Klauwhamertjes en maandverband
Een benedenzaal vol vrijende en verliefde stelletjes. Bier gaat gretig van hand tot hand. Een melangevan Gianni Versace en Philip Morris walmt naar omhoog. Op het podium twee versregels van W.J. Otten (Tussen traangas en verveling ligt een buitenkans: de dag van de poëzie) en een modern groot videoscherm. Daarvoor een verhit tokkelend gitaargezelschap, omringd door roze uitgelichte borden Belgisch Bier, Toko en Croissanterie: ik bevind me in Vredenburg; het is de negende editie van de Nacht, het Pinkpop van de Poëzie.
Het was een bijzonder matte Nacht dit jaar. Waar vorig jaar grote namen (Claus, Wolkers en Van Kooten) een impasse in de vaderlandse poëzie mochten verhullen, werden haar hedendaagse brodeloze karakters er ditmaal door de felle schijnwerpers meedogenloos uitgelicht. Of we nu wel of niet kunnen lezen als lesbo of als vrouw, de poëzie lijkt uiteindelijk het slachtoffer van deze vaak kinderachtige discussies te worden. Rob Schouten kan zich niet verplaatsen in de gedichten van De Waard en anderen omdat hij geen lesbienne is, zei hij tijdens het onlangs door de Rijksuniversiteit Utrecht georganiseerde forum (9-2-'98) naar aanleiding van het geruchtmakende proefschrift van Maaike Meijer, terwijl Renate Dorrestein tijdens dit Studium Generale beweerde dat ze zich heel goed kon verplaatsen in het mannelijk neukend-ik van Joost Zwagerman. Maar wie zich ook verplaatst in wie, in wat voor acrobatisch standje dan ook, hij of zij verneukt slechts de ware aard der poëzie, haar mogelijkheid tot poly-interpretabiliteit.
Het was dus maar zo-zo. Vooral als dan ook nog eens Bernlef en Herzberg het laten afweten. Als stand-in was de onlangs bekroonde Gerrit Kouwenaar ingehuurd. Maar ook deze massieve reputatie bracht de zaal niet echt in vervoering. ‘Er is niemand meer die Cobra kent,’ mopperde de dichter teleurgesteld in de foyer, met zijn onafscheidelijke glas rode wijn.
Ook een afvaardiging van de, alweer opgedoekte groep De Maximalen bleef luidkeels in goede bedoelingen steken. Veel lawaai, geen goed gedicht. Arthur Lava, aangekondigd als de ‘sales-manager’ van de ex-groep, probeerde, wellicht met deze gedachte in het achterhoofd, daarom het publiek maar eens handig te bespelen. Hij las een aantal kritieken voor dat naar aanleiding van een bundel vol maximaal leed was verschenen. Als dichter spartelde Lava als een kabeljauw op het droge. Een ‘klauwhamertje’ oordeelde Piet Piryns, de ene helft van het presentatie-duo, waarop iemand, ongetwijfeld oud-Maximalaan Joost Zwagerman, hem vanuit de zaal toeriep dat hij een ‘zeikertje’ was.
Toen was het de beurt aan de vrouwelijke equivalent van De Maximalen, Elly de Waard en haar discipelen; De Nieuwe Wilden, en tijd voor feministische grapjes voor beginners. De Nieuwe Wilden streven een opener en directere benadering van het schrijven van poëzie na. In hun verzen pogen ze het conventionele vrouwelijke op te waarderen en het onconventionele daarvan in te voeren, hetgeen resulteerde in jeremiades over ‘maandverband’ en ‘eenzame orgasmes’. Chawwa Wijnberg besloot daarom haar voordracht met de verstandige woorden: ‘mijn moeder zei het al/van jou komt niets terecht.’
Gorter-kenner Enno Endt analyseerde enkele passages uit Mei. Het was tenslotte (op die avond precies) honderd jaar geleden dat het beroemde vers door Gorters hand was prijsgegeven. Het werd een saaie voordracht waarbij mijn gedachten herhaaldelijk de handen uitstaken naar ‘een nieuw geluid.’ Mijn geest stelde ze gerust met een intermezzo uit een aflevering van de roemruchte Stratemaker-op-zee-shows. In deze scene De Deftige Dame (Wieteke van Dort) als frikkerige juffrouw en, weet u nog, Erik Engerd (Joost Prinssen) als de domme leerling. In de ogen van de strenge juf heeft de leerling Herman Gorters gedicht ‘Ik vin je zoo lief’ niet begrepen. Ze weet niet dat het ventje er tot tranen toe door gegrepen is. En daarom zijn bevindingen nauwelijks tot uiting kan brengen, zonder in gesnotter en gestamel te geraken. Nee, liever trekt ze hem tierend en vloekend aan zijn oor en geeft ze hem een éen. Edoch, ook hier zal het recht zegevieren: plots verschijnt de geest van Gorter (Aart Staartjes) in het intieme lokaaltje. De leerling