Het Bedrijf 1
De boekhandel
‘Ik ben nog nooit een boekverkoper tegengekomen die niet van boeken houdt.’
Charlotte Govaert en Francine Smink
In 1990 zijn er in Nederland 26,2 miljoen algemene boeken (voornamelijk literatuur en kinderboeken) verkocht, ter waarde van 618,7 miljoen gulden. Veel mensen zien het boek als kostbaar cultuurgoed. Een aantal van hen vindt dat de literatuur van commerciële smetten verschoond moet blijven, anderen verdienen er hun brood mee. Wie zijn die mensen die leven van het boek; die bepalen wat de lezer leest, welk boek geschreven wordt, welk uitgegeven, wat in de boekhandel ligt en wat in de pers besproken wordt?
In deze eerste aflevering van de vierdelige serie ‘Het Bedrijf’ komt de boekverkoper aan het woord. In de drie volgende artikelen komen andere pijlers van het boekenvak aan de orde: de uitgever, de auteur en de pers. Centraal zal staan hoe deze vier functioneren en hoe hun onderlinge verhoudingen zijn.
‘Waarom zou ik boeken lezen, als ik ze verkoop, word ik er wijzer van,’ zei eens een onbekende boekhandelaar. ‘De betere boekenzaak heeft de deftigheid, de rust ook, de ontijdelijkheid zelfs die in Nederland nog in een enkele zaak, en dan in een hoek ver van de kassa, in leven wordt gehouden,’ zei Kees Fens. Hoe ‘werkt’ de boekhandel en hoe is het vak in ons land georganiseerd?
Er zijn grote en kleine boekhandels, algemene, gespecialiseerde en academische. Broese Kemink in Utrecht is een academische boekhandel, die zijn huidige vorm kreeg in 1974, toen Kluwer vier door haar aangekochte boekhandels liet fuseren. Het is één van de grootste boekhandels van Nederland, met 65.000 titels en gemiddeld per titel iets meer dan twee exemplaren in huis.
Hoofd van de algemene afdeling is Corry van den Hoogen. Onder haar verantwoordelijkheid vallen onder andere Nederlandse literatuur, vertaalde literatuur en kinderboeken. Op zaterdag, goed voor meer dan 3.000 klanten, staat zij nog in de zaak om het contact met de winkel niet te verliezen, maar haar hoofdtaak is leiding geven. ‘Voor het soort zaken dat Fens beschrijft moet ook plaats zijn,’ zegt ze, ‘het spreekt me wel aan. Toch heb ik geen afkeer meer van de commercie, ik zie in- en verkoop als een soort sport. Zelf lees ik wat me aanspreekt, niet voor mijn vak. Je kunt boeken verkopen zonder dat je weet wat er in staat, als je er maar voor zorgt dat je de juiste boeken hebt liggen. Maar ik ben nog nooit een boekverkoper tegengekomen die niet van boeken houdt.’
In 1974 werd ook een andere boekhandel opgericht: W. Pieterse in Poëzie. Drie Rotterdamse dichters huurden op initiatief van Martin Mooij, de motor achter Poetry International, voor weinig geld een oude fietsenstalling en begonnen een in poëzie gespecialiseerde boekhandel. Nu zitten ze in een net pand, Els Nagtegaal en Connie Mooij zwaaien er de scepter. W. Pieterse in Poëzie is een stichting. Er staat voor f 100.000,- poëzie op de planken, voor een omzet van f 15.000,- per jaar. Naast Nederlandse bundels, eerste drukken, verzamelde werken en bloemlezingen staan er ook boeken in andere talen; Europese, Servo-Kroatische, Turkse en Arabische poëzie. Ook verkopen ze de teksten van Poetry International. Een van de vier vaste vrijwilligers is dichter/beeldend kunstenaar Arjan Doorgeest. ‘Boeken zijn primair om te lezen of om naar de mooie vormgeving te kijken. Dat je er geld mee kunt verdienen is een afgeleide zaak.’