Rectificatie
Tot onze spijt zijn in het artikel ‘Een soap uit de negentiende eeuw’ van Marjolein van Tooren (Vooys 3/4 - jaargang 20) alle eindnoten weggevallen. Ter aanvulling publiceren wij daarom hier alsnog de belangrijkste informatie uit deze noten.
Zola stak de draak met de eindeloze feuilletons van schrijvers als Ponson du Terrail, Eugène Sue en Aurélien Scholl. Een mooi voorbeeld daarvan is het korte verhaal ‘Les Disparitions mystérieuses’ dat hij publiceerde in 1867, dus tijdens het verschijnen van Les Mystères de Marseille. In dit verhaal schetst hij een ironisch getint portret van lezers en schrijvers van feuilletons. Toch had hij ook bewondering voor de structurerende mechanismen die Ponson du Terrail in zijn teksten hanteerde en was hij vol lof voor de verbeeldingskracht van Eugène Sue. Met de titel van zijn eigen feuilleton verwijst Zola dan ook naar Les Mystères de Paris van laatstgenoemde auteur.
Zola schreef zijn feuilleton op verzoek van de hoofdredacteur van Le Messager de Provence, die een sensatieverhaal wilde. Les Mystères de Marseille trok inderdaad de aandacht: uit de correspondentie tussen Arnaux en Zola blijkt dat de lezers het feuilleton als een sleutelroman zagen en trachtten te achterhalen wie de hoofdpersonen in werkelijkheid waren. In 1868 hernam L'Evénement illustré het feuilleton, onder de titel La Familie Cayol, en in 1873 verscheen het in Le Corsaire als Un duel social.
De afleveringen van Les Mystères de Marseille verschenen niet dagelijks: tussen de hoofdstukken van het eerste deel zaten gemiddeld vier dagen, tussen die van het tweede deel gemiddeld vijf en tussen die van het laatste deel gemiddeld zes. Dit maakt het onderwerp van het artikel, de overgangen tussen de hoofdstukken, extra belangrijk.
Tot slot zij nog vermeld dat de Nederlandse vertaling van de romanfragmenten, behoudens enkele correcties en aanvullingen van de hand van Marjolein van Tooren, is ontleend aan de vertaling van Rita Buenting uit 1993.