Superieure kiekjes
Enkele jaren geleden droomde ik een droom die zo mooi in elkaar zat, dat ik hem nooit meer zal vergeten. Ik heb de droom aan verschillende relaties voorgelegd, maar tot nog toe geen bevredigende interpretatie ontvangen. Vanzelfsprekend heb ik Freud erop losgelaten, maar dat bracht me evenmin veel verder. De droom ging als volgt:
Ik bevond mij in het midden van een grote elektriciteitsmast, zeer hoog boven de begane grond. Ik had een verzegelde enveloppe bij me, die zo spoedig mogelijk gepost moest worden. Niet dat ik wist waarom, want de enveloppe was maagdelijk wit en het adres dus onbekend. Maar het was duidelijk dat het hier om iets dringends ging. Een zaak van leven of dood? Wellicht. Opvallend was in elk geval dat de brievenbus helemaal beneden stond. Ik daalde dus zo snel als ik kon de smalle trap af die in het inwendige van de mast was gemonteerd.
Gaandeweg zag ik de rode brievenbus steeds duidelijker. Ook zag ik nu de omgeving steeds beter; wat aanvankelijk een stad had geleken bleek een dodenstad te zijn, een kerkhof. Zelfs binnen de droom begreep ik dat hier iets vreemds aan de hand was. Een brievenbus op een kerkhof? Ik daalde nog verder af naar beneden tot de trap plotseling ophield en zich buitenom voortzette. Van kindsafaan heb ik last van hoogtevrees; er kon dus geen sprake van zijn dat ik mijn afdaling aan de buitenkant van de mast zou vervolgen. Maar hoe moest het dan met de brief?
Op dit punt werd ik wakker. Ik begreep al gauw dat vooral het beeld van een brievenbus op een kerkhof mij zou blijven bezighouden. Ik was dan ook bijzonder verrast toen ik het nieuwe fotoboek van E. van Moerkerken in handen kreeg en op een van de eerste foto's de fotograaf zelf aantrof, bezig een brief te posten in een ouderwetse brievenbus staande tussen twee imposante graftombes. In de toelichting achterin het boek staat: ‘Met W.F. Hermans bezoek aan het Parijse Cimetière de Passy om de tombe van Marie Bashkirtseff te zien. Daar vlakbij stond deze brievenbus; denkend aan Xavier Forneret (1810-'85): “J'ai vu une boîte aux lettres sur un cimetière”, vroeg ik Hermans deze foto te maken. 1984.’
Het nieuwe fotoboek van E. van Moerkerken heet simpelweg Foto's. De omslag van het boek maakt een al even eenvoudige indruk en lijkt daardoor te stammen uit de vroege jaren zestig. Het formaat is ongeveer 22 bij 24 centimeter. Op het omslag staat een zwartwit foto van een landschap met twee ouderwetse camera's (staande) en twee heren, vermoedelijk de fotografen, gezeten op houten opklapstoeltjes. Boven het landschap, tegen een wat mistige lucht, staat in zwarte schreefletters: Van Moerkerken en eronder: Foto's. Het boek zou afgaande op de typografie door Van Oorschot uitgegeven kunnen zijn (in werkelijkheid is het bij De Bezige Bij verschenen). Van Moerkerken: ‘Ik wilde beslist geen modern dansende layout.’
De fotograaf heeft de samenstelling van het boek grotendeels zelf ter hand genomen. Hij is ‘associatief te werk gegaan. Een kameel in Syrië naast een foto van een kameel in Hammervest. Zulke grappen vind ik leuk. Of is dat heel naïef?’. Het heeft een fraai, zij het enigszins incoherent, plaatjesboek opgeleverd, met een heel scala aan onderwerpen: kunstenaars, acteurs, landschappen, gebouwen enzovoorts. De algemene titel dekt derhalve goed de lading.
Een zekere verwantschap met de schrijver/fotograaf Hermans blijkt uit de foto's van katten, rommelmarkten en borden met opschrift. Niet voor niets verwijst Van Moerkerken - tevens part-time schrijver onder het pseudoniem Eric Terduyn! - naar Hermans' opstel ‘Van duisternis tot licht, en terug’ (opgenomen in: Mondelinge mededelingen. Amsterdam, 1987). Hermans benadrukt hier dat het er in de fotografie om gaat het over het hoofd geziene onder het oog te brengen. Van Moerker-