Heen en weer
Frits van Oostrom
Voor avonturier ben ik bepaald niet in de wieg gelegd. Of zou het hart van Steven Spielberg overslaan bij de navolgende levensloop? 1953: geboren te Utrecht. 1959-1971: lagere en middelbare school te Leiden. 1972-1981: universitaire studie en promotie te Utrecht. 1982-2001: hoogleraar te Leiden. 2002-: hoogleraar te Utrecht. Veertig jaar heen en weer met de veerpont van het onderwijs.
En dat terwijl mijn vroegste jeugdherinnering qua drama nog heel wat belooft. Utrecht, Lijnmarkt 43, een heel hoog stadshuis, met onderin het winkelpand (in etalagematerialen) van mijn grootvader; daarboven het grootouderlijk woonhuis, met inwoning - wie zegt het woord woningnood nog iets? - van het jonge gezin van hun tweede zoon Jules, mijn vader. Het is een zomerdag in 1956, en er is een grote oploop voor het pand. Niet van kopers, maar van kijkers. Naar het kleine Fritsje, dat uit het dakraam van zijn kamertje geklommen is en vijftien meter hoog in de dakgoot zit. Kijkend naar de Dom en naar de wolken, nu eens niet omrand door zolderramen. Domweg gelukkig op de Lijnmarkt. Ik herinner mij vooral de arm van mijn moeder die mij weer naar binnen trok. Of ik straf kreeg? Zal wel niet. Ook later trouwens weinig van gemerkt. Mijn ouders hadden Spock gelezen.
Op naar het onderwijs, in Leiden. Kleuterschool: doorgezeten, en propjes plakken als horreur. Heb ik elke keer nog spijt van als het Sinterklaas wordt, en er een surprise wordt verwacht. De lagere school bij echte bovenmeesters - tot in hun namen toe - Van der Nat en Slegtenhorst, en de schele juffrouw Vreugdenhil. Stuk voor stuk onderwijzers die gemakkelijk naar de universiteit hadden gekund, als ze niet toevallig in dat wat te eenvoudige wiegje waren geboren. Het Nederland vanaf de jaren zestig heeft onnoemelijk veel aan mensen zoals zij te danken: zij hebben gezorgd dat hun pupillen kregen wat henzelf was onthouden, en met kennis macht konden maken.
Niet dat de macht toen aantrok, officieel. De jaren op de middelbare school werden gedomineerd door rode Levi's pakken, met in de beide borstzakjes twee rode boekjes: een vanuit China en de ander over seks. Geen nummer van de schoolkrant was compleet zonder een histories-materialistiese analiese - zo spelden wij, opdat de arbeider het graag zou lezen. Weinig arbeiders gezien overigens, daar op het Leidse Stedelijk Gymnasium (300 leerlingen), wel heel wat dokters- en professorenzoontjes die daar met kunst en vliegwerk en heel veel bijlessen aan de cognitieve beademing lagen. En inderdaad één arbeiderszoon, een vriend bij wie ik nooit ben thuis geweest - zodat niet valt uit te sluiten dat hij in feite een Oegstgeester villakind was dat de uiterste konsekwensie uit zijn linksheid had getrokken en bijlessen platpraten had gevolgd. En dan het mooiste rood van heel de school: het o zo fraai gevulde T-shirt van Feetje Luijendijk (later Fay Lovsky). Goddank zat ik twee klassen hoger, anders had ik dat nooit uit gezien.