deze ontwikkeling zich verder heeft doorgezet.
In 1984 zien we dat Orwell de techniek als grootste wapen voor de staatsonderdrukking van de bevolking zag. De geschiedenis kon herschreven worden met behulp van primitieve computers, op grote, overal aanwezige schermen verschijnen de boodschappen van Big Brother en in elk huis zijn camera's aanwezig om het doen en laten van de onderdanen te controleren. Door de techniek weet de staat alles van iedereen en die kennis is dan ook het grootste machtsmiddel voor de totalitaire controle van Big Brother.
Orwells klassieke sciencefiction-verhaal is niet alleen een typisch voorbeeld van een dystopia, een negatieve utopia, waarin staat en techniek onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en waarin de één de ander gebruikt om zijn doel te bereiken. Het is bovendien één van de grootste inspiratiebronnen geweest voor vele toekomstvisies die alle de negativiteit van Orwell als enige uitgangspunt zagen. Orwell was dan ook een gedesillusioneerde aanhanger van het communisme en een fel tegenstander van het fascisme. De slechte ervaringen die hij met deze twee politieke systemen had, verwoordde hij rond 1948 in zijn waarschuwende boek.
Door te veel in een visie zoals die van Orwell te blijven hangen lijkt sciencefiction zijn aandacht bijna altijd op het verleden te vestigen, terwijl het toch een vooruitstrevend genre wil zijn. De verbeeldingen die sciencefictionfilms uitdragen lijken allemaal de waarschuwingen uit het verleden te herhalen. De term dystopia lijkt op bijna alle belangrijke sciencefiction-films van toepassing te zijn.
Wat deze sciencefiction-films doen, is ons een speculatieve verbeelding van een toekomst laten zien op basis van negatieve gebeurtenissen uit de geschiedenis. Orwell speculeerde met 1984 nog op een toekomst waarin de meest negatieve staatsvormen in zijn tijd, namelijk communisme en fascisme, zouden heersen met alle destructieve gevolgen van dien. Ook speculeerde hij op eventuele technische vooruitgangen waarmee dit systeem zijn onderdanen zou kunnen onderdrukken.
Als we naar recente voorbeelden kijken, dan zien we dat er vanaf de jaren vijftig het begin van de erkenning van het genre door de critici tot nu nauwelijks vooruitgang geboekt in de verbeeldingen van onze toekomst. Een recente film als Starship Troopers (Paul Verhoeven, 1998) is daar een goed voorbeeld van. In deze bloederige satire ontdekken we de wereld van Orwell waarin het alom aanwezige gezicht van Big Brother vervangen is door een bijna hysterisch aanwezige media die de boodschap van de staat verkondigt. In de maatschappij van Starship Troopers is er geen sprake van een directe dwang om zich te onderwerpen aan de staat, maar lijkt het een vrije keuze te zijn. Toch is het vervullen van een dienstplicht in bijvoorbeeld het leger wel noodzakelijk om enkele rechten mee te verwerven, zoals het hebben van een kind. Een deel worden van het staatsapparaat is volgens de aanhangers moreel correct en tevens de enige manier om uitzicht op een toekomst te hebben. De onderdrukking van de mensen in dit systeem is mogelijk omdat ze een gezamenlijke, niet-menselijke vijand bestrijden in de vorm van een buitenaards insectenras.
Ook de staat in 1984 kende deze methode. De door Orwell gecreëerde wereld bevindt zich in een constante staat van oorlog tegen een bijna willekeurige vijand, waarmee door angst en haat voor die vijand de ogen van de onderdanen niet op hun eigen onderdrukking worden gericht. Ook de controle over de voortplanting, die alleen mogelijk is als onderdeel van en dus met toestemming van de staat, is een element dat Orwell al gebruikte om totalitaire onderdrukking te bekritiseren.
De Terminator films (James Cameron, 1984 en 1991) schetsen een toekomstbeeld waarin de mens bijna ten onder gaat aan de technische vooruitgang. Het Cyberdyne systeem, een computer die alle systemen van defensie onder zijn bevel heeft, begint zelf beslissingen te nemen en besluit de mensheid uit te roeien. Doordat alle beslissingen aan het computersysteem worden toevertrouwd en deze zoveel controle over verschillende aspecten van de samenleving krijgt, is Cyberdyne ook nog een symbolische representatie van de staat geworden. De dreiging van de oprukkende techniek neemt hier de vorm van een dictatoriale staat aan. Techniek en staat gaan hand in hand net als in 1984 waarin de dreigende staatsvorm zijn onderdrukking door middel van alom aanwezige techniek uitvoerde. Weer zien we de visie van Orwell terugkeren.
Deze recente voorbeelden laten zien dat dezelfde gevaren die Orwell vijftig jaar geleden beschreef nog steeds de basis vormen van sciencefiction in de jaren negentig. Hoe de tijden ook veranderen, de SF-makers van nu lijken nog steeds de visie van Orwell