Antwoord aan Elisabeth Leijnse
Rob Delvigne en Leo Ross
Wij constateren dat Elisabeth Leijnse op geen enkel punt van kritiek in ons opstel ingaat.
Liever maakt ze ernstige, maar onduidelijke ‘editietechnische’ bezwaren tegen ons proefschrift, waaruit ze toch zo veel heeft overgeschreven.
Nee, ook deze tekst van Elisabeth Leijnse vormt geen aanwinst voor de De Haan-literatuur.
Op één onderdeel heeft Leijnse gelijk: wij wekten de indruk dat wij veronderstellingen over het privéleven van De Haan principieel afwijzen. Dat doen wij niet. Daarover hebben wij elders geen twijfel laten bestaan, zie bijvoorbeeld een recente bijdrage aan Biografie Bulletin: ‘Meester De Haan gaat nooit verloren’ (2000/2). Maar als iemand dan met een melig damesfantasietje over friemelen en in-de-bil-knijpen op de proppen komt, dan is dat wel teleurstellend.
De bijzin ‘die evenveel als wij weet’ enzovoort was op die plek misplaatst. Hij zal in ons binnenkort te verwachten nieuwe De Haan-boek geschrapt zijn.