Warme broodjes
Toch hebben deze minpunten van het begin het uiteindelijke succes van deze uitvoeringspraktijk niet in de weg gestaan. Al vrij snel diende zich een nieuwe generatie musici aan. Ook kwam de barokmuziek, en in haar kielzog de muziek van voor 1600, meer in de publieke belangstelling te staan. Er doken ensembles op die zich bezig hielden met middeleeuwse muziek, of met de muziek uit de vijftiende en zestiende eeuw zoals het Pro Cantione Antiqua. Deze vroege, oude muziek mag zich in een steeds groeiende belangstelling verheugen, en dat voor een soort muziek die ooit is afgedaan als musicologen-muziek! Ook de barok zelf werd meer uitgediept zodat ook de muziek van andere componisten dan Bach, Vivaldi en Purcell uitgevoerd werd. De authentieke uitvoeringspraktijk werkte hierdoor als een tweesnijdend zwaard, waarbij enerzijds de barokmuziek als nieuw werd uitgevoerd en anderzijds verwaarloosd repertoire werd herontdekt.
Vanaf het begin van de jaren tachtig werd de toon niet meer alleen gezet door de pioniers van het eerste uur (die uiteraard ook nog steeds actief zijn), maar waren het met name de Engelsen die nieuwe wegen gingen bewandelen. Had men zich tot dan toe voornamelijk beperkt tot muziek van vóór 1750, nu waren Haydn, Mozart en Beethoven aan de beurt. Het meest opvallend is de integrale opname van de symfonieën van Mozart door The Academy of Ancient Music onder leiding van Christopher Hogwood en Jaap Schröder. Hier geen zoete klanken, maar spannende, felle uitvoeringen van stukken die door de eeuwen heen bijna kapot gespeeld waren. Wat opvalt bij een vergelijking met de genoemde opname van de Brandehburgse concerten onder Harnoncourt, is in eerste instantie de enorme stijging van het niveau in een periode van slechts tien jaar. Er gaat veel minder mis, terwijl de pluspunten zijn gebleven (grotere helderheid van klank, goede balans in het orkest door het gebruik van originele instrumenten, etcetera). Het is dan ook niet verwonderlijk dat deze uitgave een groot succes is geworden.
Naast Christopher Hogwood ging ook Frans Bruggen zich met zijn Orkest van de Achttiende Eeuw met muziek van na 1750 bezighouden. Ook hier overtuigt het orkest door het hoge niveau waarop de werken uitgevoerd worden. Zowel Hogwood als Bruggen beperken zich niet tot de muziek tot en met Mozart, maar ze wagen zich sinds enkele jaren ook aan de symfonieën van Beethoven, de hoeksteen van de traditionele symfonieorkesten. Het lijkt er op dit moment op dat de verschillende authentieke ensembles zich in een race bevinden, waarbij het erom gaat wie als eerste de stap in een volgende periode van de muziekgeschiedenis zet. Wat dat betreft hebben we een voorlopige winnaar in de persoon van Roger Norrington en zijn London Classical Players. Deze maakt op dit moment furore met spectaculaire opnames van de symfonieën van Beethoven, de Symfonie Fantastique van Hector Berlioz en, zeer recent, de eerste versie van de ouverture van Der Fliegende Holländer van Richard Wagner. Hiermee heeft de authentieke uitvoeringsbeweging haar oorspronkelijke grenzen (het einde van de barok) ver