recencies
MillenniuM: pretenties gewogen
MillenniuM, gevarieerd driemaandelijks tijdschrift van de Kunstgroep Lage Landen, jaargang 1, nummer 1. f 12,50 los/f 50,- per jaargang. Kunstgroep Lage Landen, Postbus 10293, 1001 EG Amsterdam.
Wij zijn op dit moment allemaal getuige van het tweede fin de millénaire in onze jaartelling. We leven dus in een tijd van terugblikken en heroriëntatie. De Kunstgroep Lage Landen heeft de taak op zich genomen om de balans op te maken van de afgelopen decennia. De heersende normen en waarden worden door de groep gewogen en al dan niet zwaar genoeg bevonden om te worden meegenomen naar het volgende millennium. Als medium om deze hedendaagse verschijnselen aan de kaak te stellen is het tijdschrift MillenniuM in het leven geroepen. In de zomer van 1993 is als voorzichtig voorproefje een ‘nul-nummer’ uitgekomen. Inmiddels is uitgeverij Prometheus de uitgever van het blad en is er een eerste nummer verschenen. De Kunstgroep Lage Landen, waar MillenniuM een produkt van is, wil een tijdsbeeld geven, gezien door de ogen van een nieuwe generatie. Maar fins de siècle gaan voorbij en nieuwe generaties blijven niet nieuw, daarom wil MillenniuM zichzelf in het jaar 2000 weer opheffen.
Het tijdschrift MillenniuM is een van de manieren waarop de Kunstgroep Lage Landen zich in Nederland en België wil manifesteren. De kunstgroep is een beweging van vijftig man en omvat een dichterscollectief, een theatergroep, een filmgroep, een muziekensemble en een beeldendekunstgroep, die behalve in dit tijdschrift ook in de vorm van optredens en exposities van zich zullen laten horen.
De kunstgroep is al omschreven als een specimen van de ‘we-komen-naar-je-toe-generatie’. En hoewel getwijfeld mag worden aan de positieve lading van deze uitspraak, vat zij dit zelf niet op als een belediging. De groep stelt zichzelf ten doel literatuur, journalistiek, beeldende kunst, architectuur, theater en muziek te verenigen in één tijdschrift, op zo'n manier dat de ‘wisselwerking tussen de verschillende kunsten een belangrijke rol speelt’. Een illustratie is in
MillenniuM dus niet zozeer een aanvulling op de tekst, als wel een eigen
interpretatie op het thema van die tekst. De lay-out van het tijdschrift is goed verzorgd; van buiten ziet het er mooi uit met een glanzende kaft in drie-kleurendruk. In het tijdschrift is het papier nergens wit gelaten. Artikelen, verhalen en gedichten zijn doorspekt met strips, tekeningen en foto's. Elk
item wordt bovendien ingeleid door een pictogram. Toch is dit alles eerder correct dan opvallend. Van een kunstenaarsgroep met de hierboven beschreven pretenties had ik toch iets aparters verwacht. Er is in een half millennium boekdrukkunst toch meer bereikt op het gebied van lay-out en
styling dacht ik. Als dìt haar verworvenheden zijn van de 20e eeuw hoeven ze van mij niet per se worden meegenomen naar de 21e.
Het eerste nummer van MillenniuM heeft als thema monarchie. Toch gaan slechts vijf van de achttien items in het tijdschrift over dit onderwerp. Volgens Serge van Duijnhoven is de monarchie een van de anachronistische instituties van onze tijd. In het openingsartikel wil hij de tendens tot herwaardering van de monarchie die hij signaleert in het laatste decennium van de 20e eeuw aan de kaak stellen. Monarchen worden tegenwoordig tot goden verheven lijkt het. Koningen krijgen een eervolle herbegrafenis, keizers worden in brons op hun oude sokkel teruggezet en koning Boudewijn wordt in NRC-handelsblad uitgeroepen tot ‘een moderne Christus’. De revival van koningsdrama's als King Lear en Hamlet in de schouwburgen kan volgens mij ook gezien worden als een teken van de herontdekking van de monarchie en de hierarchische verhoudingen die daarbij horen.
Tegenover deze monarchistische praal zet Van Duijnhoven een portret van de keizer van Ethiopië die in ballingschap in de Verenigde Staten woont. In een lang, niet overal interessant stuk schetst hij de treurige persoon van een vermoeide, incontinente man die keizertje speelt in besloten kring.
Een andere bijdrage aan het thema monarchie is