Uit eigen koker
(Een ingezonden brief)
Joost van der Vleuten
In de laatste twee nummers van VOOYS werd de lezer vergast op een column van de genius achter Algemene Letteren, Thijs Pollmann. Hij meldt daarin dat Algemene Letteren nodig is om de mensen letteren te kunnen laten studeren, zonder daarna acuut werkeloos te worden. Algemene-Letterenstudenten worden opgeleid om op de arbeidsmarkt te kunnen concurreren met ‘anders opgeleiden’. Dat zijn H.B.O. -ers. De concurrentiewaarde van een A.L. -studie zit in het epitheton ‘drs.’. Hoe het zover kon komen?
Den Haag meent dat in tijden van crisis bezuinigd moet worden. En dat in tijden van een stagnerende economie het Wetenschappelijk Onderwijs een prima bezuinigingspost is. En dus doet Deetman wat je van een statistisch geschoolde socioloog mag verwachten: hij hanteert de quantitatieve methode en hakt twee jaar van de studieduur af. Duurt een studie even lang als een H.B.O. -opleiding. Bij een tweede bezuinigingsronde beoordeelt Deetman universiteiten dan ook niet meer als Wetenschappelijk, maar als beroepsonderwijs. Het begrip ‘maatschappelijke relevantie’, opgedaan tijdens zijn sociologiestudie, wordt door hem quantificerend hergedefinieerd als ‘de mate waarin arbeidsplaatsen voorhanden zijn voor afgestudeerden van een bepaalde opleiding’. En dus wordt gesnoeid in studies met weinig beroepsperspectief, en er wordt geld uitgetrokken voor studies die niet opleiden tot wetenschapper, maar tot beroepsbeoefenaar. Ziedaar het gat in de markt waar Pollmann zijn A.L.-koker in posteerde. De A.L.-student wandelt fier voort langs een studiepad, links en rechts grazend in het lappendekenlandschap van de Letterenstudies, en als hij zijn buik vol heeft, denkt hij dat het gras op is. De ezel. Vervolgens werpt hij zich (hoe vicieus) in een gat in de arbeidsmarkt.
Is A.L. nu een wetenschap? In het N.R.C. betoogde Pollmann dat zijn studenten even hard werkten als andere letterenstudenten. Ook de wetenschap is gequantificeerd. Het uit je hoofd leren van een telefoonboek levert 3600 studiepunten op en is goed voor een titel. Het gaat tenslotte om de centen.