Duo
Decimo
Een door en door verdorven schepseltje
Als mijn leven weer eens in elkaar stort, als mijn inspanningen van de afgelopen maanden tevergeefs blijken te zijn door een onverhoedse tegenslag, dan geef ik mij over aan schaamteloos zelfmedelijden. Dan ga ik uit, verlies mijzelf ergens op de dansvloer tussen de deinende dampende massa, het dreunend ritme en het geweld van de stroboscoop; ik drink en rook, en als ik de volgende dag ziek wakker word, is alles weer goed en ga ik er met frisse moed weer tegenaan. Psycho-analisten noemen mijn gedrag een opwelling van doodsinstincten: een poging mijn moeilijke leven te ontvluchten door mijzelf te vernietigen.
Als het leven tegen mij is, realiseer ik mij echter dat niet alles mijn eigen schuld is. Het leven, de mensheid of de maatschappij, moet ook gestraft worden voor de tegenslagen die zij mij bezorgen. Nu heb ik een sterk ontwikkeld superego - om bij de psychoanalyse te blijven -, en deze wraakgevoelens blijven maar gevoelens. Toch kan ik hier niet geheel in berusten. Daarom zoek ik een boek waarin ik kan lezen hoe iemand in mijn plaats in opstand komt tegen de dwingelandij van wereld en maatschappij. Iemand die genadeloos om zich heen slaat, de bestaande conventies aan zijn of haar laars lapt en wraak neemt voor alle onrecht die het individu - mij - wordt aangedaan. Kortom, ik zoek een slecht mens met wie ik mij kan identificeren.
Deze speurtocht loopt bijna altijd fout af. Literaire romanhelden munten zelden uit in daadkracht waar het slechtheid betreft. En als zij toch tot de door mij zo begeerde verwerpelijke acties komen, zorgt de auteur voor een uitgekiend psychologisch voorspel waardoor ik de slechte daad niet meer als door en door slecht kan zien. Ik heb geen behoefte aan iemand die ontspoort omdat hij op vroege leeftijd zijn ouders heeft verloren, en daarom amoreel omgaat met zijn medemensen. Het lijkt erop dat zo iemand geen vrije wil heeft, maar niet meer is dan een slaaf van zijn eigen verleden. Ik zoek iemand met een vrije wil, iemand die gewoon uit slechtheid handelt.
Nu ligt het boze als motief buiten de gevestigde literatuur tegenwoordig voor het oprapen in genres als horror, thriller en pornografie. Maar ook hier word ik teleurgesteld. In de eerste plaats lukt het de slechteriken niet zich los te maken van clichés. Uit machtlust of geldzucht wordt het overbekende arsenaal van moord en doodslag uit de kast getrokken. In de tweede plaats staat de platheid van slachtoffers en daders identificatie vaak in de weg. In de derde plaats is het hier meestal van het begin af aan duidelijk dat ‘de goeden’ gaan winnen. En daar zit ik niet op te wachten.
Gelukkig lees ik soms - heel soms - een boek waarin kwaadaardigheid wel tot haar recht komt. Zoals in De Drie Musketiers van Alexandre Dumas. De heldin van De Drie Musketiers is Milady, een verleidelijke jonge vrouw in dienst van Richelieu, de kardinaal die het Franse koninkrijk in de eerste helft van de zeventiende eeuw in zijn macht heeft. Hij geeft haar de opdracht om zijn Engelse vijand, de hertog van Buckingham te vermoorden. Milady reist met een schip naar Engeland maar loopt daar in de val.
De kapitein van het schip draagt Milady over aan een onbewogen officier. In het nachtelijk duister voert hij haar in een koets de stad in, omdat het in oorlogstijd de gewoonte is dat vreemdelingen in een speciaal verblijf worden ondergebracht, zegt hij. ‘Maar we zijn de stad al lang uit!’ roept zij en ze probeert het portier open te maken, wat de officier echter verhindert. Na verloop van tijd ratelt er een ophaalbrug achter hen omhoog. Ze wordt achtergelaten in de kerker van een kasteel en probeert te begrijpen wat er gebeurd is.
De vier musketiers - Athos, Porthos, Aramis en D'Artagnan - hadden het plan van de kardinaal