franse critici van na 1968 mocht de politieke positie van Borges misschien niet het meest belangrijke punt worden. De doelbewuste aandacht van Franse critici voor Borges' teksten en niet voor zijn politieke persoon blijkt ook uit een artikel gepubliceerd naar aanleiding van het Borges-colloquium in Cerisy in de zomer van 1981, vlak vóór de Borgesaffaire. In een echo van Roland Barthes' ‘La mort de l'auteur’ (1968) wordt de aandacht voor de tekst en de lezer benadrukt: Het onderzoek naar een onvindbare Borges heeft geen gebrek aan spanningen en iedereen beweert natuurlijk zijn eigen Borges in handen te hebben. Het feit blijft dat Borges bij de gratie van deze veelheid aan leeswijzen bestaat [...]. Is de lezer dus net zo goed de auteur als de schrijver? (Champris 1981: 28) De gerenommeerde positie van Borges werk in Frankrijk in de jaren tachtig en zijn bijdrage aan de ontwikkelingen in de Franse literatuurkritiek en -theorie zijn waarschijnlijk dus mede bepalend geweest voor de receptie van de Argentijnse Cabildo-publicaties. | ||||||||||||||||||||||||||||||
Tot besluitHet verzinsel over het niet-bestaan van Borges lijkt overigens een eigen leven te zijn gaan leiden. Niet alleen besteedden Leonardo Sciascia (1985) en Antonio Tabucchi (1999) aandacht aan de Borgesgrap, ook de Duitse auteur Gerhard Köpf wijdde er een deel van zijn roman aan. In Borges gibt es nicht (1991) is de Argentijnse grap - die in het eersteGa naar voetnoot7 van de in totaal drie hoofdstukken ter sprake komt en titel geeft aan de roman - een literair onderonsje geworden. De verteller, een Duitse universiteitsprofessor in de lusitanistiek, maakt een reis naar Macau om een lezing te geven over zijn stelling dat de Don Quichot door William Shakespeare geschreven is. Tijdens een turbulente vliegreis van Surabaya naar Bandung ontmoet hij een Argentijnse reisgenoot die hem vertelt dat | ||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 13]
| ||||||||||||||||||||||||||||||
Voorkant van Cabildo nr. 46, oktober 1981
Borges niet bestaat. Het werk en leven van Borges zou een uitvinding zijn van zijn landgenoot en collega-schrijver Adolfo Bioy Casares, die de sleutel tot dit geheim zou hebben verstopt in zijn roman Morels uitvinding (1940). (Köpf 1991: 47) Ook andere Argentijnse literaire figuren en teksten die het verzinsel kunnen bewijzen passeren de revue. Terwijl een aantal elementen (de tweederangsacteur Aquiles Scatamacchia, de schrijver Adolfo Bioy Casares, de reden waarom Borges de Nobelprijs nooit had gewonnen) nog sporen van de publicaties uit Cabildo dragen, worden het tijdschrift en de achtergrond van de grap niet meer genoemd. Maar misschien had niet iedereen de Argentijnen nodig om aan het bestaan van Borges te twijfelen. De Italiaanse fysicus Tullio Regge rekende ooit uit dat het totaal aantal mogelijk boeken uit ‘De bibliotheek van Babel’ (1941) van Borges gelijk zou staan aan 25 tot de 656.000ste macht. (Vila-Matas 1986: 48; Regge 1996: 287) Aangezien dit aantal niet in het universum zou passen, kon het niet anders of Borges bestond niet, of hij was een oplichter. | ||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 14]
| ||||||||||||||||||||||||||||||
Literatuur
|
|