Voortgang. Jaargang 30
(2012)– [tijdschrift] Voortgang– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 289]
| |
Boekbespreking door Arjan van LeuvensteijnDe voortvarende zeemansvrouw. Openhartige brieven aan geliefden op zee, bezorgd door Marijke van der Wal. Sailing Letters Journaal III. [met dvd]. Walburg Pers [Zutphen 2010]. €19,95.In de reeks Sailing Letters Journaal stelt de redactie zich ten doel een selectie uit de in het archief van de High Court of Admirality bewaarde documenten, met name brieven, te publiceren.Ga naar voetnoot1 Het is de eerste keer dat in deze historische reeks een boek is uitgegeven door een historisch taalkundige, Marijke van der Wal. Terecht heeft zij zich laten bijstaan door een aantal deskundigen. Naast bijdragen van de neerlandici Judith Nobels, Gijsbert Rutten en Tanja SimonsGa naar voetnoot2 op het terrein van de annotatie en het archiefonderzoek bevat het boek historische studies van Jaap R. Bruijn en Annette de Wit.Ga naar voetnoot3 Het boek opent met een prachtige inleiding door de zeevaart-deskundige Bruijn, getiteld ‘Twee stuurlieden in een strak gestructureerd bedrijf. De stuurlieden zijn Coenraad Buyk, onderstuurman op de Hoogkarspel, en Christiaan de Cerf, derde stuurman op de Batavia. Het ‘strak gestructureerde bedrijf’ doelt op de organisatie van de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Ook de eisen die aan stuurlieden werden gesteld, hun taken en hun inkomen, dit alles wordt helder beschreven. En daarmee is het leven van de echtgenoten van de twee briefschrijfsters geschetst van wie in dit boek een aantal brieven aan hen uitgegeven zijn. De studie van Annette de Wit geeft ons een beeld van het moeilijke bestaan van de zeemansvrouwen. Bij afwezigheid van hun echtgenoten stonden zij vanwege hun juridische ondergeschiktheid aan de man maatschappelijk eigenlijk te zwak om zelfstandig contracten te mogen sluiten. Hierdoor waren hun handelingsmogelijkheden in het dagelijks leven beperkt. Verder moesten zij vaak neveninkomsten verwerven om zich financieel staande te houden, activiteiten lopend van winkelnering en huisarbeid tot prostitutie. De tekstuitgave De voortvarende zeemansvrouw bevat twee reeksen van brieven uit 1779 die in hoofdstukken zijn gegroepeerd. Vrijwel alle brieven van Hendrikje de Cerff-ten Broek zijn door een andere scribent op papier gezet, slechts één episteltje is van haar hand; daarentegen zijn de brieven van Meymerigje Buyk-Kleynhens wel alle eigenhandig geschreven. Uit beide reeksen doemt een beeld op van echtgenotes die bekommerd zijn om hun man en zo lang mogelijk zorgzaam zijn, nu hun schepen nog op de rede liggen. Ze sturen hen allerlei zaken en producten na die van pas kunnen komen. Ook is het opvallend, dat ze beiden bij herhaling | |
[pagina 290]
| |
blijk geven van hun geloof, waar zij hun echtgenoten in de zorg van de Almachtige aanbevelen. De ‘Brieven aan Christiaan de Cerff’, verzorgd door Marijke van der Wal, opent met een hoofdstuk over het probleem of Hendrikje ten Broek zelf of iemand uit haar omgeving de hier uitgegeven brieven op papier heeft gezet. Daarop volgen zes hoofdstukken met teksten van brieven, waaronder ook enkele van andere scribenten. De ‘Brieven aan Coenraad Buyk’ zijn verzorgd door Gijsbert Rutten, Judith Nobels en Tanja Simons. Hier begint de reeks met een bijzonder levendig geschreven bespreking door Rutten van het taalgebruik van Meymerigje Kleynhens. Ook in deze reeks bevinden zich enkele brieven aan Buyk, geschreven door andere personen. De opbouw van de hoofdstukken die briefteksten bevatten, is in beide reeksen gelijk: we krijgen een inleiding waarin de inhoud van de brieven een plaats krijgt in de correspondentie en waarin zoveel mogelijk uitleg over genoemde personen en zaken wordt verstrekt. Geheel voorbereid kan de lezer dan aan de brieven beginnen, waar de noten geregeld naast semantische ook situationele informatieGa naar voetnoot4 bevatten. De transcripties van de teksten zijn in een kader geplaatstGa naar voetnoot5 en volgen de lay-out van de brieven, waardoor de regels in de originele brieven en die in de gedrukte tekst corresponderen. Dit is bevorderlijk bij het terugzoeken van de brieven in facsimile op de dvd. De briefteksten zijn in het boek dus duidelijk afgescheiden van de lopende tekst van de bezorgers. Bij de presentatie van de teksten is de ‘gemengde methode’ gevolgd, zoals beschreven in Richtlijnen voor het beschrijven van historische bescheiden van het Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap en de Rijkscommissie voor Vaderlandse Geschiedenis. Deze Richtlijnen zijn opgesteld om de met name historisch geïnteresseerde lezer optimale toegang tot de inhoud van de teksten te geven. Daarom zijn er nogal wat ingrepen in de vorm van de teksten gedaan: een moderne interpunctie is toegevoegd, het gebruik van minuskel en majuskel gemoderniseerd, gescheiden delen van thans samengestelde woorden zijn vereend, aaneengeschreven woorden gesplitst, de i-j, u-v, y-ij opposities aan huidig gebruik aangepast. Verder zijn geregeld (naar ons begrip) ontbrekende letters en woorden toegevoegd.Ga naar voetnoot6 Soms moet er erg veel worden aangevuld.Ga naar voetnoot7 Bij zoveel veranderingen is het opmerkelijk dat spelfouten niet in de gepresenteerde teksten zijn verbeterd en zelfs verschrijvingen gehandhaafd blijven. Die wijzigingen had men gemakkelijk in een noot kunnen verantwoorden. | |
[pagina 291]
| |
Al de genoemde aanvullingen op de oorspronkelijke tekst van de brieven brengen met zich mee, dat de lezer de onbeholpenheid van de schrijfsters grotendeels ontgaat. Voor taalkundig onderzoek zal men terug moeten gaan naar de ‘kale’ brieven die we in de bijgevoegde dvd kunnen terugvinden. Daarbij merk ik wel op dat dit terugvinden aanmerkelijk gediend zou zijn met een nauwkeurige vermelding van de vindplaats van elke brief uit het boek op de dvd. De instructie op blz. [160] is namelijk bepaald onvoldoende. De kwaliteit van de tekstpresentaties blijkt niet alleen uit de inleidingen, die in beide reeksen brieven voortreffelijk is, maar ook uit de nauwkeurigheid van de transcripties en het notenapparaat.Ga naar voetnoot8 De tekstbezorgers weten daarbij waar de grens van hun kunnen ligt. Is de tekst op een plaats namelijk niet met enige zekerheid te ontcijferen, dan melden zij ‘[onleesbaar]’ in de tekst en blijven ze aarzelen, dan staat er ‘[?]’. Ook in de annotaties geven de bewerkers opening van zaken en melden ze - waar de tekst niet eenduidig is - soms enkele interpretatiemogelijkheden naast elkaar.Ga naar voetnoot9 Het boek kan op verschillende manieren gelezen worden: van voor naar achteren, maar ook per hoofdstuk apart. Om ook die laatste gebruiker van dienst te zijn vinden we in het notenapparaat een aantal verduidelijkingen die de cursorisch lezende gebruiker steeds weer tegenkomt: in de adressering is de kapitein immer manhaftig (‘dapper’), de echtgenotes melden bij herhaling dat zij (of hun familie) vris (‘fris, gezond’) en geesont zijn, veel onderschikkende zinnen beginnen met als dat (‘dat’) en daar (‘waar’). In de beknopte ‘Taalkundige terugblik’ bespreekt Marijke van der Wal de meest opmerkelijke feiten in het schriftelijk taalgebruik van Hendrikje en Meymerigje: de ongestructureerdheid van de teksten, het gebruik van standaardformules in velerlei variatie, de h, die aan het begin van het woord geregeld ontbreekt of hypercorrect is toegevoegd en dus waarschijnlijk niet gesproken zal zijn, de n-deletie, maar ook werkwoordsvormen als [ik] gaan en verder verkleinwoorden als pakkie.
De uitgave van de brieven in De voortvarende zeemansvrouw (met inleidingen en aantekeningen en bovendien met foto's van de originelen op dvd) biedt de lezer alles wat hij nodig heeft om de teksten zo volledig mogelijk te verstaan. Voor de verzorging van het boek verdient de uitgeverij een groot compliment: harde kaft met fraai ontwerp, heldere letter, zeer geslaagde lay-out. De fraaie kleurenreproducties vormen bovendien een functionele aanvulling op de tekst. |
|