Bijdragen laat Duinhoven, aan de hand van Karel ende Elegast, zien dat het mogelijk is op wetenschappelijk verantwoorde wijze tekstkritiek te leveren, indien men grondige kennis bezit van de manier waarop een middeleeuws boek tot stand kwam. Kopiisten, zetters en anderen die daarbij betrokken waren, maakten fouten, en wel vaste typen fouten. Die fouten veroorzaakten onregelmatigheden in de tekst. Deze werden dikwijls gecorrigeerd, en dat gebeurde volgens bepaalde patronen. Door nu een tekst zorgvuldig te bestuderen en te interpreteren en gebruik te maken van onze kennis van de werkzaamheden die verricht werden door kopiisten, zetters, bewerkers en alle anderen die een rol speelden in het produktieproces van een boek, kunnen we plaatsen aanwijzen waar een fout de tekst is binnengeslopen, waar een onregelmatigheid is weggewerkt of een passage ingelast. Op deze wijze kunnen we aantonen dat er tekstverandering heeft plaatsgevonden, verklaren waardoor dat heeft kunnen gebeuren en op verantwoorde wijze reconstructies aanbrengen. Kon men in de vorige eeuw slechts dan aantonen dat er tekstverandering had plaatsgevonden, wanneer de lezingen in de overgeleverde bronnen van elkaar verschilden, nu kunnen we dat ook wanneer ze gelijkluidend zijn. Hoe de originele Karel ende Elegast er precies uitzag, valt niet te achterhalen, maar wel kunnen we nu doordringen tot tekstlagen die onder het oppervlak liggen van de ons overgeleverde redacties.
In het tweede deel van Bijdragen staat de tekstkritiek in haar relatie tot de tekstinterpretatie centraal. Duinhoven betoogt daarin dat Karel ende Elegast gebaseerd is op informatie uit de Latijnse kroniek van Sigebertus van Gembloux en dat het verhaal in de loop van de eeuwen met meer en meer fictieve elementen werd uitgebreid.
Veel studenten die zich gespecialiseerd hebben in Middelnederlandse letterkunde, zullen de Bijdragen (althans gedeeltelijk) kennen. Wie niet de moed heeft de twee dikke delen te lezen maar wel nieuwsgierig is naar de inhoud van deze fascinerende studie, raad ik aan de Karel ende Elegast-editie die Duinhoven in 1982 heeft bezorgd, uit de kast te halen. In de inleiding daarvan vindt men een heldere samenvatting van de Bijdragen.
Irene Spijker
30 januari 1983