Vooys. Jaargang 17
(1999)– [tijdschrift] Vooys– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 65]
| |||||||||||||||||||||||||||
Werken om niet dom te blijven
| |||||||||||||||||||||||||||
Zal ik ooit iets groots kunnen schrijven?Ik heb het uitgeven van De Dagboeken altijd gezien als het ultieme eerbetoon aan de schrijfster Anne Frank. Als een schrijver het ongeluk heeft gehad jong, of in elk geval plotseling, te overlijden, dan heeft hij geen tijd om de manuscripten te schiften en dat wat hem niet beviel te vernietigen. Alles - rijp en groen - valt in handen van anderen die er dan naar goeddunken over menen te kunnen beschikken. De erven kunnen het werk natuurlijk alsnog weggooien of, als zij beseffen dat het een groot schrijver betreft, het postuum uitgeven, zelfs tégen de wens van de schepper in. Het nagelaten werk van Franz Kafka bij voorbeeld, werd tegen diens wil gepubliceerd in plaats van vernietigd. Want bij de werkelijk groten van de wereldliteratuur is uiteindelijk elk fragment van hun hand van belang, wat dan ook vroeg of laat opgenomen wordt in hun Verzameld Werk. Dit gebeurde zowel met het werk van Hooft, Shelley als van Kafka. Ten dele geldt dit eveneens voor Anne Frank. Zoals bekend werden Anne en haar familie op 4 augustus 1944 na verraad door de Duitsers gearresteerd. Zij hadden toen meer dan twee jaar ondergedoken gezeten in het zogenaamde achterhuis van het pand aan de Prinsengracht 263 te Amsterdam. Door de plotselinge overval van de Sicherheitsdienst heeft Anne uiteraard geen kans gehad haar manuscripten te sorteren. Die kans heeft zij naderhand ook nooit | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 66]
| |||||||||||||||||||||||||||
meer gekregen, omdat zij in maart 1945 in het concentratiekamp Bergen-Belsen stierf. Het mag een wonder heten dat haar dagboeken bewaard gebleven zijn. Dagboeken, in het meervoud, want Anne schreef twee versies van haar dagboek (De Dagboeken, pp. 69-90). Anne begon haar dagboek op haar dertiende verjaardag, 12 juni 1942. Eind 1942 was dat vol. Meer dan een jaar later schreef zij: ‘Vader heeft toch weer een nieuw dagboek voor me opgespoord.’ (De Dagboeken, p. 444) Het is ondenkbaar dat Anne in dat tussenliggende jaar 1943 geen dagboek heeft bijgehouden. Wij moeten ervan uitgaan dat dat deel verloren is gegaan. Er volgt nog een derde dagboek dat loopt tot en met 1 augustus 1944, drie dagen voor haar arrestatie. Deze drie delen vormen tezamen haar eerste versie. Wij hebben dit versie a genoemd. In maart 1944 had de minister van Onderwijs, Kunsten & Wetenschappen van de Nederlandse regering in Londen, G. Bolkestein - de grootvader van Frits - het Nederlandse volk via Radio-Oranje voorgehouden: Geschiedenis kan niet alleen geschreven worden op grond van officieele bescheiden en archiefstukken. Wil het nageslacht ten volle beseffen wat wij als volk in deze jaren hebben doorstaan en zijn te boven gekomen, dan hebben wij juist de eenvoudige stukken nodig - een dagboek, brieven van een arbeider uit Duitschland, een reeks toespraken van een predikant of priester. Eerst als wij er in slagen dit eenvoudige, dagelijksche materiaal in overstelpende hoeveelheid bijeen te brengen, eerst dan zal het tafereel van dezen vrijheidsstrijd geschilderd kunnen worden in volle diepte en glans. (De Dagboeken, p. 69) Om dit mogelijk te maken zou er een ‘nationaal centrum’ - het latere RIOD - worden opgericht. ‘Natuurlijk stormden ze allemaal direct op mijn dagboek af’, schreef Anne Frank een dag later naar aanleiding van deze uitzending. En zij vervolgde: ‘Stel je eens voor hoe interessant het zou zijn als ik een roman van het Achterhuis uit zou geven; aan de titel alleen zouden de mensen denken, dat het een detective-roman was’. (De Dagboeken, p. 594) Een week later schreef zij: Ik moet werken om niet dom te blijven, om vooruitte komen, om journaliste te worden, want dat is wat ik wil! Ik weet dat ik kan schrijven, een paar verhaaltjes zijn goed, m'n Achterhuis-beschrijvingen humoristisch, veel uit m'n dagboek spreekt, maar... of ik werkelijk talent heb dat is nog te bezien. [...] Maar en dat is de grote vraag zal ik ooit iets groots kunnen schrijven? (De Dagboeken, p. 602, p. 604) Nog later vertrouwde zij haar dagboek toe: Je weet allang dat m'n liefste wens is dat ik eenmaal journaliste en later een beroemde schrijfster zal worden. Of ik deze grootheids-(waanzin!) neigingen ooit tot uitvoering zal kunnen brengen dat zal nog moeten blijken, maar onderwerpen heb ik tot nu toe nog wel. Na de oorlog wil ik in ieder geval een boek getiteld ‘Het Achterhuis’ uitgeven, of dat lukt blijft ook nog de vraag, maar m'n dagboek zal daarvoor kunnen dienen. (De Dagboeken, p. 661) Het is uit haar eigen dagboek dus wel duidelijk wat zij wilde. En dan, na ‘heel veel overpeinzingen’, schrijft zij dat zij begonnen is aan Het Achterhuis: ‘In m'n hoofd is het al zover af als dat het af kan, maar in werkelijkheid zal het wel heel wat minder gauw gaan, als het wel ooit afkomt.’ (De Dagboeken, p. 667) Het zou nooit afkomen, maar toen zij op die fatale augustusdag werd gearresteerd, was zij toch al heel ver met haar tweede versie die zij overduidelijk voor publicatie had bestemd. De tweede versie beslaat meer dan 300 dichtbeschreven bladzijden en loopt vanaf haar dertiende verjaardag in 1942 dóór tot in maart 1944. Uit het bovenstaande blijkt dat er dus twee versies van de dagboeken van Anne Frank | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 67]
| |||||||||||||||||||||||||||
bestaan, maar beide zijn incompleet: van de eerste, ongekunstelde versie a ontbreekt het deel 1943; van de tweede, volwassenGa naar eind2. versie b ontbreken de laatste vier maanden. Otto Frank overleefde Auschwitz en keerde naar Amsterdam terug. Daar kreeg hij de manuscripten van zijn dochter in handen. Vanzelfsprekend las hij die, en zo las hij dus ook over Annes verlangen om een boek te publiceren. Hij besloot uiteindelijk te proberen die wens in vervulling te laten gaan. Hij zat met twee incomplete versies die hij evenwel op ongehoord vakkundige wijze tot één smeedde, waarbij hij uiteraard Annes tweede versie als basis nam.Ga naar eind3. Zo ontstond, noodgedwongen, een derde versie, versie c. Otto Frank heeft niets aan de teksten van Anne toegevoegd - laat daarover geen misverstand bestaan. Deze derde versie heeft naderhand als Anne Frank: The Diary of a Young Girl de wereld veroverd. | |||||||||||||||||||||||||||
Aanvallen gepareerdTerug naar de wetenschappelijk uitgave. Op verzoek van het RIOD onderzocht het Gerechtelijk Laboratorium van het ministerie van Justitie handschrift, papier, inkt, enzovoort van de manuscripten. Het Laboratorium concludeerde dat zowel de eerste als de tweede versie zonder twijfel door Anne Frank in de jaren 1942, 1943 en 1944 zijn geschreven. Het volledige rapport omvat meer dan 250 bladzijden. Aan de wetenschappelijke editie is daarom een samenvatting toegevoegd om de geïnteresseerde lezer kennis te laten nemen van de belangrijkste resultaten (De Dagboeken, pp. 121-186). De postume publicatie van Annes dagboek door haar vader was, anders dan bij Kafka, dus zeker niet tegen haar wil. Integendeel zelfs. Maar het was gezien het formaat van de schrijfster Anne Frank niet meer dan logisch dat daar uiteindelijk ook een wetenschappelijke editie naar de handschriften op zou volgen. De Nederlandse wetenschappelijke editie verscheen in 1986 onder de titel De Dagboeken van Anne Frank. Hierin hebben David Barnouw en ik alledrie de versies opgenomen: a, b en c, opdat de lezer kan zien hoe deze zich tot elkaar verhouden. Zo heeft Anne Frank haar Verzameld Werk gekregen dat haar als schrijfster toekomt. Inmiddels is het boek in het Duits, het Engels, Frans en Japans vertaald. Een van de voornaamste redenen om tot een wetenschappelijke publicatie over te gaan, was het feit dat er vanuit vileine kringen aanvallen op de authenticiteit waren gelanceerd. Er verschenen vooral in de jaren zeventig geschriften met als titel Anne Frank Diary - A Hoax?, Anne Frank's Tagebuch - Der Grosse Schwindel. (De Dagboeken, pp. 99-119) Door de wetenschappelijke editie kon deze lieden wellicht de mond worden gesnoerd. En inderdaad, na het verschijnen van die uitgave stond de authenticiteit onomstotelijk vast en verstomden de aantijgingen goeddeels. Het boek heeft aan zijn doel beantwoord. Het was tien jaar lang rustig op dit front, totdat enkele jaren geleden in Londen onrustbarende pamfletten opnieuw opdoken. Het is dus zaak waakzaam te blijven. Volgens mij zou opsporing en voorgeleiding van schrijvers en verspreiders van dergelijke pamfletten ongetwijfeld tot een veroordeling leiden. In Duitsland bijvoorbeeld is de wetenschappelijke editie door de rechter als bewijs van de echtheid van Annes dagboek geaccepteerd en dat heeft geleid tot een proces dat resulteerde in de veroordeling van de aangeklaagde. (In cassatie leidde deze zaak naderhand op formele gronden tot seponering.) | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 68]
| |||||||||||||||||||||||||||
Maar dit terzijde. De vraag die ik hier aan de orde wilde stellen, is of de wetenschappelijke editie ook aan haar derde functie voldoet: is het een volledige documentatie van leven en werk van een groot schrijver? Dat is te betwijfelen, want Anne Frank heeft de wereld niet veroverd als schrijfster, maar als heilige. | |||||||||||||||||||||||||||
Een akelige gedachteHet succes van de door Annes vader gepubliceerde versie van het dagboek kent zijn gelijke niet. Er zijn inmiddels wereldwijd 25 miljoen exemplaren in 55 talen verkocht. Dit blijft verbazen. Waarom heeft het boek zo'n succes? Er zijn meer joodse kinderen die in de Tweede Wereldoorlog een dagboek bijhielden en sommige daarvan zijn ook gepubliceerd: Dawid Rubinowicz, Yitschak Rudashevski, Moshe Flinker, Éva Heyman. Geen van hun dagboeken heeft zo'n impact gehad als dat van Anne, terwijl we uit háár dagboek toch eigenlijk maar weinig leren over de holocaust, de Endlösung, de Shoah of hoe men die rampspoed ook benoemt. We worden niet geconfronteerd met ‘the Nazi horrors at their worst’ (Rosenfeld 1993, p. 89). ‘The eventual encounter with the persecutors and the physical destruction itself are not part of [her] narrative’, aldus recent een aantal Amerikaanse geleerden.Ga naar eind4. Er is echter ook geopperd dat juist dit heeft bijgedragen tot haar succes.Ga naar eind5. Dat is een akelige gedachte, maar verwerpen durf ik haar niet. Juist daarom is op bladzijde 62 van de wetenschappelijke editie een gruwelijke foto afgedrukt van stapels lijken in Bergen-Belsen, van ‘faceless, frozen agony’ (Rosenfeld 1993, p. 86). Ik vond - en vind - dat die afgrijselijke foto opgenomen moest worden omdat die de ware tragedie van Anne Frank boekstaaft. Zij kwam onder erbarmelijke omstandigheden aan haar eind omdat zij joods was. Dit essentiële punt lijkt echter naar de achtergrond te zijn verschoven. Er is ten aanzien van het gigantische succes van Annes dagboek terecht opgemerkt, dat dit vooral te danken is aan het toneelstuk en de film die het Amerikaanse echtpaar Goodrich-Hackett er in de jaren vijftig van maakte. Internationaal gezien is dit zeker het geval, maar men vergeet daarbij dat Annes boek naar Nederlandse maatstaven in het begin helemaal niet slecht verkocht. Na een half jaar was er een tweede druk nodig, een herdruk die ongetwijfeld niemand had verwacht, en daarop volgden nog eens vier drukken tot 1955. Maar het is ongetwijfeld waar dat Broadway en Hollywood Anne Frank tot een ster hebben gemaakt. In het theaterstuk en in de film leren we Anne kennen als een levenslustig, vrolijk meisje; dat is zij vast ook geweest, maar de Anne die ons wordt voorgeschoteld is (grotendeels) ‘ont-joodst’Ga naar eind6. en daarom kan iedere toeschouwer zich met haar identi ficeren.Ga naar eind7. Een zinnetje als ‘Why do Jews suffer?’ werd door Goodrich-Hackett gewijzigd in: ‘Why do people suffer?’. Daarmee wordt voorbijgegaan aan de eigenlijk tragedie van Anne Frank: een levenslustig, vrolijk meisje dat werd vermoord vanwege haar joodse geboorte. Het is moeilijk te verteren dat het succes van haar boek te danken zou zijn aan het feit dat de daadwerkelijke nazi-horror buiten beeld blijft en dat het toneelstuk en de film hun succes op hun beurt te danken hebben aan het feit dat er nauwelijks aandacht is voor de jodin Anne. Want wat kunnen we dan van haar geschiedenis leren? Van wat is Anne Frank dan wél het symbool? Annes dagboek leert ons vrijwel niets over de eigenlijke holocaust: het eindigt aan de poort van de kampen. Het toneelstuk en de film brengen een glamour-actrice voor het voetlicht die niet joods is, dit geldt niet alleen voor de actrice, maar ook voor de rol. Dat Anne Frank voor velen hét symbool van de jodenvervolging is, komt vast omdat de Amerikaanse actrice Millie Perkins haar in de film zo innemend heeft vertolkt. Ik ben geneigd aan deze twee verklaringen voor het succes veel waarde te hechten en dat stemt mij niet vrolijk.Ga naar eind8. Wat blijft er dan over van haar dagboek? Genoeg, namelijk een bijzonder goed geschreven boek.Ga naar eind9. Anne beschrijft het in wezen saaie leven van acht mensen op 55 vierkante meter zonder dat het ook maar één moment verveelt, wat op zichzelf al een prestatie van | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 69]
| |||||||||||||||||||||||||||
formaat is. Deze beschrijvingen geven intermenselijke relaties weer, het gaat over adolescentie, over ontluikende en teleurstellende liefde, meer dan dat het over de holocaust gaat. | |||||||||||||||||||||||||||
Anne Frank is businessAnnes schuiladres wordt jaarlijks door zo'n 800.000 mensen bezocht (Anne Frank Stichting, Verslag over 1998, p. 3). Het zogenaamde Anne Frank Huis blijft daarmee, wat bezoekersaantal betreft, het derde museum van Amsterdam, achter het Rijksmuseum en het Van Gogh Museum. Het Anne Frank Huis, in de woorden van Alvin Rosenfeld, directeur Joodse Studiën aan de Universiteit van Indiana, ‘has emerged over the decades as one of Western Europe's most popular shrines’.Ga naar eind10. Shrine, mausoleum, is dat wel het juiste woord? Natuurlijk, we kunnen spreken over ‘Stratford, the shrine of Shakespeare’, maar ik vraag mij af of Rosenfeld het zo bedoeld heeft. Waar ze ongetwijfeld niet gelukkig zijn geweest met Rosenfelds woordkeuze, is in die shrine, in dat mausoleumGa naar eind11. zelf: Prinsengracht 263, Amsterdam. Daar zetelt de Anne Frank Stichting die zich statutair ten doel heeft gesteld het Anne Frank Huis in stand te houden, ‘zomede het uitdragen van de idealen, aan de wereld nagelaten in het Dagboek van Anne Frank’, aldus artikel 1 van de Statuten. Er is de afgelopen jaren veel over deze Anne Frank Stichting te doen geweest, omdat volgens sommigen deze stichting eerder een uiterst linkse politieke macht vertegenwoordigde dan dat zij Annes idealen uitdroeg. De Stichting waarschuwt haar 800.000 jaarlijkse bezoekers tegen de gevaren van fascisme en racisme, zij heeft een eigen arbeidsbureau voor allochtonen, zij geeft aan de lopende band politiek-correcte lespakketten voor scholen uit en heeft een prachtige, reizende tentoonstelling in de aanbieding die zij intussen aan werkelijk elke wereldstad heeft verkocht. Wat is het beeld van Anne Frank dat de Stichting die haar naam draagt, voor ogen staat? Een voorbeeld. De Anne Frank Stichting wees een verzoek van de Nederlandse Emmy award-winnaar Willy Lindwer af. Deze cineast had namelijk gevraagd om informatie over de laatste zeven maanden van het leven van Anne Frank: de maanden in de concentratiekampen (Lindwer 1992). De Stichting antwoordde evenwel dat dit niet zou passen in het door de Stichting voorgestane beeld van Anne Frank. Daar ziet men Anne het liefst als universeel symbool van een verlangen naar vrijheid dat bovenal hoop moet uitstralen. Anne is volgens de stichting niet per se een historisch slachtoffer van de nazi's. Haar waarde is daarmee teruggebracht tot een symbolische waarde van onschuld en hoop. Willy Lindwer kreeg dan ook geen enkele medewerking van de Anne Frank Stichting (KRO-TV, Reporter, ‘Anne's erfgoed’ 1995). Verbijsterend genoeg overigens, want juist die laatste maanden van Anne Frank - in Auschwitz en in Bergen-Belsen (De Dagboeken, pp. 57-67) - vormen de essentie van haar geschiedenis. Vanzelfsprekend zal geen zinnig mens ontkennen dat het waarschuwen tegen de gevaren van racisme, fascisme en onderdrukking nuttige zaken zijn. Maar het opzettelijk weglaten van het slothoofdstuk van het korte leven van Anne Frank draagt niet bij tot dit nobele streven. Het grenst aan geschiedvervalsing. Naast de Anne Frank Stichting bestaat er het Anne Frank Fonds. Dit Zwitserse fonds moet goed onderscheiden worden van de Amsterdamse stichting: de stichting draagt op haar geheel eigen wijze de idealen van Anne Frank uit; het fonds beheert het copyright.Ga naar eind12. De revenuen van de verkoop van Annes dagboek stromen naar de Zwitserse bankrekening van het fonds dat daarmee goede doelen zegt te onder steunen.Ga naar eind13. Tot voor kort verviel het auteursrecht vijftig jaar na de dood van een auteur (inmiddels uitgebreid tot zeventig jaar). Anne Frank stierf in 1945 en dus zouden de inkomsten van het Anne Frank Fonds ná 1995 wegvallen. Om dit te ondervangen besloot het fonds een nieuwe, herziene versie op de markt te brengen, de zogenaamde d-versie. De Duitse vertaalster Mirjam Pressler nam de oorspronkelijke boekuitgave, de al genoemde versie c, tot leidraad en plukte uit de | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 70]
| |||||||||||||||||||||||||||
wetenschappelijke editie nog eens dertig procent extra. Die dertig procent extra onthullen, volgens het persbericht van de Engelse uitgever Viking van februari 1997, [...] a new depth to Anne's dreams, irritations, hardships and passlons. [...] The new edition will reveal what Otto Frank, Anne's father edited out of the first edition - her curiosity about sex, and some sharp-eyed portraits of her fellow prisoners. Anne emerges more human, more vulnerable and more vital than ever - first and foremost a teenage girl rather than a flawless symbol. De eerste boekuitgave heet nu in de terminologie van het Anne Frank Fonds de ‘editie-Otto Frank’, copyright 1947, de nieuwste heet de ‘editie-Otto Frank/Mirjam Pressler’, copyright 1991. Op deze wijze zijn de inkomsten van het Anne Frank Fonds tot ver in de volgende eeuw verzekerd.Ga naar eind14. Deze zogenaamde d-versie is inmiddels in het Duits, het Nederlands, het Frans en het Engels beschikbaar. De Duitse uitgever Fischer geeft het Anne Frank Tagebuch de ondertitel ‘Einzig autorisierte Fassung’ mee. Men vraagt zich natuurlijk af door wie die d-versie dan wel geautoriseerd is. Uiteraard niet door Anne, hooguit door het Anne Frank Fonds. De Amerikaanse uitgever Doubleday presteert het zelfs om het ‘de definitieve editie’ te noemen (Anne Frank, The Diary of a Young Girl: the definitive edition), wat natuurlijk onzin is, want dat is de wetenschappelijke editie. Ook de Engelse krant The Times zag wel brood in die nieuwe versie en publiceerde haar begin dit jaar als feuilleton onder de kop: ‘Anne Frank uncensored. First stirrings of love revealed in the suppressed parts of the diary’. (The Times, January 13, 1997) Ik benadruk het nog maar eens: in de wetenschappelijke editie is niets ‘suppressed’, gecensureerd of weggelaten, en er is dan ook niets nieuws te bekennen, behalve het besef dat Anne Frank tot een industrie is verworden. Op de vraag of Anne Frank ‘business’ was, antwoordde de Amerikaanse theateragent Flora Roberts zonder gêne: ‘Yes, Anne Frank is business.’ Het viel me nog mee dat ze niet zei: ‘Big business’, want zij onderhandelde over de rechten met sterren als Steven Spielberg en Barbara Streisand (KRO, ‘Anne's erfgoed’ 1995). | |||||||||||||||||||||||||||
Groot schrijfster én gedeponeerd handelsmerkDe Amerikaanse emerita-hoogleraar literatuurwetenschap Laureen Nussbaum wil Annes eigen tweede versie (versie b) apart op de markt brengen, omdat dat recht zou doen aan de bedoelingen van Anne (Nussbaum 1995). Dat moge zo zijn, maar zoals ik al zei, heeft Anne die tweede tekst niet kunnen voltooien vanwege haar arrestatie; het stuk dat zij wél af heeft kunnen ronden is al integraal beschikbaar in de wetenschappelijke editie. Ik vind Nussbaums pleidooi verder ook niet ongevaarlijk, want de tekstgeschiedenis van Annes dagboek is op zich al betrekkelijk complex, en ik vrees dat wanneer daar nu wéér een nieuwe loot aan wordt toegevoegd dit ammunitie aan kwaadwillenden zal verschaffen. Mijn eigen optreden als getuige-deskundige inzake de authenticiteit van Annes dagboek voor het Landgericht Hamburg in 1989 heeft mij wel geleerd dat deze lieden alleen door de rechter te ‘belehren’ zijn. Wel heeft Nussbaum er terecht op gewezen dat Anne haar eerste versie met enorm veel vakmanschap heeft herschreven (Nussbaum 1994). Tot diezelfde conclusie kwam in 1996 Rachel Feldhay Brenner van de Universiteit van Wisconsin in een bijzonder boeiend artikel in Modern Judaism. Zij vindt het dagboek ‘a work of art’ (Brenner 1996, p. 109). Norma Rosen in Writing as a Woman and a Jew in America beweert ten slotte: ‘Anne's two versions offer proof where no further proof was needed: she was a real writer, absorbed in the task of translating her world into words.’ (Rosen 1992, p. 84) Nussbaum, Brenner en Rosen konden tot hun conclusies geraken op grond van de wetenschappelijke editie. Jaren vóór die uitgave was de dichter en schrijver John Berryman ‘amazed that the artistic and ethical qualities of the text had been virtually ignored’ en hij | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 71]
| |||||||||||||||||||||||||||
vroeg zich af ‘whether Anne Frank has had any serious readers’ (Berryman 1976, p. 92). Die vraag kan nu gelukkig bevestigend worden beantwoord en het stemt tot grote tevredenheid dat de wetenschappelijke editie dan eindelijk toch ook de door mij geformuleerde derde functie begint te vervullen: het ontsluiten van bronnenmateriaal van een groot schrijfster die onmiskenbaar deel uitmaakt van de wereldliteratuur. (Anne Frank is inmiddels ook al onderwerp geworden van vrouwenstudies en is door het wetenschappelijk feminisme omarmd.)Ga naar eind15. Anne Frank is voortijdig aan haar eind gekomen en dat lot deelt zij met andere grote schrijvers. Ik noemde er aan het begin al enkele, zij het dat haar lot vele malen gruwelijker is geweest. Ik was en blijf van mening dat de Staat der Nederlanden met de publicatie van de wetenschappelijke editie recht heeft gedaan aan de schrijfster Anne Frank. Dat de naam ‘Anne Frank’ intussen een gedeponeerd handelsmerk is geworden, net als ‘Coca Cola’, ‘IBM’ of ‘Michael Jackson’, doet daar niets aan af. Gerrold van der Stroom was jarenlang verbonden aan het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, waar hij onder meer co-editeur was van De Dagboeken van Anne Frank. | |||||||||||||||||||||||||||
Literatuur
|
|