Column
Modern versus postmodern
André Klukhuhn
In mijn academisch vormende cursus Liever de gifbeker besteed ik enige aandacht aan de cultuurfilosofische discussie die in onze eigen tijd plaatsvindt en die bekend staat als de controverse tussen de modernen en de postmodernen. Veel van mijn studenten vinden dit een moeilijk onderwerp, omdat de begrippen die worden gehanteerd zo vaag zijn, per wetenschappelijke, artistieke of filosofische discipline verschillen en daarom lastig zijn te hanteren. Ik eis zelfs dat er een column over dat onderwerp geschreven wordt en dit gebeurt dan na het nodige uitstel met veel gezucht en gesteun, en de klacht die daarbij algemeen wordt geuit is dat ze zich er zo weinig bij kunnen voorstellen. Nu ga ik me hier zeker niet inspannen om helderheid in de postmoderne warboel te scheppen, zo dat al mogelijk is, maar ik wil de problematiek waar het om gaat wel voelbaar maken en proberen te verduidelijken aan de hand van een heel concreet voorbeeld. Het enige dat ik daarover vooraf even kwijt wil is dat ‘modern’, naast heel veel andere dingen, te maken heeft met eenduidigheid en uniformiteit, terwijl ‘postmodern’ wordt gekenmerkt door pluriformiteit en meerduidigheid. Een wetenschapsfilosoof als Karl Popper, die een volkomen eenduidige wetenschappelijke methode propageert, kan daarom ‘modern’ worden genoemd, terwijl de pluralistische methode die zijn vakgenoot en leerling Paul Feyerabend voorstaat, als ‘postmodern’ te boek staat.
Nu dan het concrete voorbeeld. Toen ik nog studeerde - we hebben het nu over de jaren zestig van de vorige eeuw - spraken mijn medestudenten en ik onze docenten aan met u en mevrouw of mijnheer, en als het een hoogleraar betrof zelfs met professor. Schreven we een brief dan was het van weledelgeleerd tot weledelzeergeleerd aan toe. Later, rond 1970, toen ik zelf begon te doceren, waren de tijden inmiddels grondig veranderd. Studenten spraken me consequent aan met jij en jou en noemden me André en dat schreven ze ook in hun brieven. Beide manieren van aan-