zeker ook zo'n reden. Hoe kan een taal van buitengewoon zorgvuldig gekozen woorden en behoedzaam geconstrueerde zinnen, die aan de ene kant tot op de bodem doordacht is, aan de andere kant zo oer-natuurlijk zijn? Dit blijft verbazen, zoals dat schoonheid betaamt. De ontelbare samenhangen en de subtiele symboliek zorgen ervoor dat de lezer vele, vele genoeglijke uren beleeft aan de verwerking van De zondvloed.
De roman van Van der Heijden doet hier en daar denken aan de magisch-realistische romans van Hubert Lampo en Johan Daisne. Men hoeft zich niet te verbazen als Het leven uit een dag over enkele jaren, net als bij voorbeeld De komst van Joachim Stiller een kraker blijkt te zijn geworden in de categorie ‘lezen voor de lijst’. De tamelijk doorzichtige symboliek en de gunstige prijs zullen hiertoe bijdragen. Van der Heijden heeft bewezen dat deze kwalificaties weinig negatiefs hoeven te impliceren. Vooral de eerste 87 bladzijden van het boek zijn bijzonder fraai geschreven en pakkend. Men kan zich afvragen of dit prachtige eerste deel Van der Heijdens eindeloze beschrijving van de ‘hel’ overleeft. Een roman is mooi, maar waarom geen novelle? Het leven uit een dag zou korter, maar ook nóg krachtiger zijn geweest.
Ter onderscheiding van andere, plastische kunstvormen wordt literatuur wel ‘tijdskunst’ genoemd, omdat taal bestaat uit woorden die elkaar opvolgen in de tijd. Deze opeenvolging van woorden roept bij de lezer een bepaald tijdsbewustzijn op, met behulp waarvan een roman begrepen en geïnterpreteerd wordt. Over het algemeen houdt hier de rol van het tijdsverloop in de literatuur op, uitzonderingen als bij voorbeeld Het rookoffer van Tessa de Loo of romans met duidelijk experimentele bedoelingen daargelaten.
Toch hebben ook de hierboven besproken boeken het begrip tijd geproblematiseerd. De aandacht voor de filosoferende kijk op tijd is tamelijk groot, op het moment. Niet enkel de Nederlandse literatuur toont dit aan (De literatuur geeft toch op z'n minst een vage indicatie van waarmee het lezend deel van Nederland zich bezig houdt), maar ook het verschijnen van boeken als Grenzen van de tijd van Jeremy Rifkin of Onomkeerbaarheid van de tijd van Flood en Lockwood en de bespreking hiervan in verschillende dagbladen getuigt van een zekere concentratie van belangstelling.
Enthousiasme laat zich moeilijk onder stoelen of banken steken. Een heilige van de horlogerie, Het leven uit een dag en De zondvloed, het zijn alle prachtige boeken. De twee laatstgenoemde romans verschenen binnen een tijdsbestek van enkele maanden.
De tijd kan productief zijn.
* Dit stuk is geschreven in december van het afgelopen jaar. Enkele maanden later verscheen Het beeld en de klok van Mulisch. Omdat het erg onzorgvuldig lijkt dit boek niet te noemen in een verhandeling over de besproken thematiek, wijs ik hierbij op de aanwezige parallellen tussen het boek van Mulisch en de werken van Hermans, Van der Heijden en Brouwers.
Volledigheid is overigens niet wat ik heb beoogd.
Willem Frederik Hermans, Een heilige van de horlogerie.
Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam, 1987. 220 blz., f 27,50
A.F.Th. van der Heijden, Het leven uit een dag. Uitgeverij Querido, Amsterdam, 1988. 196 blz., f 15,-
Jeroen Brouwers, De zondvloed.
Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam, 1988. 762 blz., f 49,50