ter Handke schreef een Versuch über die Jukebox, een ‘vertelling’ aldus de ondertitel. En die ondertitel is nu eens niet gebruikt om pretenties te maskeren, maar geeft precies aan hoe het boek geschreven is: geen hoofdstukindeling, geen witregels: één vertelling. Deze vertelling doet verslag van de vragen en problemen die een schrijver heeft, wanneer hij besluit over de jukebox te schrijven. De naamloze schrijver zit in de eerste plaats met het onderwerp in zijn maag. Het is 1989, (Oost-) Europa is zichzelf niet meer, een dissidente schrijver is president van Tjechoslowakijke, waarom zou een Europese intellectueel in vredesnaam over een bijzaak als de jukebox schrijven?
Als plaats van handeling heeft hij het Spaanse dorp Soria uitgekozen, het meest stille en meest verzwegen dorp van Spanje. ‘Fast Nichts’, een ‘bijzaak’ van Zaragoza, en daarom een geschikte plek om over de jukebox te schrijven.
Een ander probleem is het middel dat hij gekozen heeft. De jukebox en het boek zijn moeilijk verenigbaar: ze vertegenwoordigen twee verschillende culturen. De jukebox is een apparaat van de straat, van het café, van het lagere genot; van de lawaaiige onderbuik van de cultuur. Het boek hoort bij de stilte: lezen is eigenlijk een besloten studeerkamerbezigheid, écht lezen kan niet in het café, en zeker niet met muziek op de achtergrond: het is een deel van de stille hogere cultuur. Hoe kan een boek ooit de magie van de jukebox vangen, zonder die magie te vervalsen? Hij besluit die problematiek te thematiseren: zijn boek zal opgebouwd worden als een dialoog tussen de scepitsche, onbegrijpende, niet geïnteresseerde en iemand die redeloos van jukeboxen bezeten is. Die dialoog moet handelen over één enkele jukebox in één enkele plaats: het Spaanse gehucht Soria. Maar dat treft slecht. Hij komt er de naam Wurlitzer wel tegen, maar op een sigarettenautomaat. En de enige jukebox die hij in Soria te zien krijgt, bestaat niet: het was een decorstuk uit een zestigerjaren film. Zijn ‘versuch’ is gedoemd te mislukken.
Ondertussen is er natuurlijk wel degelijk een boek over de jukebox geschreven. Terwijl de schrijver overwoog welke secundaire literatuur te gebruiken, schreef Handke een korte, algemene inleiding, compleet met bronvermelding. Terwijl de schrijver jeugdherinneringen ophaalde, schreef Handke enkele prachtige verhalen vol weemoed. Terwijl de schrijver zich verontschuldigde voor zijn onderwerpkeuze, schreef Handke met ongeremd plezier over de ‘Musikbox’. Terwijl de schrijver overwoog in welk hotel hij zijn eerste zin zou schrijven, was Handke al over de helft van zijn boek: vertellend. En omdat er ‘gewoon’ verteld wordt, is de magie soms bijna tastbaar. Handke schreef over de jukebox-mafia: de fabrikanten die in elk apparaat dezelfde plaatjes stoppen. Jukeboxen die overal ter wereld zijn te herkennen aan dezelfde gedrukte kaartjes: smakeloze apparaten. Hij zoekt naar de jukebox met de gedeeltelijk handgeschreven, gedeeltelijk getypte kaartjes: de bewijzen van een zorgvuldig opgebouwde collectie. Hij schreef ook over de plaatsen waar de apparaten vooral te vinden zijn: niet in het centrum van de stad, niet in de buurt van de kerk. Wel in havensteden (geen jachthavens!): ‘o Dover, o Oostende, o Reggio di Calabria, o Piráeus’. Bijna ongemerkt schrijft hij over de veranderende manier waarop er naar muziek geluisterd wordt. Alle titels die hij noemt zijn - vanzelfsprekend - singletjes.
Maar op deze manier wordt zelden meer geluisterd. Men luistert naar de radio, of naar langspeelplaten, soms uren achter elkaar, meestal veel minder intensief. Luisterend naar een jukebox kan men opgaan in de muziek, niet langer dan drie minuten, meer luisterend naar de jukebox dan naar de muziek. Zo kan de ‘Un-Musik’ van Paul Anka, Ricky Nelson (‘Amerikanischen Schlagers’) de belangrijkste jukebox-muziek worden. Muziek die niet in de weg staat, die met een vriendelijk gebaar de weg vrijmaakt voor een stroom persoonlijke jukeboxverhalen.
Nu wist hij dat hij er nooit eerder iets van begrepen had. De jukebox is een apparaat van uiterlijkheden. Het etiketje is belangrijker dan het plaatje, het geklik en gezoem van de platenspeler en het gekraak van de aanloopgroef zijn belangrijker dan de muziek, de manier waarop iemand het beslissende knopje indrukt is belangrijker dan zijn smaak en het allerbelangrijkste zijn de kleuren van de kast.
Misschien kan Handke eens een boek schrijven over gokautomaten. Hij zou ook wel eens willen weten waarom dát apparaat voor sommigen zo fascinerend is.
B.M.