kritiek is haast teveel eer. In zijn ijver mij de les te lezen is het bovendien niet eens tot Kees-Jan doorgedrongen dat ik slechts één werkelijk bezwaar heb tegen dat gedicht. Dat bezwaar richt zich tegen de laatste regel van het gedicht. Ik citeer de tweede helft nog eens:
Gelukkig kwam haar redder gauw.
Hij trok zijn dolkmes uit de schede
en met een kloeke jagerssnede
bracht hij verlossing uit het nauw.
Deze geboorte werd haar tweede:
het meisje werd verlost tot vrouw.
En wat die laatste regel betreft snapt Backhuys het nog steeds niet. Volgens hem gaat dit gedicht namelijk niet over ontmaagding, maar er is ‘een duidelijke toespeling op een keizersnede.’ Cursief. ‘Dat’, zo schoolmeestert Bak voort, ‘is een constante in mythen en sprookjes. (Jonas in de wallevis, misschien zegt haar [Meijer] dat iets).’ Het geval wil, oen, dat ik dat natuurlijk ook zie en gewoon heb opgeschreven. Wrijf je ogen uit en lees: ‘De keizersnede-verlossing wordt gepresenteerd als een tweede geboorte’ aldus mijn column en verderop merk ik op dat de jager hier voor vroedvrouw speelt. Ja? Maar de pointe is, dat deze ‘verlossing’ met het jagersmes dubbelzinnig wordt: na de laatste regel is het zowel een keizersnede als een ontmaagding. Backhuys heeft zeker het eindexamen tekstverklaren van de avond-mavo niet gehaald (welke nieuwe betekenis krijgt de verlossing in de laatste regel van dit gedicht?). Ik heb echt het gevoel dat ik hem een mop moet uitleggen nadat alle andere mensen al uitgelachen zijn. Nee, dit is te gek voor woorden. Terwijl Backhuys in noot 2 nog heel manmoedig roept dat Roodkapje ‘natuurlijk zelf een wandelend fallisch symbool is’ (toe maar) houdt hij zich hier ineens deugdzaam van den domme. Kom, Kees-Jan, even flink zijn: hoe worden meisjes volgens het geldende volksgeloof tot vrouw? En lees nu de laatste regel nog 's? Goed zo.
Ik zou de moeite niet nemen dit te weerleggen als het niet in Vooys, het blad waarin ik zelf schrijf, gestaan had. En bij dezen wend ik mij tot de redactie van het onderhavige periodiek. Dames en heren: Kees-Jan Backhuys is er uitsluitend op uit om mij belachelijk te maken. Met alle middelen.
Dat hij dat wil moet hij weten. Dat hij dat echter doet als lid van dezelfde redactie die mij aanzocht als vaste columnist, vind ik kwalijk. Dat diezelfde redactie die unfaire en naar mijn mening ook bijzonder domme reactie vervolgens plaatst bevreemdt mij in hoge mate.
Naar goed journalistiek gebruik treden medewerkers van hetzelfde blad slechts op hoffelijke wijze met elkaar in debat. Wanneer de ene medewerker de andere onder de gordel gaat aanvallen - en de ander natuurlijk terugmept - wordt de positie van een van beiden onhoudbaar.
Wanneer een medewerker zelf de codes niet in acht neemt is er normaal gesproken altijd nog de redactie, die de medewerkers desnoods tegen elkaar beschermt. U doet dat niet. Sterker nog. U valt zelf een van uw eigen medewerkers, mij in dit geval, op onaangename wijze aan. Het zal u niet verbazen dat ik nu alleen nog maar kan terugslaan en opstappen.
Wel heeft dit alles bij mij vraagtekens doen rijzen bij uw beweegredenen, toen u mij vroeg columns voor u te schrijven. Als wat ben ik ingehuurd? Als gelegenheidsfeminist? Als kop van Jut? Moest er wat leven in de brouwerij komen, en tegen een feminist gaat het altijd zo lekker tekeer? Berustte jullie invitatie op authentieke belangstelling voor een feministische stellingname, of op sensatiezucht en uitbesteding? Als ik bekijk wat hier gebeurt denk ik toch sterk aan het laatste.
Mijn conclusie is, dat ik geen columns meer voor u schrijf. Maar troost, ik heb wel een goede vervanger. Want wie schetst mijn verbazing als Backhuys zich aan het eind van zijn stuk zelf begint op te werpen als feminist. ‘Er is op het gebied van de totale seksuele en maatschappelijke bevrijding van de vrouw (en de man) nog zoveel werk te verrichten, en ze [ik dus] bewijst een goede zaak een hele slechte dienst.’ Zo zie je maar: ik ben gewoon geen goeie feminist, ik pak die dingen verkeerd aan. Ik wil teveel tegelijk, Kees-Jan begrijpt dat wel. Hij is echt het Redelijk Alternatief. Dus waarom nemen jullie hem niet, als huisfeminist? Hij gaat bij jullie vast een schitterende carrière als seksisme-bestrijder tegemoet. Veel succes saampjes.
MAAIKE MEIJER