| |
| |
| |
Uit de kast!
Wilbert Smulders
In de rubriek ‘Uit de kast!’ biedt Vooys gerenommeerde personen uit de wereld der letteren de gelegenheid om hun passie voor een werk uit hun eigen boekenkast over te brengen. In deze ‘Uit de kast!’ vertelt Wilbert Smulders, universitair docent Moderne Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit Utrecht, over zijn jeugdfascinatie voor de film The Longest Day en K. Norels jeugdboek De Engelandvaarders. In een speciale, dubbel zo lange aflevering neemt hij ons mee naar de wereld van deze twee werken over de Tweede Wereldoorlog.
Toen ik op de lagere school zat, had ik - zoals zoveel jongetjes - een levendige belangstelling voor alles wat met de Tweede Wereldoorlog te maken had. Mijn ouders bezaten de ingebonden jaargangen 1944 en 1945 van het geïllustreerde, Nederlandstalige zwart-wit magazine Kijk, waarin van week tot week verslag was gedaan van de vorderingen van de geallieerden aan de diverse fronten: in Frankrijk, Italië, Azië en Rusland. Dit immense boekwerk woog opmerkelijk weinig, aangezien het magazine was gedrukt op bijzonder dun, haast zijdeachtig papier. Als ik ziek was, zat ik hele dagen in Kijk te bladeren, uiteraard vooral om de onafzienbare reeks foto's met onderschrift te bekijken, en opnieuw te bekijken.
In het nabije Overloon, op de grens tussen Limburg en Noord-Brabant, was het Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum gevestigd, vlakbij de plek waar in september 1944 drie weken lang de Slag om Overloon werd uitgevochten, de zwaarste tankslag die ooit op Nederlandse bodem werd geleverd en waarbij Amerikaanse Sherman tanks en Duitse Panther tanks elkaar onophoudelijk bestookten. In dat openluchtmuseum mochten de jonge bezoekers in de tanks van beide partijen klimmen.
In november 1962 kwam de film The Longest Day uit. Ik was toen elf en het was uitgesloten dat ik in mijn eentje naar de bioscoop zou gaan. Hoewel mijn vader nooit naar de film ging, kreeg ik hem zover om in die winter op een zondagmiddag samen met mij de film te gaan bekijken. Ik had nog bijna nooit een bioscoopfilm gezien en kwam nietsvermoedend terecht in een drie uur durende all stars film, die heel veel plaatjes uit mijn Kijk-lectuur op een wervelende manier tot leven bracht. Volkomen verdoofd door het kanongebulder en verpletterd door wat ik gezien had, betrad ik met mijn vader de straat, vlak voordat het donker werd. Overdag uit de bioscoop komen onderga ik ook nu nog als een verwarrende gewaarwording, als een tweede ontwaken, maar dan uit een kraakheldere droom, en na het bekijken van The Longest Day was het ‘mijn eerste keer’. Tegenwoordig kun je iedere film wel in de een of andere videotheek bemachtigen en thuis zo vaak afspelen als je wilt. Het is nog helemaal niet zo lang geleden dat de toegankelijkheid tot de visuele media heel beperkt was, en je maar had af te wachten of de film een keer op de televisie vertoond werd. Met The Longest Day gebeurde dat gelukkig nogal eens: jaren achtereen werd hij op 6 juni uitgezonden. Ik keek later natuurlijk anders naar de film dan de eerste keer, maar ik vind hem nog steeds fascinerend. Hij is met afstand de imponerendste film die ik gezien heb.
| |
| |
Eén jaar later, op mijn dertiende, viel mij de trilogie De Engelandvaarders van K. Norel in handen. Deze dikke pil (450 bladzijden) heb ik indertijd verslonden. Onlangs besloot ik de trilogie te herlezen om aan de weet te komen welke indruk dit geliefde jeugdboek nu op mij zou maken. Ik zal eerst een kenschets van het verhaal geven.
De trilogie bestaat uit de delen Vogelvrij, Vuur en vlam en Verzet en victorie. (Let op de vette alliteratie.) Het verhaal omspant de periode van mei 1940 tot mei 1945. Hoofdpersoon van alle drie de delen is Evert Gnodde, zoon van een Urker visser, die zestien is als de oorlog uitbreekt en op zijn vaders botter werkt.
Het eerste deel, Vogelvrij, vertelt hoe Evert erin slaagt als Engelandvaarder ‘aan de overkant’ te komen. Het christelijke Urk is een zeer gesloten, sterk oranjegezinde gemeenschap, waarin één jongen van Everts leeftijd, Piet Weis, lid van de NSB is. Evert Gnodde komt in aanraking met de oorlog, wanneer in 1943 het schip van zijn vader gevorderd wordt door de Duitsers en hijzelf moet onderduiken om te ontsnappen aan de Arbeitseinsatz. Hij wil niets liever dan naar Engeland vluchten en daar in dienst gaan. Hij duikt onder op een boerderij in de Wieringermeer, waar hij bevriend raakt met Jan Koekman, een andere onderduiker, een jongeman uit Rotterdam. Samen smeden ze het plan om dienst te nemen bij de Kriegsmarine, met als doel met een Duitse marineboot naar Engeland te ontsnappen. Uiteraard raken ze aanvankelijk van iedereen vervreemd, maar als het plan na veel verwikkelingen lukt, kan hij zijn Urker verloofde Alie via het Rode Kruis laten weten dat hij in Engeland zit, waarmee alle schande van wat collaboratie moest lijken, weer is weggenomen.
Deel twee, Vuur en vlam, vertelt hoe beide vrienden Evert en Jan deelnemen aan de geallieerde strijd in het Kanaal, deelnemen aan de landing in Normandië en vervolgens aan de luchtlandingsoperaties bij Arnhem. (Het toeval wil dat Alie, Everts verloofde, intussen in Oosterbeek als dienstmeisje bij een baron in huis werkt en het toeval wil eveneens dat de paratrooper Evert haar tegen het lijf loopt.) Bij de strijd om de Rijnbrug raakt Jan gewond. Evert moet hem achterlaten onder de hoede van de jonge verpleegster Clara.
Deel drie, Verzet en victorie, speelt zich af in het door de hongerwinter geteisterde, nog bezette Noord-Nederland. Jan is met behulp van Clara, uit krijgsgevangenschap ontsnapt. De beide vrienden ontmoeten elkaar weer en spelen een rol in het verzet tijdens de hongerwinter.
De uitslag van de herlezing verraste mij: ik vind Norels Engelandvaarders een uitermate knap gecomponeerd jeugdboek en aarzel niet het in zijn soort een meesterwerk te noemen.
Opmerkelijk genoeg heeft Norels trilogie op compositorisch vlak nogal wat gemeen met The Longest Day. Om dat duidelijk te maken moet ik eerst deze film even toelichten. De film is zo indrukwekkend omdat hij een overzichtelijke dramatische structuur heeft weten te vinden voor de verbeelding van een ongehoord complex historisch gebeuren: de grootschaligste militaire operatie uit de twintigste eeuw: D-day. De complexiteit van deze operatie, die de codenaam Overlord droeg, was ontzagwekkend. Van de kant van de geallieerden: de militaire problemen om talloze deeloperaties (landing op het strand, luchtlandingen, operaties landinwaarts) tot één kloppend aanvalsplan te smeden, de immense organisatieproblemen en logistieke moeilijkheden om al die militairen uit al die landen op al die schepen te krijgen (en daarbij de geheimhouding te bewaren), en de emoties, van de eenvoudige soldaat, van de officieren te velde, maar ook van de generaals die alles bedacht
| |
| |
hebben en verantwoordelijk zullen zijn als het riskante plan mislukt. Van de kant van de Duitsers: de druk die de dagelijkse dreiging van Die Invasion uitoefende op de bevelhebbers van allerlei niveau (van de hoogste man, generaal Rommel, tot simpele officieren die bij ieder vals alarm toch weer heel zenuwachtig worden of er juist volkomen immuun voor zijn geworden), hun overleg over tegenmaatregelen, hun verwarring, paniek of berusting als het eindelijk zover is. En van de kant van het Franse verzet: de wetenschap als burgers een factor te zijn in een zo groot en beslissend gebeuren.
Dé dramatische vondst in het scenario van The Longest Day is geweest de film geen hoofdpersonage te geven, maar een zo grote hoeveelheid ‘hoofdpersonages’ te scheppen dat je van geen meer kunt zeggen of het een hoofd- dan wel bijfiguur is. Er zijn aan Duitse kant negen, in het verzet drie, en aan Engels-Amerikaans-Franse kant vijftien hoofdpersonages. Deze zijn over de organisatie van de hele operatie verspreid, wat betreft rang, militair onderdeel en locatie. Daardoor bereikt de film twee doelen: de kijker krijgt overzicht over de hele complexiteit van het plan (en behoudt dat ook als er dingen misgaan), maar alles blijft tegelijkertijd concreet voorstelbaar en emotioneel invoelbaar doordat er aanhoudend dramatisch geschakeld wordt tussen al de ‘hoofdpersonages’.
De structuur van de film bestaat eruit dat die hele reeks ‘hoofdpersonages’ drie keer de revue passeert, met dien verstande dat in de loop van deze drie rondes vierentwintig uur verstrijkt en dat daardoor ook nog eens het meta-dramatische resultaat zichtbaar wordt: het slagen van wat door General Rommel in het begin van de film ‘der langste Tag’ wordt genoemd.
Resultaat van de ingenieuze dramatische spreiding bij de verbeelding van ‘de langste dag’, is dat heel veel hoofdpersonages kort aan bod komen, en dat er daardoor nauwelijks ruimte is voor psychologische diepgang. Eigenlijk zijn alle protagonisten helden, van welk onderdeel of welke rang ze ook zijn. Eisenhower is een held als hij in de onmogelijke positie verkeert tussen twee kwaden te moeten kiezen (een go te moeten geven terwijl de weersomstandigheden fataal lijken of de zaak voor de zoveelste keer uitstellen, met als levensgroot gevaar dat het momentum verdampt en de moraal van al die mannen op al die schepen fataal zal dalen), en de moed heeft de verantwoordelijkheid te nemen. Maar het geldt ook voor de eenvoudige soldaat uit een klein dorpje in de Amerikaanse staat Nevada, die aan de vooravond, zeeziek op zijn landingsvaartuig, zijn hart lucht aan een hem volkomen onbekende. Voor de commandant die zijn onderdeel tot het uiterste getraind heeft, maar in zijn hart vindt dat hij een onmogelijk uit te voeren opdracht heeft gekregen. Voor de Duitse officier die wakker schrikt van een alarmtelefoontje en vergezeld van zijn trouwe hond vloekend in zijn auto stapt om voor de zoveelste maal de nacht door te brengen in een kustbatterij op de duinen. En voor de twee enig overgebleven Luftwaffe-piloten in Noordwest-Frankrijk, die met diepe minachting voor het wanbeleid van hun superieuren toch maar ten strijde trekken.
Resultaat is ook dat er geen goede en geen slechte personages zijn. The Longest Day kent opmerkelijk genoeg geen ideologisch niveau. Geallieerden en Duitsers zijn in deze film simpelweg verwikkeld in een historisch en heroïsch treffen van krankzinnige proporties. De film is in zoverre fair, dat hij uitsluitend toont hoe personages uit beide kampen zich voor een immense militaire taak zien gesteld, en zich daar zonder uitzondering op de best denkbare wijze van kwijten. Resultaat is eveneens dat het een complete mannenfilm is geworden. Van liefde is slechts sprake voorzover
| |
| |
de militairen mijmeren over het thuisfront, doorgaans vlak voordat de wapens gaan spreken. Ook van de verbeelding van leed door verwondingen is nauwelijks sprake. Hoewel gedurende de film honderden figurant-militairen al dan niet dodelijk gewond ter aarde vallen, wordt maar een van de tientallen ‘hoofdpersonen’ gedood en één ander gewond, en dat pas in de laatste vijf minuten van dit ruim drie uur durende drama. Met andere woorden, de soldaten zijn via de ‘hoofdpersonages’ wel verbeeld als mensen, maar ze worden tegelijkertijd neergezet als pionnen op een veld, met wie zonder aanziens des persoons geschoven wordt.
Op al deze punten doet The Longest Day denken aan het epos der epossen, Homerus' Ilias. Ook in Ilias twee kampen, een strijd van uitsluitend helden (maar zonder dat een van hen het hoofdpersonage is), die zo gelijkwaardig zijn, dat zelfs de goden geen eenduidige voorkeur kunnen voelen. Ook in Ilias steeds een krachtige tekening van vele ‘hoofdpersonages’, niet gericht op psychologische individualisering, maar op individuele kwaliteiten op het morele vlak: eer, plicht, prestige en trouw. Ook in Ilias een grote dramatische spreiding in de verbeelding van het conflict. Zoals bij Homerus Agamemnon tegenover Priamus, Menelaos tegenover Paris en Hector tegenover Achilles staan, en hun individuele prestaties in de krijg aanhoudend de revue passeren, zo staan in The Longest Day Roosevelt tegenover Hitler, Eisenhower tegenover Rommel en Montgomery tegenover Jodi. Ook Ilias is een mannenverhaal, waarin vrouwen hoogstens de aanleiding zijn tot de algehele strijd (Helena) of tot interne conflicten (Briseïs). Ook voor Homerus' werk geldt dat op elke bladzijde tientallen anonieme soldaten op vaak gruwelijke en beeldend beschreven wijze aan hun eind komen, terwijl alle ‘hoofdpersoon’-helden tot aan Hectors dood, in het laatste gedeelte, alle strijdgewoel overleven. Het is geloof ik niet teveel gezegd als ik beweer dat The Longest Day de verre, maar verdienstelijke nazaat van Ilias is.
Toen ik Norels Engelandvaarders voor het eerst las, vond ik het natuurlijk alleen maar een spannend verhaal. Pas bij herlezing is me opgevallen dat Norel zijn trilogie - op de schaal van een jeugdboek - veel van de dramatische deugden heeft meegegeven die epische meesterwerken als The Longest Day zo bijzonder maken. Ik bedoel dan de dramatische spreiding in plaats en tijd (Nederland, te land en te water, Engeland, Normandië, Arnhem, Noord-Nederland in de Hongerwinter, bevrijd Nederland), maar vooral de spreiding over de personages.
Norel heeft weliswaar één hoofdpersonage gekozen (de jongen Evert Gnodde), maar laat deze al gauw met vier andere jonge mensen in aanraking komen (zijn vriend Jan Koekman, hun beider vriendinnen Alie en Clara, en de NSB-dorpsjongen en latere SS'er Piet Wels), die allemaal tot het einde toe bij het dramatische gebeuren betrokken zijn: ze steunen elkaar, raken elkaar kwijt of hervinden elkaar, en ze bevrijden of verraden elkaar. Door de Urker NSB-jongen een plaats te geven, krijgt het andere kamp enige gestalte. Niet alleen is er daarbij een spreiding van de handeling over stad (Rotterdam), platteland (Urk, Wieringermeer, Goeree, Oosterbeek) en buitenland (Engeland en Frankrijk), ook sociaal-cultureel is er een opmerkelijke spreiding. De zuilen zijn dramatisch vertegenwoordigd: orthodox-protestants (Evert, Alie), socialistisch-atheïstisch (Jan), katholiek (Clara), en dat geldt ook enigermate voor de sociale verhoudingen: Alie is dienstmeisje bij de baron, de barones en de freule.
| |
| |
Bij herlezing viel me nog iets op, dat mij indertijd uiteraard volledig ontgaan was. De gebeurtenissen maken namelijk duidelijk dat Norel met deze compositie op het punt van de personages een episch pleidooi vormgaf voor de doorbraak, een brede beweging in het Nederland van vlak vóór en na de Tweede Wereldoorlog. De oorlog doorbreekt de hokjes waarin de orthodox-protestantse Evert en de AJC-jongen Jan opgesloten zaten. Het verraste me dat Norel met het doorbraak-motief heel knap een ideologische agenda van nationale aard in zijn jeugdboek verborgen heeft, maar tegelijkertijd viel me op dat zijn verbeelding van de Tweede Wereldoorlog als internationaal conflict opmerkelijk vrij van ideologie is, net zoals The Longest Day.
Uit het geheel van de jeugdtrilogie rijst een beeld op van de Tweede Wereldoorlog dat in zijn veelkantigheid nog steeds verbluffend informatief is, dat in psychologisch opzicht wat vlak, maar zeker niet plat is, en dat in moreel opzicht uitgesproken, maar niet ongenuanceerd is. Misschien is het feit dat de jonge mannen en vrouwen allemaal achttien karaats helden zijn, wat eendimensionaal te noemen, maar dramatisch gezien is deze eigenschap waarschijnlijk de reden dat het boek als heroïsch epos nauwelijks verouderd is.
Ook op een andere manier is het interessant Norels Engelandvaarders met The Longest Day te vergelijken. De film The Longest Day is gebaseerd op het gelijknamige boek, geschreven door Cornelius Ryan en gepubliceerd in 1959. Het boek is een indrukwekkend staaltje van wat in Nederland sinds de opkomst van onder anderen Geert Mak, Judith Koelemeijer en Annejet van der Zijl, literaire non-fictie heet. Het vertelt het verhaal van ‘de langste dag’, maar dan in een zodanige dramatische opzet dat de auteur al zijn kennis over de gebeurtenissen op die dag kan concretiseren in scènes. Achterin het boek The Longest Day staat een uitvoerig dankwoord afgedrukt waarin Ryan de 700 overlevenden-deelnemers van beide kampen vernoemt die hij gesproken heeft, de bevelvoerders van beide kampen en van tal van militaire disciplines die hij geïnterviewd heeft, alle archieven die hij geraadpleegd heeft, en waarin hij het omvangrijke researchteam bedankt dat hem gedurende drie jaar onafgebroken arbeid bijstond. Ryans verhaal is helemaal opgebouwd uit scènes, soms afgewisseld met meer beschrijvende stukken. Daarbij blijft voortdurend in het midden of Ryan de scènes (en de daarbij gebezigde dialogen) heeft gereconstrueerd uit de gehouden interviews of dat hij na alle speurwerk en interviews zich heeft opgesloten en met de research in zijn achterhoofd tenslotte is overgegaan tot het scheppen van een representatieve fictionele verbeelding.
In de loop van de tijd heb ik de film The Longest Day zo vaak gezien, dat ik hem vrijwel uit mijn hoofd ken. Ryans documentaire roman las ik deze zomer pas. De lectuur van het boek was een eigenaardige ervaring. De overlap van scènes uit het boek en de film is buitengewoon groot. Hele zinnen komen letterlijk terug. Toch zijn er ook opmerkelijke verschillen. In het boek is de montage anders, kom je aan de weet hoeveel misverstanden er waren, hoe zowel de Duitsers als de geallieerden blunder op blunder stapelden en hoe onzeker de uitslag was, tot ver in ‘de langste dag’.
Het boek moet er als het ware om gevraagd hebben verfilmd te worden. Ryan zelf trad op als de belangrijkste scenarioschrijver. Het werd een peperdure all stars productie met rollen voor Paul Anka, Richard Burton, Robert Mitchum, Sean Connery, Henry Fonda, Roddy McDowall, George Segal, Rod Steiger, John Wayne en vele, vele anderen. Het boek verscheen in de zomer van 1959, op 12 november 1962 ging de film in première.
| |
| |
Al met al heeft de combinatie van twee factoren The Longest Day tot een meesterwerk gemaakt: de bijna wetenschappelijke grondigheid van de breedopgezette research en het vermogen een welgekozen selectie uit al deze kennis in een dramatische vorm te gieten die je nooit meer vergeet.
Laten we weer terugkeren naar onze Norel. Ryan begon pas in 1956, elf jaar na de oorlog, met het werk aan zijn boek, geassisteerd door een groep helpers en een heel leger informanten. Na het succes van zijn boek heeft hij vervolgens met nog eens een bijzonder grote groep specialisten op allerlei gebied (militaire adviseurs, co-scenarioschrijvers, acteurs, poducenten) aan de totstandkoming van de gelijknamige film kunnen werken. Hoe stond het wat dat betreft met Norel? Vóór de oorlog was hij als journalist werkzaam bij de regionale en landelijke protestants-christelijke pers en debuteerde hij (in 1935) als jeugdboekenschrijver. In 1941 werd hij als eerste Nederlandse journalist door de Duitsers opgepakt wegens anti-Duitse berichtgeving en werkte hij vervolgens voor de ondergrondse krant Trouw. In 1945 lag deel één, in 1946 deel twee en in 1947 deel drie van Engelandvaarders in de winkel. Het kan haast niet anders of deze schrijvende journalist moet in de oorlog aan de trilogie begonnen zijn. Zijn biografie op Wikipedia vermeldt dat hij in 1946 overspannen raakte en moest kiezen tussen de journalistiek en het schrijven van jeugdboeken. Hij koos voor het laatste en produceerde tot aan zijn dood in 1971 een groot aantal veelgelezen jeugdboeken, waarvan Engelandvaarders een van de klassiekers is. (Momenteel, zestig jaar na verschijnen, is de vijfenveertigste druk van deze trilogie in elke Bruna-winkel te verkrijgen.)
Norel heeft waarschijnlijk alleen zijn ogen goed de kost gegeven en is vervolgens aan het werk gegaan op basis van niet veel meer dan common sense-kennis over Nederland, Engelandvaarders, de Duitse marine, het verzet en wat er vlak na de oorlog bekend was over de operaties in Normandië en bij Arnhem. Wat imponeert bij Norel is dus dat zijn formidabele jongensepos het vooral heeft moeten hebben van zijn historische alertheid, zijn dramatische talent en zijn fantasierijke geest.
Een beroemd Nederlands schrijver heeft eens gezegd dat Ulysses van Joyce en De Avonden van Reve allebei meesterwerken zijn, maar meesterwerken van verschillende schaal: waar men Ulysses zou kunnen vergelijken met een kanon, zou men De Avonden kunnen vergelijken met een pistool. Alle twee voortreffelijke schietwerken, maar wel van een ander formaat en op een ander doel gericht. Mij lijkt dat deze vergelijking ook opgaat voor The Longest Day en Engelandvaarders.
|
|