anders of in deze roman werden mijn twee gescheiden werelden met een op hol geslagen staafmixer door elkaar geklopt.
Mijn collega had het boek naar aanleiding van een recensie in het dagblad Trouw gekocht. Hij prees het aan, omdat Janssen in deze thriller het nuttige met het aangename had weten te verenigen. Er werd niet alleen een spannende geschiedenis verteld, maar de lezer werd terloops in eenvoudige bewoordingen veel duidelijk gemaakt over Europa's monetaire geschiedenis. Een paar weken later besprak R. Ferdinandusse De struisvogel-code in de Republiek der Letteren. Hij noemde het boek een spannende reportage over de duistere krachten van de financiële wereld, maar vond het als thriller mislukt. Toen mijn collega weer een paar dagen later vroeg of ik het eindelijk gelezen had (‘Jij leest toch zo veel’), ging ik overstag, en begon met grote tegenzin in mijn vrije tijd aan een roman over euro's, financiën en politiek.
Mijn vermoedens en vooroordelen werden bewaarheid. De struisvogel-code is een eerstejaars hoorcollege economie. Elke handeling wordt aangegrepen of beter: is bedacht om de leergierige lezer wat over de monetaire unie of de Europese geschiedenis bij te brengen. Een voorbeeld. Als hoofdpersoon Gilles Kempers, een global strategist van de Bicker & Six Bank in Amsterdam, voor het populaire televisieprogramma Panorama wordt geïnterviewd, wonen we de voorbespreking bij. Carla, de redactiesecretaresse van het programma, heeft niet doorgeleerd. Dat komt goed uit, want nu kan Gilles pagina's lang uitweiden over zijn favoriete onderwerp: de geschiedenis van de Europese eenwording. ‘Hij begon zijn uitleg bij het gemeenschappelijke plan van Helmut Schmidt, de Duitse bondskanselier, en Valéry Giscard d'Éstaing, de Franse president, voor het Europese Monetaire Stelsel (EMS) dat in 1979 van start ging met de munten van West-Duitsland, Frankrijk, de Benelux, Denemarken, Ierland en Italië.’ EEG, EMU, EMI; Carla van de redactie slikt het voor zoete koek. En als ze later ook nog intelligente vragen gaat stellen, weet Gilles niet meer van ophouden.
Het blijft in De struisvogel-code niet bij deze ene langdradige voorbespreking. Ook het televisiedebat zelf wordt bijna integraal weergegeven. Carla werkt ook nog mee aan een radioprogramma, waarvoor ze Gilles meermalen weet te strikken, bijvoorbeeld voor een bijles forward foreign exchange contract. We krijgen een aflevering van Newsnight voor de kiezen over de waarde van de Franse frank. Het nieuwe vriendinnetje van Gilles, Arlette (nee, niet Carla), van De Nederlandse Bank, bezoekt op een gegeven moment een kantoor voor electronische beveiligingssystemen en laat zich daar door de directeur uitvoerig voorlichten. Als Gilles op zijn vrije zaterdag over de Albert Cuypmarkt slentert, zijn we getuige van zijn mijmeringen over de teloorgang van de gulden. En in de uren dat Globy Gilles en Arlette op een telefoontje wachten, begint hij aan een volgende versie van de Europese eenwording. Maar niet alleen Gilles, ook de verteller heeft een schoolmeesterachtige instelling. Zo lezen we: ‘Short gaan betekende iets op termijn verkopen in de verwachting dat de koers zou gaan dalen.’ Dat staat ook in de begrippenlijst.
Op den duur wordt het strontvervelend. Het plot - niet onbelangrijk in een thriller - is namelijk onder de berg uitgewerkte college-aantekeningen van Janssen bedolven. Gilles en Arlette gaan op zoek naar de dader van een moordaanslag op Terry Hartmann, de directeur van financiële systemen van de ECB. Hij was op het spoor van een mogelijke speculatieve aanval op de monetaire unie en wilde de centrale bankiers hiervoor waarschuwen. Dit verhaaltje is te dun. Bovendien is al direct duidelijk wie de slechterik is, en dat is geen compliment voor ‘een thriller van formaat’. Ook de karakters van Gilles en Arlette worden niet uitgewerkt. Het zijn twee mooie, oppervlakkige, hard werkende yuppen. Van die figuren die je na het sluiten van de beurs in de Nes in Amsterdam bier ziet drinken tijdens het brallen. Hun leven draait om een ding: de wis-