De schrijver als borrelnoot 2
In navolging van Amerika beginnen in Nederland schrijvers steeds nadrukkelijker bezit van het grote publiek te worden. Onze auteurs verschijnen in bijna overal in de provincie opduikende literaire cafe's en schouwburgen voor interviews of voordrachten. Of voor allerlei (bloem)lezingen, waarbij een auteur een causerie houdt of uit eigen werk voorleest. Allemaal niets nieuws, zult U zeggen. Dit bestaat allemaal al vanaf de vorige eeuw. Multatuli putte er een belangrijk deel van zijn inkomsten uit en tegenwoordig maakt Deelder er als aucteur zijn handelsmerk van.
Iets van later datum is het signeren. Het lezend publiek komt gaarne uit de stoel voor een trendy HP-Hongaar, een schrijvende cabaretier of de gepantyde benen van Annie Cohen, wier gesigneerde autobiografie van Sartre, in veel huiskamers nog steeds ongelezen, alweer een goedkope herdruk mocht beleven. Wanneer komen de eerste Roemenen? Armeniërs? Nog nieuwer is de literaire lunch, geënt op Foyle's Literary Lucheon en in het najaar voor het eerst gehouden in het Golden Tulip Barbizon Centre. Als eerste was Maarten 't Hart aan de beurt. Wat zal hij als gewone Maaslandse jongen vreemd hebben opgekeken van een paté op een bedje van babymais, of een uit de Rijn geviste al door BASF gegrilde zoetwatervis.
Aandacht voor de literatuur op het medium televisie is er nog maar in beperkte mate. Lang geleden was de door de criticus en latere Leidse hoogleraar H.A. Gomperts gearrangeerde serie Literaire ontmoetingen. Gesprekken met schrijvers die soms wel een uur mochten duren. Goedwillende programmamakers hebben het nadien nog wel geprobeerd, maar verder dan het Hier is... van Van Dis en het schreeuwerige Büch kwam het niet.
De huidige situatie wordt misschien nog het beste weerspiegeld in Van de rug af gezien, een programma uit het huiselijke keukentje van de AVRO. Hierin trachten een viertal schrijvers met taal te spelen. Besmuikt giebelend mogen ze vieze drieletter-woordige zinnetjes maken, of reeds bestaande (poëzie)regels daarmee nog luider kirrend aanvullen. Walgelijk. Wat de omroepvereniging met dit programma bedoeld heeft, is me een raadsel. Een literair programma? Wie weet. Laat het echtpaar Myrna en Hans van der Togt voortaan maar gewoon thuis op de bank, met een glaasje sherry, gezellig met elkaar de Libelle lezen. ‘Hans, vanavond is op de kabel Wie schrijft die blijft, een maandelijks literair programma van de BRT.’ ‘Wat zeg je schat, ik lees juist Jan Jans en de Kinderen.’
Voor de Hollandse kneuterigheid is een panel natuurlijk veel leuker. Er zijn vast wel een paar domme schrijvers die uit financieel winstbejag aan dergelijke frivoliteiten willen meewerken. Straks Renate Rubinstein in Teds familieshow? Op Nederland 2 Gerard Reve en Thom Hoffman in Hints? Of op Veronique het kookprogramma Tjap Tjoy met Jeroen Brouwers en Marion Bloem? Mijn liefje, mijn duifje, wat wil je nog meer.
Nieuw was, iets waarvan Vooys al eerder melding maakte, het optreden van enkele auteurs (Deelder, Biesheuvel) in een Ster-spotje, weliswaar voor res-