Feestvarken
Wat is het verschil tussen de uitreiking van een literaire prijs en een literaire herdenking? Meestal is dat een kwestie van leven en dood. En de overeenkomst? Dat beide gebeurtenissen de allure hebben van een feest. Tot nu toe is alles glashelder, maar het volgende gaat mijn verstand nog steeds te boven.
Als, zeg, vrij vast medewerker van VOOYS werd laatst door iemand van dat blad (per telefoon nog wel!) het volgende verzoek tot mij gericht. ‘Wij hebben een uitnodiging gekregen: “d.d. 15 maart zal om 16.00 uur in de Ridderzaal van het Muiderslot te Muiden een bijeenkomst plaatsvinden ter gelegenheid van de verschijning van twee publicaties i.v.m. de viering van de 400e geboortedag van G.A. Bredero”, begrijpt u; en nu zouden we u daar graag naartoe sturen zodat u de feestelijkheid voor ons kunt coveren.’
Ik vond dit een onbeschoft voorstel, wilt u weten waarom?
(1) ik ben geen inkthoer maar een columnist en wat daar allemaal voor doorgaat. Zoveel verbeelding heb ik nog wel.
(2) ik ben geen letterkundige maar een schrijver. Dus waarom sturen ze niet iemand van het instituut.
Dus wat doe ik? Ik weiger pertinent en hou het VOOYS-mens nog voor dat ik een hekel heb aan dodenherdenkingen. ‘Er lopen toch bij voorbeeld Renaissancisten op De Vooys rond die daar veel beter over kunnen schrijven dan ik?’
VOOYS-mens: Meneer de Voore, u gelooft het niet maar we hebben bij deze afdeling al vaker geijverd voor een publicatie over Bredero. En zoals wel op meer afdelingen hier het geval is: men geeft geen gehoor. Zou er wat schorten aan de kwaliteit van ons periodiek...?
Ik besluit hier maar geen antwoord op te geven en hoop trouwens dat deze passage vanaf ‘ik vond (...)’ de censuurwoede op de VOOYS-redactie doorstaat want anders kunt u dit niet lezen (bovendien word ik nogal slecht betaald dus iedere letter, nee regel, telt). Intussen bemerk ik dat ik second choice was, wil het VOOYS-mens nog toewerpen maar iemand van de redactie zelf te sturen maar besluit mijn mond te houden en mijn gram te halen in dit stukje. Ik werp de hoorn op de haak.
En gelukkig maar want enige dagen later wordt mij duidelijk (uit de krant van maandag 18 maart) dat ook gewone krantejongens zich daar verzameld hebben als vliegen op de mestvaalt. Voor de Volkskrant bleek verslaggever Kees Fens de viering gecoverd te hebben. Ik ken deze man niet maar hij heeft een eerlijke voornaam en hij werkt voor de Volkskrant dus dat zal wel goed zitten.
Ik lees zijn verslag door om te zien of ik niks gemist heb. Nee, ik