De ruimte
Frits van Oostrom
Het schijnt dat marketingonderzoek strijk en zet uitwijst dat studenten in hoofdzaak voor Utrecht kiezen om drie redenen: de stad, de stad en de stad. En dat terwijl het overgrote deel der Utrechtse studies niet eens in die stad is gehuisvest. Misschien illustratief voor de beperkte plaats die het studeren zelf in het tegenwoordige studentenleven inneemt? In Utrecht zitten alleen letteren en Rechten in de binnenstad, even eerbiedwaardige als goedkope faculteiten. Hun gebouwen passen prachtig in het stadsbeeld, dragen het zelfs, en men kan zich afvragen of de universiteit niet een (subsidiabele?) cultuurdaad van de eerste orde pleegt door ze te blijven gebruiken. Wie zou er anders in willen, nu zelfs notariskantoren vanwege de parkeerproblemen liever naar een nieuwbouwput vertrekken?
Het warme binnenstadsgevoel dat deze universitaire ruimtes genereren, is overigens vooral een gevelaanzicht. Want van binnen wordt er weinig warmte opgewekt, al helemaal niet in de zalen waar het onderwijs moet plaatsvinden. Daar is het meestal verveloosheid die de toon zet, met zielloze carrés van kleurloos meubilair. Ook hangt er doorgaans niets aan de wand, want wie zou dat bepalen en betalen? Op middelbare scholen proberen leraren nog een zekere sfeer aan hun eigen lokalen te geven. Maar universitaire zaaltjes zijn van niemand. Louter een doorgangshuis voor Jan en allevakman; cognitieve afwerkplekken. En zelfs als zodanig nog vrij ondoelmatig: probeer er eens een laptop met een beamer aan te sluiten, een video of een cd te draaien of het licht te dempen voor projectie. En wat er zou gebeuren als er brand zou ontstaan, moeten we ons sinds Volendam maar niet - of juist wel? - afvragen.
Wat dat betreft staat het er op de Uithof, het universitaire industrieterrein, veel beter voor. Volop bekabeling en de technische faciliteiten nodigen ertoe uit om elk college als een multimediale roadshow op te zetten. Maar ook de schaduwzijde is gespiegeld aan de binnenstad. Op de Uithof is de buitenkant de grote treurnis, ondanks miljoenenopdrachten aan de Rem Koolhazen van deze wereld. Het College van Bestuur weet ons trots te vertellen dat er bussen vol Japanners naar de Uithof komen om de architectuur te fotograferen - maar beter had men kunnen investeren in het weren van de stadsbussen die om de minuut dwars door de Uithof razen. Zou er een andere beoogde campus op de wereld zijn waar voetgangers hun oversteek moeten bekopen met angst voor lijfsbehoud? En dan de namen van die anonieme reuzen: het Minnaertgebouw, het Kruytgebouw, het Van Unnikgebouw en het Marinus Ruppertgebouw. Het zullen stuk voor stuk in Utrecht eminente mannen in hun vakgebied geweest zijn, en het is leuk voor opvolgers