Illustratie uit Het kleine huis aan de rivier
zen van het bestaan opzoekt is onontwijkbaar. Haar belevingswereld was voor mij zo dominant dat ik het moraliserende commentaar van haar ouders op haar gedrag voor lief nam. Zo waren grote mensen nu eenmaal.
De details uit de Kleine huis-boeken fascineerden me niet alleen omdat ze precies in beeld brachten hoe de mensen leefden - hoe het sap van de ahornboom werd afgetapt, hoe gigantisch veel er werd gegeten, hoe een huis werd gebouwd -, maar vooral ook omdat je meegesleept werd met hun gevoel. Dat de spanning tussen het gevestigde gezag en de jeugdige impulsiviteit een verkleinde weergave was van het grondmotief - Gods oordeel en bestuur over de mensheid -, drong niet tot me door, maar de spanning tussen de nietige maar slimme mens en de oerkracht van de natuur wel.
Die spanning bestaat natuurlijk al sinds mensenheugenis en is vaak beschreven. Een klassieker over dit onderwerp is Simon Schama's cultuurgeschiedenis The Embarrassment of Riches (1987, vertaald als Overvloed en onbehagen, 1988). Schama ziet de welvaart in de Nederlandse Gouden Eeuw als bron van spanning en basis voor het karakter van de Nederlanders: ze moesten hun rijkdom verzoenen met de christelijke moraal van soberheid en zuiverheid. Hij illustreert zijn stelling met details uit de levenswijze van de Nederlanders, zoals de schoonmaaktucht, het gebed voor de maaltijd en de investering van kapitaal. Zo wordt de Nederlandse mentaliteit het resultaat van een voortdurende strijd tussen goed en kwaad.
Schama probeert toegang te vinden tot de belevingswereld van de zeventiende-eeuwers. Zijn boek veroorzaakte een fel debat over de vraag of zo'n contact mogelijk is. Kun je bij het gevoel van je voorouders komen, onder hun huid kruipen? Ja, betoogde de historicus Frank Ankersmit onlangs in De sublieme historische ervaring. Hij gaat nog verder dan Schama, door het gevoel dat het verleden bij iemand los kan maken als uitgangspunt voor de geschiedschrijving te nemen. Een tekst kan zo'n direct contact met het verleden oproepen dat de lezer plotseling beseft hoe dat was. Deze stelling is alvast voor Het kleine huis aan de rivier interessant, bijvoorbeeld in de scène waarin Laura probeert een op hol geslagen os te stoppen:
Piet sprong precies bovenop het huis in de grond. Laura zag zijn achterpoot omlaag gaan, omlaag door het dak. Ze zag hoe hij erop ging zitten. De zware os zou bovenop Ma en Carrie vallen en het was Laura's schuld, omdat ze hem niet tegengehouden had.
Onder de grond leven is onder de huid kruipen.