Dat de vijftig gedichten uit ‘Vergeten liedjes’ vrijwel allemaal over een liefde gaan, moet zelfs de meest oppervlakkige lectuur wel duidelijk maken. De figuren waar het over gaat, zijn een ‘ik’ en een ‘gij’; en de ‘anderen’ waartegen ze worden afgezet, verschijnen maar een doodenkele maal ten tonele. Maar het is wel een bijzonder soort liefde waarin de ziel centraal staat (die wordt vijftig maal met name genoemd), en in de meeste gedichten is er sprake van God of van de God der Liefde (met hoofdletters!) - in totaal bijna veertig maal. Heel opmerkelijk is dan, dat de geliefde ook nauwelijks, of eigenlijk in het geheel géén, geïndividualiseerde en persoonlijke trekken krijgt. Vijftig maal is er sprake van de oogen, vijfentwintig maal van het (aan)gezicht, het gelaat of de trekken; handen, voeten, mond, lichaam(lijf) en hoofd brengen het gezamelijk ook zo ver. Maar of de geliefde nu blond of bruin, klein of groot, tenger of volslank is, blijkt nergens (eenmaal zijn de ogen blauw). De klare ogen, het stralend of helder aangezicht, zijn emanaties van de ziel, mag je wel zeggen, en komen er in een kus warme lippen aan te pas, dan is het nog maar als voorwaarde voor de intensiteit van de zielsliefde. Het is dan ook niet toevallig dat we in de hele bundel maar een paar keer (zeven maal) het hart tegenkomen.
De wereld waarin zich deze liefde voltrekt, is, zoals haast vanzelf spreekt, ook al ontdaan van al het particuliere en individuele. Hoe ziet ze eruit? Er is de hemel, de lucht (vijftig maal), de aarde, de wereld,velden of landen, een enkele maal de wei (tezamen ook vijftig maal); minder vaak wolken, het zwerk en de zee (elk ± 15 maal). En daarboven stralen de zon, de maan en de sterren (samen tachtig maal). Er zijn op aarde de jaargetijden - vooral het voorjaar, de lente, en de zomer (dertig maal) - herfst en winter ontbreken nagenoeg geheel. En er zijn de getijden van het etmaal: de nacht (dertig maal), de morgen of dageraad, en de avond (elk twintig maal), in mindere mate ook nog de dag en de middag.
Echte kleuren heeft deze wereld maar bij uitzondering. De overwegende zijn goud (30), blank, wit of sneeuw(en)(25) en verder rood in zeer uiteenlopende - negatieve zowel als positieve - verbindingen (25). Daartegenover vind je dan donker, duister en schaduw (30 maal). Voor het overige komen alleen blauw, zilver,blond en bleek elk een paar keer voor, en het gras of de wei is eenmaal groen.
De wereld van deze liefde wordt ervaren in termen van licht (45 x), van schoon, klaar, helder, glans, stralen, luister, pracht, zuiver (samen honderd maal). En wat dit teweegbrengt, is lach, blij(dschap), vreugde, geluk - noties