Vooys. Jaargang 1
(1982-1983)– [tijdschrift] Vooys– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 23]
| |
Anton Steenwijk als hermafrodietVaker is Mulisch in zijn werk bezig twee dingen samen te voegen die op het oog tegenstrijdig zijn. Motieven in De Aanslag wijzen erop dat deze lijn van paradox, alchemie en hermafroditisme wordt voortgezet. In het begin van de roman wordt het samenvloeien van lijnen uitgedrukt. Het is het visgraatmotief in de jurk van Antons moeder en het vlechtwerk labda dat ontstaat in het water als Anton een boot voorbij ziet gaan. Inhoudelijk gezien blijkt het te kloppen: Antons leven heft tijdens de demonstratie van 1981 de politieke tegenstellingen op, en het is op dat moment dat de golven gladtrekken. Anton heeft zijn plaats bepaald: de sextanten hebben hun werk gedaan. De naar de toekomst gekeerde rug wordt gewend, zodat de man niet meer naar achteren op het schip loopt om het schip naar voren te duwen. De as die de Vesuvius volgens Plinius (zie motto) uitspuwt, is neergedaald, wordt alleen nog door de voeten opgeworpen, en het is weer helder. Maar ook smeedt Antons leven de echte en de mogelijke werkelijkheid samen, alsof de alchemist twee stoffen mengt om het levenselixer te verkrijgen. Mulisch zegt zelf (Mulisch stelde dit in een radio-interview bij het KRO-programma Spektakel): ‘De roman is ontstaan van, stel je voor: dat gebeurt, en dan gebeurt dat, wat dan?’ Leg een lijk in een gegeven straat met vier huizen, en kijk maar wat er gebeurt. Het is een experimentele, een naturalistische situatie. Door middel van dit experiment worden de hoofdvragen over het thema van het boek beantwoord. | |
Schuld, verantwoordelijkheid en strafHet thema is: het verschil tussen schuld en verantwoordelijkheid. Er is een schuldketen die ontstaat door causaliteit. De vraag is: wanneer moet er gestraft worden? Al weet de verzetsheld wat de gevolgen zijn, toch pleegt hij de aanslag, waarvoor hij ook schuld draagt; alleen: de repre- | |
[pagina 24]
| |
saille is niet zijn verantwoordelijkheid. Dat is nu net de schuld van de Duitsers. Voor ons is alleen de schuld van de Duitsers strafbaar, maar als Hitler de oorlog had gewonnen, dan was het andersom geweest. De keten van oorzaak en gevolg, die het verhaal is, kun je terugrollen, maar die van schuld niet, want dan schuif je verantwoordelijkheid af. Iedereen heeft gedaan wat hij heeft gedaan, en is daar ook verantwoordelijk voor. Als je dat niet zegt, kom je terecht bij ‘Befehl ist Befehl’. Aan de andere kant wordt in De Aanslag vaak onterecht iemand een bepaalde verantwoordelijkheid verweten. De straf speelt een grote rol. De vraag is dan: was die straf ook terecht? Antons ouders, de verzetshelden, de hagedissen van de buurman, worden onterecht gestraft, terwijl de Duitsers terecht worden gestraft, en Fake Ploeg terecht wordt omgebracht. Maar die historische oordelen zijn door de overwinnaars opgeschreven. | |
Twee klassieke motievenBelangrijk is het motief van het noodlot, het blinde toeval. Anton wordt tegen zijn wil bij de aanslag, en uiteindelijk ook tegen zijn wil bij de vredesdemonstratie betrokken. In zijn leven is het zijn plicht, zich met de fortuna te verzoenen, zodat het fatum helder wordt. Een klassieke stoïsche deugd dus, en alweer een symballeton: het bij elkaar komen van twee dingen, waarvan ook de ‘v’ symbool is (tevens de letter van de bevrijding - victory - die voor Anton in 1981 voltooid is.) De Aanslag past weer uitstekend in het organische geheel van de mythe die Mulisch' werk is. Een voorbeeld nog daarvan: evenals onder andere in Het stenen bruidsbed, is ook nu weer het Trojaanse motief van Vergilius aanwezig. Het huis van Anton in Haarlem gaat ten onder, waarna hij vlucht naar Amsterdam, vluchtend ook voor het verleden. Daar wordt hij vastgehouden door een vrouw, tot hij uiteindelijk terugkeert naar Haarlem, wat dan voor zijn leven de stichting van Rome betekent: nu is alleen nog de toekomst van belang. Een angstschreeuw trekt voor hem uit naar de verte. Op dat moment doemt ook voor de lezer de werkelijkheid van een bedreigde toekomst op.
Marten Roorda Utrecht, 13 december 1982 |
|