Zoals vaker schept Bordewijk een sfeer die geheimzinnig is zonder dat er lange tijd echt iets gebeurt dat niet kan. In het laatste hoofdstuk van ‘Het lattenprieel’ echter, wanneer Simon de aarde daadwerkelijk verlaat, laat Bordewijk de aardse logica los.
De veranderingen die zijn omgeving ondergaat worden vanaf dat moment voor Simon letterlijk aan de trans waarneembaar, waar hij een aantal hem onbekende planeten ziet verschijnen:
‘Hij herinnerde zich zijn atlas, en deze sterrenbeelden waren alle nieuw en ongewoon.’ (p. 50)
Er is een maan opgedoemd tussen de sterren en er komt vervolgens een planeet op (het eerste hemelwonder), een diamant die fel straalt. ‘[...] en opeens was het oog dat grandioze schouwspel aan de trans vergeten in de ontzetting, welke zich hier voor het voetstuk ontrolde.’ (p. 50). De planeet waarop Simon en Sifra (zijn reisgenote) zijn beland is gespleten door de razernij van twee vechtende zonnen. Nadat de tweede maan is opgekomen verschijnt het tweede hemelwonder:
‘Na dat teken van grootse hardheid, dat mannelijk teken van heerszucht, dat de sterren had uitgebannen uit het oog - uit het Oog - beschreef daar nu dat lieflijke, zachtere teken, dat vrouwelijke, dat de sterren in hun waarde liet, zijn bevallige curve langs de trans [...]’ (p. 52)
Niet alleen komen de gedachten van Bordewijk over wat mannelijk is en wat vrouwelijk naar voren in het verhaal, ook vertelt de verteller op verschillende plaatsen de moraal van het verhaal, die er op neer komt dat een aantal zaken op de andere planeet zijn blijven bestaan: de angst is ook op deze planeet fundamenteel aanwezig en de individualiteit (van Simon en Sifra) is behouden gebleven. Toch is paarvorming in dit verhaal erg belangrijk, maar ze is niet tragisch zoals regelmatig het geval is in ander werk van Bordewijk.
De belangrijkste conclusie echter wordt getrokken door de hoofdpersoon zelf:
‘Het moest wel [...] dat de schepping niets doet dan eindeloos varianten componeren op de simpele stokoude kerktoonschalen: vrouw-man, duister-licht, leven-dood.’ (p. 51)
Hiermee vat hij de thematiek van het verhaal samen: zelfs wanneer er iets gebeurt dat ieder menselijk voorstellingsvermogen te boven gaat, blijft een aantal constanten bestaan. Gelukkig maar, want de feitelijke inhoud van ‘Het lattenprieel’ is wel heel moeilijk grijpbaar voor een mens.
HENRIËTTE VAN HOOGSTRATEN