het verhaal zien als een variant van Wagners Nibelungen-saga (waar tenslotte ook een ring in voorkomt) tot interpretaties die van Tolkien een ‘geëngageerd’ schrijver maken en het boek beschouwen als metafoor voor het gevecht tegen de nazi's. Er is echter maar weinig aandacht geweest voor de in het werk aanwezige thematiek, een thematiek die zich niet beperkt tot In de ban van de ring alleen, maar die ook in de andere boeken van Tolkien die over ‘Middenaarde’ gaan een centrale plaats inneemt. Middenaarde is namelijk meer dan een ‘op zichzelf staande’ fantasiewereld; deze wereld kent een geheel eigen geschiedenis, die begint in De Silmarillion en eindigt met In de ban van de ring. Deze geschiedenis wordt gedomineerd door één steeds weerkerend motief: de keuze tussen het Goede en het Kwade.
Nu is deze keuze in vrijwel elk fantasy-verhaal een zeer gebruikelijke, maar zelden wordt deze zo uitgewerkt als bij Tolkien. Het Goede en het Kwade, en de positie die iemand ten opzichte van deze twee begrippen inneemt, worden meestal vanzelfsprekend geacht, zodat de held kan beginnen met het ‘echte’ werk: de queeste. Bij Tolkien is er echter sprake van méér dan alleen een simpel kiezen tussen goed en kwaad. Aan zijn verhalen ligt een filosofie over het wezen van goed en kwaad, én over het ontstaan van het Kwade ten grondslag. Deze begrippen zijn namelijk, in tegenstelling tot de voorstelling van zaken in veel andere fantasy-verhalen, niet eenvoudig te definiëren, omdat zij te zeer met elkaar vervlochten zijn: het Kwade was namelijk niet altijd kwaad en het Goede kan ook ten kwade gekeerd worden. Slechtheid van nature bestaat niet bij Tolkien; zelfs Melkor en Sauron, de kwade genieën uit respectievelijk De Silmarillion en In de ban van de ring, zijn in den beginne niet slecht van aard. Zij ‘ont-aarden’ door hun verlangen tot overheersing van andere wezens. Het Kwade vervalt tot het kwaad door hoogmoedigheid, arrogantie, machtswellust, kortom, door een volledige concentratie op datgene dat goed is voor het ik. Het Goede daarentegen richt zich meer op de ander dan op zichzelf. Het Goede kent dan ook géén neiging tot dominantie en laat eenieder in zijn waarde.
Deze nuancering van begrippen heeft tot gevolg dat het motief van de keuze tussen goed en kwaad in Tolkiens verhalen op de voorgrond komt te staan. Het is een keuze tussen egoïsme en het ‘groter goed’, waarbij de eigen verlangens opgeofferd moeten worden. Ieder wezen wordt hier uiteindelijk mee geconfronteerd. Het Goede doet, in tegenstelling tot het Kwade, geen enkele poging deze keuze te beïnvloeden, onthoudt zich zelfs van raadgevingen, ook als daar expliciet om wordt gevraagd. Voor de goede wezens staat het vrij om te bepalen aan wiens kant men staat. Het attribuut bij uitstek van de goede wezens van Middenaarde is dan ook hun geloof in de vrije wil. Het Kwade daarentegen grijpt alle mogelijke middelen aan om de ander met dwang of verleiding aan haar zijde te krijgen. Vooral die verleiding vormt een belangrijk wapen. Elke keuze die wordt ingegeven door egoïsme of hoogmoed, leidt onherroepelijk tot de ‘val’. Wie valt, komt terecht in de klauwen van het Kwade (dat wil zeggen in de klauwen van Melkor of Sauron), verliest daarmee zijn individualiteit en wordt een willoze slaaf, beroofd van zijn of haar eigen verlangens. Vandaar dat Melkor en Sauron constant pogingen doen het egoïsme en machtsdromen aan te wakkeren, zij winnen daar immers (letterlijk) zieltjes mee.
De verleiding krijgt onder meer gestalte in de vorm van begerenswaardige juwelen; de silmarillen uit de gelijknamige De Silmarillion en de ‘Ring van macht’ uit In de ban van de ring. De juwelen roepen in personages allerlei slechte verlangens op: machtswellust, egoïsme, vele vormen van hebberigheid. Slechts wie goed van hart is, wie oog heeft voor anderen en geen behoefte tot overheersing voelt, kan de verleiding weerstaan. Deze objecten en de verleiding die zij vertegenwoordigen, vormen de spil van de verhalen. In De Silmarillion blijft de thematiek van de keuze impliciet: de silmarillen roepen namelijk nog geen duidelijk omschreven machtshonger op, maar ‘slechts’ hebzucht. De silmarillen ontketenen geen verlangen tot overheersing, maar enkel een wil tot hebben ten koste van alles. Daarentegen is het belangrijkste thema van In de ban