Vooys. Jaargang 8
(1989-1990)– [tijdschrift] Vooys– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 30]
| |
Poëzie vertalen op de lange afstand
| |
AffiniteitVan de twee te vertalen gedichten zal er hier slechts één besproken worden. Ruimtegebrek, maar ook een verschil in affiniteit ten aanzien van de gedichten, spelen daarbij een rol. Onze voorkeur ging uit naar ‘Als met een bittere mond’. Deze kwestie van de affiniteit bracht ons direkt bij de vraag: in hoeverre spelen verwantschap en bewondering een belangrijke rol, of zijn ze zelfs onmisbaar, bij het vertalen van poëzie? Vooral in het geval van poëzie, maar ook bij het vertalen van proza, is het zaak om alle nuances aan te kunnen voelen. Wetenschappelijk gezegd: zoveel mogelijk connotaties te achterhalen en deze in de vertaling te laten zien. De auteurs-intentie mag dan officieel in de literatuurwetenschap een verboden | |
[pagina 31]
| |
vrucht zijn, in de praktijk van het vertalen is het zoeken en gissen daarnaar dagelijks brood. Affiniteit is een noodzakelijke voorwaarde om een goede vertaling te verkrijgen, maar geen voldoende. Dit blijkt vooral als je iemands taal niet verstaat en daardoor diens intonatie niet kunt interpreteren, en ritme en klank - beide uiteraard aspecten van grote betekenis in poëzie - vrijwel niet kunt appreciëren.
Bij mijn poging om een tamelijk willekeurig tweetal gedichten van Amichai te vertalen, met de ruwe vertaling van Herzberg als medium tussen mij en het origineel, was ik zwaar gehandicapt. Ik kende het werk van Amichai nauwelijks, wist niets van zijn thema's af noch van de mate van moderniteit of muzikaliteit die hem typeert. Het gaat hier niettemin om onmisbare uitgangspunten, zodat ik mijn vertaalpoging wel als onbeholpen beunhazerij moet presenteren. Ik heb meer dan verantwoord is moeten varen op het kompas van mijn eigen opvattingen (of vooroordelen) van wat mooi is. Met als gevolg dat ik Amichai meer heb ‘hineininterpretiert’ dan netjes is.
Ik denk dat het meestal niet erg de moeite loont om één enkel gedicht te vertalen; in het ideale geval houd je je bezig met een heel oeuvre. Naarmate de vertaler het hele werk beter kent zullen de (deel)vertalingen steeds beter worden. Maar je moet ergens beginnen, en er is geen betere manier om een werk te leren kennen dan door het te vertalen. Paul Beers bij voorbeeld, besloot de dichteres Ingeborg Bachmann te gaan vertalen omdat hij haar gedichten beter wilde begrijpen.Ga naar voetnoot1. Pas in tweede instantie deed hij het om Bachmann toegankelijker te maken voor het lezende publiek.Ga naar voetnoot2.
Op pagina 33 volgt dan hetgeen ik maakte van, wat in ruwe vorm heet, ‘als met een bittere mond’.
Als mogelijke varianten had ikzelf nog gedacht aan een alternatieve slotregel ‘... en herkennen ons niet.’ Ritmisch misschien ietsje beter, maar die plotselinge /i/-klank aan het einde leek me wat bruusk. Aanvankelijk had ik in de eerste strofe staan: r. 3/4: de wereld zal er niet zoeter
of wranger van gaan smaken.
‘spreken’ (r. 2) en ‘smaken’ (r. 4) rijmen vermoedelijk beter dan ‘woorden’ (r. 3) en ‘worden’ (r. 4). Keuzes zoals deze maak je op grond van de klank in het originele gedicht. Maar het was onmogelijk om te bepalen hoe Amichai met rijm omgaat, daarom leek het me het beste om niet te ver van de Herzberg-versie af te wijken. Bovendien vind ik ‘van woorden’ beter, explicieter, dan het vage ‘er.... van’. | |
[pagina 32]
| |
Als met een bittere mond jij (v) zult zeggen
Als met een bittere mond jij zult zeggen
zoete woorden, zal de wereld niet zoet worden
en niet bitter worden.
En (het is) geschreven in het boek dat we niet bang zullen zijn.
en (het is) geschreven dat ook wij zullen veranderen,
(net/zo) als de woorden
in de toekomst (of: toekomende tijd) en verleden (tijd),
in meervoud en in eenzaamheid.
En spoedig, in de nachten die zullen komen,
zullen we verschijnen (ook: optreden) als zwervende spelers
de één in de droom van de ander (= in elkaars droom)
en in de dromen zijn vreemde mensen die wij niet samen hebben
gekend.
(vertaling: Tamir Herzberg) | |
[pagina 33]
| |
Je zou met wrange mond
Je zou met wrange mond
zoete woorden kunnen spreken,
maar de wereld zal van woorden
niet zoeter of wranger worden.
Het staat geschreven: zonder angst
zullen we veranderen
in getal en tijd,
zoals ook woorden overgaan
in toekomst en verleden,
meervoud worden of blijven staan
in enkelvoudigheid.
Al gauw, in nachten die komen
spelen we in elkanders droom
andere mensen, andere plaatsen,
zonder ons te herkennen.
(vertaling: Mirjam van Teeseling) | |
[pagina 34]
| |
Tamir had zelf ook nog enkele varianten in voorraad. Deze hier, van een anonieme studente: Met een bittere mond
Met een bittere mond kun je
zoete woorden zeggen, en de wereld wordt niet zoet
en niet bitter.
En in het boek staat geschreven dat we niet bang moeten
zijn.
En het staat geschreven dat ook wij zullen veranderen
zoals de woorden
in de toekomende tijd en in de verleden tijd,
in meervoud en in eenzaamheid.
En in de nachten die spoedig zullen komen
zullen we optreden als zwervende spelers
in elkaars droom
en in de droom van mensen die wij niet samen hebben
gekend.
Deze vertaling is meer een vertaling zoals het behoort. Hij blijft dicht bij het origineel, maakt er goed Nederlands van, maar geen nieuw gedicht. Als vertaling is bovenstaand gedicht beslist beter dan de mijne. Ik heb teveel eigenmachtig veranderd. Toch voel ik me geen zondaar. | |
AfdwalenTamir Herzberg verwoordde zijn opvattingen over vertaalarbeid in een visuele metafoor: ‘de vertaler moet een lens zijn, waardoorheen de lezer iets kan zien dat verwant is aan wat er in het origineel te zien is’. Dit roept bij mij vragen op over de (toegestane) mate van vervorming.
Om het maar even als een dilemma te stellen: is vertalen hetzelfde (of bij benadering hetzelfde) zeggen in een andere taal, onverschillig welke? Dan vertaal je primair de inhoud. Of is het: iets (‘iets’) vatten in een nieuwe vorm, in nieuw taalmateriaal dat is geïnspireerd op het materiaal van het oorspronkelijke gedicht? Het gaat er maar om in welke taal het zwaartepunt wordt gelegd, in de eerste of in de tweede. Krijgt de oorspronkelijke taal de grootste rechten, dan vertaal je keurig wat er staat, maar of je daarna nog een gedicht hebt moet je afwachten. Als daarentegen aan de ‘uiteindelijke’ taal het grootste belang wordt toegekend, dan krijg je als het goed is poëzie. Maar of het oorspronkelijke gedicht daarin nog te herkennen valt? | |
[pagina 35]
| |
Ver van het origineel afdwalen betekent een nieuw gedicht scheppen, met alle risico's vandien (een andere inhoud). Met het oude gedicht heeft dat niet veel meer te maken. Logisch, dichten is afdwalen, vertalen daarentegen is het je houden aan een pad, dat door het oorspronkelijke gedicht wordt aangegeven. Indien dit een onbegaanbaar pad blijkt te zijn dan kun je altijd nog besluiten een eindje om te gaan, of je een pad te hakken in de rotsige bodem. Maar anderzijds kan dicht-bij-het-origineel-blijven betekenen dat er onrecht wordt gedaan aan het resultaat, het vertaalprodukt. Hoe mooi dit ‘onrecht’ ook kan uitvallen dank zij het raffinement van de vertaler.
In mijn opinie kun je sommige vertalingen beschouwen als een ‘aemulatio’. Namelijk in het geval dat er iets wezenlijks wordt toegevoegd aan het origineel, iets dat er nog niet in stond. | |
OntrouwMisschien zijn dit allemaal theoretische problemen, typisch door een leek uitgedacht. Ik kan me voorstellen dat het in de praktijk meestal goed gaat op gevoel. Of het om de vertaalde boodschap gaat of om de ‘vertaalde’ vorm, is een onzinnige vraag, want elke vertaler zal antwoorden: ‘beide’. Boodschap en vorm zijn even essentieel. Niettemin (ik ga nog even door), zou je kunnen zeggen dat er grofweg twee soorten gedichten bestaan. In de eerste gaat het vooral om wat er gezegd wordt, in de tweede meer om hoe het gezegd wordt. De eerste soort laat zich vermoedelijk beter vertalen dan de tweede. ‘Inhoud’ is immers minder taalafhankelijk dan vorm. Vorm is taal, in poëzie. Dat er toch nog gekken zijn die typische vormdichters als Mallarmé, Paul Celan of Sylvia Plath willen vertalen, kunnen we beschouwen als een raadsel der natuur. Het zijn, denk ik, de dichters onder de poëzievertalers die zich zoiets op de hals halen. Zij dwingen zichzelf door hun keuze tot afdwalen, het maken van een nieuw gedicht. Dat gedicht is dan wel geïnspireerd op een ander gedicht, maar hoeveel ‘originele’, ‘authentieke’ gedichten zijn dat niet óók? Goed beschouwd heeft ieder gedicht echo's van andere gedichten in zich, bedoeld of onbedoeld. Het verschil tussen dichten en vertalen wordt hier zeer marginaal.
Kortom, het is nog een hele opgave om een consciëntieuze vertaler te zijn. Het geweten van de vertaler blijft altijd het origineel. Maar wanneer het te vertalen werk geen buitengewone bewondering opwekt, lijkt het me wat teveel gevraagd om de vertaalarbeid geheel in dienst ervan te stellen. Dienstbaarheid die niet voortvloeit uit verering is enkel slavernij. Een matig gedicht vraagt erom ‘vervormd’ en ‘geaemuleerd’ te worden. Het lokt de ontrouw uit. | |
[pagina 36]
| |
Om nu aan de hierboven in het leven geroepen controverse weer een einde te maken zal ik een Engelse versie citeren van het eerder besproken gedicht. Het heet ‘If with a bitter mouth’. Het is naar vorm en inhoud Amichai, maar er zijn enkele afwijkingen die er aan bijdragen dat het resultaat een fraai Engels gedicht genoemd mag worden. Zo is het probleem dat in het Hebreeuws alles veel korter is, handig opgelost door een extra strofe toe te voegen aan het eind. Dit in plaats van de minder elegante oplossing om één ellenlange slotzin te handhaven. Tussen afdwalen en voetzoeken bevindt zich een wijds gebied van nuances en schimmige overgangsvormen. Het is hier dat de goede vertaler zich meestal ophoudt. If with a Bitter Mouth
If with a bitter mouth you will speak
sweet words, the world will
neither sweeten nor become more bitter.
And it is written in the book that we shall not fear.
And it is also written, that we shall change,
like the words,
in future and past,
in the plural or in the solitary.
And soon in the coming nights
we shall appear, like wandering minstrels,
each in the other's dream.
And in these dreams
will be strangers
we did not know together.
(vertaling: Assia Gutmann)
|
|