Er zit geen metaforiek in. Zijn conceptuele apparaat is zuiver. Het brengt echt iets geheel nieuws. Daarom is het ook zo moeilijk, want wat nieuw is is moeilijk. Daarom moet Peirce heel lang wachten op de erkenning, die hij tijdens zijn leven nooit heeft gehad.
Een veelgehoorde kritiek op de semiotiek is dat dit slechts een beschrijvingsmodel zou zijn. Bent u het daarmee eens?
Ik wil me vooral niet te begripsvol opstellen, maar die kritiek kan ik wel een beetje begrijpen. Ik zie nogal eens wat semiotische verhandelingen waarvan ik het idee heb dat iets eenvoudigs alleen maar heel moeilijk gezegd wordt. Vaak is het dan niet meer dan een beschrijvingsmodel van de werkelijkheid in een nieuwe terminologie. Ik zie de rol van de semiotiek niet als een beschrijvingsmodel. Wel moet alles met beschrijving beginnen.
Hoe komt het dat de semiotiek in korte tijd zo'n belangrijke plaats heeft ingenomen binnen de wetenschap?
Semiotiek, dat is het leven zelf, dat is de moderne tijd. De werkelijkheid is deze tafel, de bomen, de vogels. Die nemen we onmiddelijk waar. Maar een groot deel van de werkelijkheid komt alleen maar via tekens tot ons. Ik weet van Reagan, van Cambodja, van de koningin alleen maar via de media. De rol van de media is nu heel belangrijk. Het is een intermediair via tekens. Een intermediair tussen mij en een gedeelte van de werkelijkheid, dat ik alleen maar via dát intermediair kan kennen. Je weet dat er geweldig mee kan worden gemanipuleerd, en dat je ook zelf, als je niet oppast, fictie en niet-fictie door elkaar gaat halen. Reagan zelf schijnt het te doen.
In de direkt waarneembare werkelijkheid is semiotiek al belangrijk. Wij kijken naar elkaar en hebben een indruk van elkaar via tekens. Ik zie hoe oud jij ongeveer bent. Dat heb je me niet verteld. Je kunt nagaan hoe groot de rol van de semiotiek is bij de indirekt waarneembare werkelijkheid, die alleen maar via tekens tot ons komt.
De semiotiek is het vak van nu en de toekomst.
U gaat uit van een werkelijkheid buiten het individu. Paul van Ostayen zegt in zijn opstel over Heinrich Campendonk (VW IV, blz 136-137) dat de buitenwereld slechts de veruiterlijking van het waarnemend subject is, dat daardoor zichzelf kan waarnemen. Wat vindt u van zijn uitgangspunt?
Er zijn veel mensen die dit aanhangen. Dat zijn de super-nominalisten. Zij zeggen: ik weet niet van die boom. Ik zie een teken van die boom en dat teken verwijst naar andere tekens... en dan is de werkelijkheid eigenlijk zoek. Ik ben daar rabiaat tegen. Er is niet een werkelijkheid omdat er tekens van die werkelijkheid zijn, maar er zijn tekens van de werkelijkheid, omdat er een werkelijkheid is. Dat is een verschil in uitgangspunt. Het is een kwestie van geloof, een ideologisch vertrekpunt.
Ik hou van de werkelijkheid, ook al is ze vreselijk. Ze is ook mooi. De werkelijkheid, daar moeten we het mee doen. Door semiotiek te bedrijven kan ik de werkelijkheid beter leren kennen. Dat is de funktie van semiotiek.