Een aanlokkelijk aanbod dat in opzet strijdig is met de fundamentele vrijheden die een kunstenaar in dit land heeft of zou moeten hebben. Iets schrijven met een verplicht maximale omvang, dat voor een bepaalde tijd klaar moet zijn, en dat niet (zie De vierde man) controversieel mag zijn, of met een voor sommige delen van de bevolking kwetsende inhoud (zie Brinkman).
Campert is er ondanks de moordende beperkingen in geslaagd een opzienbarend product af te leveren, dat ook nog, en dat is helemaal verbazingwekkend, prima blijkt te passen binnen het totale oeuvre van ons meest gelezen Vijftiger. Want het is nogal wat: een boek schrijven met een verdacht hoge oplage, dat tevens - als je slim bent - meer een propaganda is voor je eigen werk dan voor Het Nederlandse Boek.
Het boek, Somberman's actie geheten, beschrijft het sleurvolle bestaan van Somberman, die bij een groot warenhuis is ontslagen, en die zijn dagen nu in leegte doorbrengt. Zijn situatie wordt door Campert zo goed geschetst dat wij hem daar in gedachten voor ons zien staan, het hoofd wat gebogen, de ziel onder de arm. Somberman bevindt zich in de neerwaartse spiraal van het werklozenbestaan, de verveling en het je-nutteloos-voelen, dat op den duur leidt tot steeds later opstaan, en steeds desolater naar bed gaan. In weinig woorden, maar met het verbazingwekkende raffinement dat hem eigen is, weet Campert ons het verhaal te vertellen, gezien door de ogen van vele personen; een verhaal waarin Somberman wat aarzelend de hoofdpersoon is. Sombermans greep op het leven is hem dusdanig ontvallen, dat ook de vertelinstantie niet zo goed meer bij hem in de buurt kan blijven. Als verveeld door Sombermans indolentie, legt het perspectief een dolende tocht af langs de personages van het boek. Die zwerftocht is functioneel, en na even wennen nergens verwarrend.
Op pagina 27 wordt de wereld gezien door de ogen van een van de andere personages, Lubbe, wiens blik op de wereld gevuld is met medeleven en verontwaardiging over wat naar zijn mening een poel van onrecht en verloedering is. Daarna, na het streepje, keert het perspectief zich om naar de vertelinstantie: we zien dat de armoezaaier eigenlijk een dronkeman is. Let eens op hoe weinig woorden Campert nodig heeft om ons die dronkeman te schetsen, en hoe knap hij dat doet: hij laat het personage zelf aan het woord:
- Ik heb een plan, zegt Lubbe en dan zwijgt hij. Hij keert het water zijn rug toe en kijkt naar de andere opvarenden. In hun gezichten ziet hij armoe, gebrek en verbittering. Een oude man met een gezicht vol kreukels kan zich van ondervoeding nauwelijks staande houden. - We nemen nog een druppie, zingt de oude met schorre stem.
Meer zal ik van dit boek niet verraden. Daarvoor is het verhaal te aardig, hoewel de afloop door het omslag wel wordt verklapt. Wie nog nooit proza van Campert heeft gelezen heeft aan dit boekje een goede inleiding tot zijn werk. Wie zijn boeken wel kent mag het werkje niet ongelezen laten: het past zoals al gezegd, netjes binnen het oeuvre van de schrijver.
Somberman's actie is een boek van weinig woorden. Maar er spreekt een geladenheid uit de nog geen honderd bladzijden waar een dikke romantrilogie trots op kan zijn. Het zwijgen gaat een steeds grotere plaats innemen in het werk van Remco Campert. Daarin valt hij te vergelijken met A. Alberts, een andere grote eenling uit onze hedendaagse literatuur. Campert heeft van de hem beperkt toegemeten ruimte een optimaal gebruik weten te maken.
Kees-Jan Backhuys