| |
| |
| |
Publicaties van Theo A.J.M. Janssen 1970-2006
Afkortingen:
FdL |
= Forum der letteren |
Glot |
= Glot, tijdschrift voor taalwetenschap |
Gramma |
= Gramma, Nijmeegs tijdschrift voor taalkunde |
Gramma/TTT |
= Gramma/TTT - tijdschrift voor taalwetenschap |
NTg |
= De nieuwe taalgids |
NTlk |
= Nederlandse taalkunde |
Tabu |
= Tabu, taalkundig bulletin van het Nederlands Insitutuut van de Rijksuniversiteit Groningen |
TNTL |
= Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde |
Voortgang |
= Voortgang, jaarboek voor de neerlandistiek |
| |
1970
De (vrije) predikatieve toevoeging en de bepaling van gesteldheid. NTg 63, 103-106.
| |
1975
Possessieve konstrukties. NTg 68, 1-13.
| |
1976
Hebben-konstrukties en indirekt-objektskonstrukties. Diss. Katholieke Universiteit Nijmegen 1975 [lees: 1976]. (Herdr. Utrecht: HES, 1976.) [195 blz.]
Over in en uit. Handelingen van het vier en dertigste Nederlands Filologencongres gehouden te Amsterdam op dinsdag 13, woensdag 14 en donderdag 15 april 1976. Amsterdam: Holland Universiteits Pers, 51-56.
De volgorde S - IO - DO naast de volgorde IO - S. Tabu 7, 1-17.
| |
1977
Het vragend voornaamwoord wie + het existentiële er. Tabu 7, 41-45.
Het wel en niet omschreven indirekt objekt en de possessieve datief. TNTL 93, 203-230.
| |
1978
(met A. van Berkel, W. Blok en G. Brummel, red.) Proeven van neerlandistiek aangeboden aan Prof. Dr. Albert Sassen. Groningen: Nederlands Instituut. [399 blz.]
Anaforie bij koreferentie. Grammaticale semantiek of pragmatiek? In: Van Berkel e.a. (red.), 211-238.
| |
| |
| |
1980
(met N.F. Streekstra, red.) Grenzen en domeinen in de grammatica van het Nederlands. Groningen: Nederlands Instituut. [228 blz.]
Anaforische relaties. In: Janssen en Streekstra (red.), 64-91.
Naar een universele grammatika. In: Janssen en Streekstra (red.), 8-37.
Coreference and interreference in anaphoric relations. Grammatical semantics or pragmatics? Johan Van der Auwera (red.), The semantics of determiners. London: Croom Helm, 67-80.
| |
1982
Woordspeling in vertaling. ‘A sad tale’. In: K. Iwema en J.M.J. Sicking (red.), Regel voor regel. Vertalen en vertalingen. Proeven en beschouwingen. Groningen: Nederlands Instituut/LEKR, 76-89.
| |
1983
Het temporele systeem van het Nederlands. Drie tijden en twee tijdscomposities. Glot 6, 45-104.
| |
1985
Composiete temporele modificatie. Suprematie van semantische categorieën. Tabu 15, 10-78.
De constructie hebben/zijn + (‘)voltooid deelwoord(’). Voortgang 6, 49-84.
| |
1986
De betekenis van het Nederlands. Inaugurele rede Vrije Universiteit Amsterdam. [36 blz.]
D.M. Bakker, onderzoeker van taal en taalbeschrijving. Voortgang 7, 5-23.
Tijd in taal. Gramma 10, 309-323.
Het voltooid deelwoord. Glot 9, 57-78.
| |
1987
Acht, zes of twee tempora? FdL 28, 89-93.
De betekenis van het Nederlands. FdL 28, 1-23. (= herdr. inaug. rede 1986.)
Het perfectum. Syntactisch en semantisch samengesteld. Tabu 17, 28-53.
| |
1988
(met Jan Noordegraaf en Arie Verhagen, red.) De macht van het woord. Een selectie uit het taalkundig werk van D.M. Bakker. Amsterdam: VU Uitgeverij. [236 blz.]
| |
| |
Tense and temporal composition in Dutch. Reichenbach's ‘point of reference’ reconsidered. In: Veronika Ehrich en Heinz Vater (red.), Temporalsemantik. Beiträge zur Linguistik der Zeitreferenez [= Zeitreferenz]. Tübingen: Niemeyer, 96-128.
Grammaticale theorie. Conventionaliteit en vorm-betekeniseenheid van taalelementen. Naar aanleiding van Johannes Martinus van der Horst, Historische grammatica en taaltekens. Studies over de plaats van de persoonsvorm, samentrekking en de onpersoonlijke constructie in de geschiedenis van het Nederlands, diss. Universiteit van Amsterdam 1986. [Besprekingsartikel.] FdL 29, 97-115.
Recensie van Vincenzo Lo Cascio en Co Vet (red.), Temporal structure in sentence and discourse, Foris: Dordrecht 1986. Spektator 18, 152-153.
| |
1989
(met Werner Abraham, red.) Tempus - Aspekt - Modus. Die lexikalischen und grammatischen Formen in den germanischen Sprachen. Tübingen: Niemeyer. [413 blz.]
Die Hilfsverben werden (deutsch) und zullen (niederländisch). Modal oder temporal? In: Abraham en Janssen (red.), 65-84.
Meelezen om mee te kunnen praten. Vrijetijdslectuur voor volwassen NT2-leerders. Levende talen 440, 257-262.
Present and past. Counterparts of this and that. Paper A 269. Duisburg: LAUD. [23 blz.]
Preteritum of perfectum? O tempora, o sores! Neerlandica extra muros 59, 50-60.
Tempus: interpretatie en betekenis. NTg 82, 305-329.
| |
1990
Theoriegeladen waarneming en theoriegebonden reflectie. Naar aanleiding van Johan Kerstens en Arie Sturm, Taalkunde als wetenschap, Leiden etc.: Nijhoff 1989. [Besprekingsartikel.] Spektator 19, 393-400.
| |
1991
(met Stijn Verrept) Tweeluik schriftelijke communicatie, dl. 1: Strategisch corresponderen. Houten etc.: Bohn Stafleu Van Loghum. [250 blz.]
(met Jadranka Gvozdanovic en Östen Dahl, red.) The function of tense in texts. Amsterdam etc.: North-Holland. [292 blz.]
(met Saskia Daalder, Jadranka Gvozdanovic en Sies de Haan) Introduction. In: Gvozdanovic, Janssen en Dahl (red.), vii-ix.
Preterit as definite description. In: Gvozdanovic, Janssen en Dahl (red.), 157-181.
Consecutio temporum in de Ferguut. Variaties op een thema. In: Jan Noordegraaf en Roel Zemel (red.), Accidentia. Taal- en letteroefeningen voor Jan Knol. Amsterdam: Stichting Neerlandistiek VU; Münster: Nodus Publikationen, 135-151.
| |
| |
| |
1992
(met Stijn Verrept) Strategisch corresponderen. Werkboek. Houten etc.: Bohn Stafleu Van Loghum. [31 blz.]
(met Th. Hermans en P.G.M. de Kleijn, red.) Handelingen elfde Colloquium Neerlandicum. Woubrugge: IVN. [382 blz.]
Inleiding. In: Hermans, Janssen en De Kleijn (red.), 5-8.
Hoe: vragend en betrekkelijk bijwoord? Een kwestie van betekenis? In: Hans Bennis en Jan W. de Vries (red.), De binnenbouw van het Nederlands. Een bundel artikelen voor Piet Paardekooper. Dordrecht: ICG Publications, 157-168.
Controle. Een onbeheersbaar onderwerp in de Regeer-en-Bindtheorie. Naar aanleiding van Ton van Haaften, De interpretatie van verzwegen subjecten, diss. Vrije Universiteit Amsterdam 1991. [Besprekingsartikel.] Spektator 21, 327-344.
Het indirect object. Een grammatisch-theoretisch sjibbolet en een culturele entiteit, maar geen grammatische categorie? Naar aanleiding van Everdina Cornelia Schermer-Vermeer, Substantiële versus formele taalbeschrijving. Het indirect object in het Nederlands, diss. Universiteit van Amsterdam 1991. [Besprekingsartikel.] TNTL 108, 354-371.
Waarom zouden we Nederlands studeren in het buitenland? Onze taal 61, 121-122.
| |
1993
(met Stijn Verrept) Tweeluik schriftelijke communicatie. Dl. 2: Strategisch rapporteren. Houten etc.: Bohn Stafleu Van Loghum. [248 blz.]
Deiktische dimensies. In: Rita D. Snel Trampus (red.), Nederlandse taal-, vertaal- en letterkunde. Colloquium van docenten in de Neerlandistiek in Zuid-Europa, Trieste, 13-14 april 1992. Triëst: Lint, 1-16.
De tempora in het Nederlands. In: Rita D. Snel Trampus (red.), Nederlandse taal-, vertaal- en letterkunde. Colloquium van docenten in de Neerlandistiek in Zuid-Europa, Trieste, 13-14 april 1992. Triëst: Lint, 31-51.
Tenses and demonstratives. Conspecific categories. In: Richard A. Geiger en Brygida Rudzka-Ostyn (red.), Conceptualizations and mental processing in language. Berlin etc.: Mouton de Gruyter, 741-783.
Recensie van Marijke van der Wal, in samenw. met Cor van Bree, Geschiedenis van het Nederlands, Utrecht: Spectrum 1992. Neerlandica extra muros 31, 62.
| |
1994
Betekenis en interpretatie, of hoe taal en wereldbeeld elkaar aanvullen. In: Tieme van Dijk en Roel Zemel (red.), Het is kermis hier. Lezingen ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van Nederlands aan de Vrije Universiteit. Amsterdam: Stichting Neerlandistiek VU; Münster: Nodus Publikationen, 5-18.
Deiktische gezichtspunten. Neerlandica wratislaviensia 7, 141-159.
| |
| |
Politeness in direct and indirect forms of address in Max Havelaar. A sociolinguistic evolution. In: Martinus A. Bakker en Beverly H. Morrison (red.), Studies in Netherlandic culture and literature. Lanham, MD etc.: University Press of America, 165-193.
Preterit and perfect in Dutch. In: Co Vet en Carl Vetters (red.), Tense and aspect in discourse. Berlin etc.: Mouton de Gruyter, 115-146.
Tense in Dutch. Eight ‘tenses’ or two tenses? In: Rolf Thieroff en Joachim Ballweg (red.), Tense systems in European languages. (Dl. 1.) Tübingen: Niemeyer, 93-118.
De verhouding tussen Saïdjah en Adinda in twee varianten. Over Multatuli 33, 30-39.
Recensie van A. Braet en J. van de Gein (red.). Taalbeheersing als tekstwetenschap. Terreinen en trends, Dordrecht: ICG Publications 1993. Tijdschrift voor taalbeheersing 16, 321-325.
| |
1995
(met P.G.M. de Kleijn en A.M. Musschoot, red.) Nederlands in culturele context. Handelingen twaalfde Colloquium Neerlandicum. Woubrugge: IVN; Münster: Nodus Publikationen. [402 blz.]
(met P.G.M. de Kleijn en A.M. Musschoot) Inleiding. In: De Kleijn, Janssen en Musschoot (red.), 5-7.
Cognitive semantics of region-based deixis. In: Richard A. Geiger (red.), Reference in multidisciplinary perspective. Philosophical object, cognitive subject, intersubjective process. Hildesheim etc.: Olms, 141-165.
Deixis from a cognitive point of view. In: Ellen Contini-Morava en Barbara Sussman Goldberg (red.), Meaning as explanation. Advances in linguistic sign theory. Berlin etc.: Mouton de Gruyter, 245-270.
Heterosemy or polyfunctionality? The case of Dutch maar ‘but, only, just.’ In: Thomas F. Shannon en Johan P. Snapper (red.), The Berkeley Conference on Dutch Linguistics 1993. Dutch linguistics in a changing Europe. Lanham, MD etc.: University Press of America, 71-85.
The preterit enabled by the pluperfect. In: Pier Marco Bertinetto, Valentina Bianchi, Östen Dahl en Mario Squartini (red.), Temporal reference, aspect and actionality, dl. 2: Typological perspectives. Torino: Rosenberg en Sellier, 239-254.
(met Henk Duits) Recensie van Robert S. Kirsner (red.), The Low Countries and beyond, Lanham, MD etc.: University Press of America 1993. FdL 36, 150-153.
| |
1996
(met Jan Noordegraaf, red.) Adriaen Verwer, Schets van de Nederlandse taal. Grammatica, poëtica en retorica. Naar de editie van E. van Driel vertaald door J. Knol. Met een fotomech. herdr. van Anonymus Batavus' Idea Linguae Belgicae grammatica, poetica et rhetorica bez. door Everhardus van Driel, Leiden 1783. Amsterdam: Stichting Neerlandistiek VU; Münster: Nodus Publikationen. [362 blz.]
(met Wim van der Wurff, red.) Reported speech. Forms and functions of the verb. Amsterdam en Philadelphia: Benjamins. [311 blz.]
| |
| |
(met Wim van der Wurff) Introductory remarks on reported speech and thought. In: Janssen en Van der Wurff (red.), 1-12.
Tense in reported speech and its frame of reference. In: Janssen en Van der Wurff (red.), 237-259.
Deictic and anaphoric referencing of tenses. In: Walter De Mulder, Liliane Tasmowski-De Ryck en Carl Vetters (red.), Anaphores temporelles et (in-)cohérence. Amsterdam en Atlanta, GA: Rodopi, 79-107.
Hier en nu op verschillende tekstniveaus. Gramma/TTT 5, 163-182.
Hier en nu op verschillende tekstniveaus. Reactie op het commentaar van Sies de Haan. Gramma/TTT 5, 187-190.
Hoe werkwoordstijden werken. In: Ted Sanders en Peter Smulders (red.), Schrijfwijsheden. Visies op taal en taaladvies. Den Haag: Sdu Uitgevers, 217-224.
| |
1997
Communiceren. Over taal en taalgebruik. Den Haag: Sdu Uitgevers; Antwerpen: Standaard Uitgeverij. [231 blz.]
(met Stijn Verrept). Tweeluik schriftelijke communicatie, dl. 2: Strategisch rapporteren. Tweede opl. Houten en Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum. [248 blz.]
Geen vorm en toch een functie? Modale, temporele, aspectuele en lexematische bijzonderheden bij hebben. In: E.H.C. Elffers-van Ketel, J.M. van der Horst en W.G. Klooster (red.), Grammaticaal spektakel. Artikelen aangeboden aan Ina Schermer-Vermeer bij haar afscheid van de Vakgroep Nederlandse Taalkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Amsterdam: Vakgroep Nederlandse Taalkunde, Universiteit van Amsterdam, 123-134.
| |
1998
Het begin van de zin, in functioneel perspectief. In: Hugo Brems, Gerard Elshout, Anne Marie Musschoot en Roel Vismans (red.), Nederlands tweehonderd jaar later. Handelingen dertiende Colloquium Neerlandicum. Woubrugge: IVN; Münster: Nodus Publikationen, 265-302.
Giving in Dutch. An intra-lexematical and inter-lexematical description. In: John Newman (red.), The linguistics of giving. Amsterdam en Philadelphia: John Benjamins, 267-306.
The referentiality of tenses. In: Svetlana Vogeleer, Walter De Mulder en Ilse Depraetere (red.), Tense and aspect. The contextual processing of semantic indeterminacy, 209-226. (= Belgian journal of linguistics 12.)
| |
1999
(met Gisela Redeker, red.) Cognitive linguistics. Foundations, scope, and methodology. Berlin and New York: Mouton de Gruyter. [269 blz.]
Introduction. In: Janssen en Redeker (red.), 1-12.
| |
| |
Moeten en een verborgen redenering. In: Henk Duits en Ton van Strien (red.), Een wandeling door het vak. Opstellen voor Marijke Spies. Amsterdam: Stichting Neerlandistiek VU; Münster: Nodus Publikationen, 33-40.
| |
2000
Moeten: de oplossing van een probleem. In: Steven Gillis, Jan Nuyts en Johan Taeldeman (red.), Met taal om de tuin geleid. Een bundel opstellen voor Georges De Schutter ter gelegenheid van zijn pre-emeritaat. Antwerpen: Departement Germaanse UIA, 203-213.
| |
2001
Dutch. In: Jane Garry en Carl Rubino (red.), Facts about the world's languages. An encyclopedia of the world's major languages, past and present. New York etc.: H.W. Wilson, 190-193.
The semantics of Dutch moeten ‘must, should, have to’ from a typological and a relevancetheoretical perspective. In: Paul Bogaards, Johan Rooryck, Paul J. Smith en Véronique van Gelderen (red.), Quitte ou double sens. Articles sur l'ambiguïté offerts à Ronald Landheer. Amsterdam en Atalanta: Rodopi, 109-133.
Perspectieven voor taalkunde en taalbeheersing van het Nederlands. Nieuwsbrief voor afgestudeerden van de opleiding Nederlands van de Vrije Universiteit te Amsterdam 21, 12-18.
| |
2002
(red.) Taal in gebruik. Een inleiding in de taalwetenschap. Den Haag: Sdu. [295 blz.]
Taal, communicatie en achtergrondkennis. In: Janssen (red.), 11-25.
(met Matthias Hüning). Woorden en cognitie. In: Janssen (red.), 61-76.
(met Arie Verhagen). Zinnen en cognitie. In: Janssen (red.), 77-96.
Deictic principles of pronominals, demonstratives, and tenses. In: Frank Brisard (red.), Grounding. The epistemic footing of deixis and reference. Berlin etc.: Mouton de Gruyter, 151-193.
Synonymie en waarheid. In: Reinhilde Haest, Luuk Van Waes en Dirk Caluwé (red.), Communicatief bekeken. Liber amicorum Stijn Verrept. Mechelen: Kluwer, 111-114. (Ook in Nieuwsbrief voor afgestudeerden van de opleiding Nederlands van de Vrije Universiteit Amsterdam 23, 25-31.)
Wij- en zij-taalkunde in relatietherapie. Neder-L 0207.31, 〈http://www.neder-l.nl/bulletin/2002/07/020731.html〉. (Repliek op Marc van Oostendorp, De Nu-Wij-Taalwetenschap, Neder-L 0207.19 (= bespreking van Th. Janssen (red.), Taal in gebruik. Een inleiding in de taalwetenschap, Den Haag: Sdu 2002).)
| |
2003
Monosemy versus polysemy. In: Hubert Cuyckens, René Dirven en John R. Taylor (red.), Cognitive approaches to lexical semantics. Berlin en New York: Mouton de Gruyter, 93-122.
Inspirerend Nederlands? Een pleidooi voor doorstroom van kennis over taal. Nederlandse taalkunde 8, 301-314.
| |
| |
| |
2004
(met Saskia Daalder en Jan Noordegraaf, red.) Taal in verandering. Artikelen aangeboden aan Arjan van Leuvensteijn bij zijn afscheid van de opleiding Nederlandse Taal en Cultuur aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Amsterdam: Stichting Neerlandistiek VU; Münster: Nodus Publikationen. [214 blz.]
Max Havelaars tekstvarianten. Verklappers van veranderingen in taal en identiteit. In: Daalder, Janssen en Noordegraaf (red.), 61-70.
Deixis and reference. In: Geert Booij, Christian Lehmann, Joachim Mugdan, Stavros Skopeteas en Wolfgang Kesselheim, (red.), Morphologie. Ein internationales Handbuch zur Flexion und Wortbildung. Dl. 2. Berlin etc.: Walter de Gruyter, 983-998.
(met Esther Pascual). Zinnen in samenstellingen. Presentaties van fictieve verbale interactie. NTlk 9, 285-310.
Verloedert het Nederlands of vernieuwt het zich? Taalschrift. Tijdschrift over taal en taalbeleid. 〈http://taalschrift.org/discussie/000465.html〉
| |
2005
(Ad)mirativiteit in het Nederlands. in: Variaties op een thema door familie, vrienden en collega's bij het afscheid van Ad Welschen van de Universiteit van Amsterdam op donderdag 27 oktober 2005. CD-rom, Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam. Amsterdam 2005. (Ook op: 〈http://cf.hum.uva.nl/dsp/nederlandsetaalkunde/NTKonderzoek.htm〉; alsmede in Voortgang 23, 249-259.)
(met Esther Pascual) Doe-het-zelfsamenstellingen. De opkomst van zin-woordcombinaties. Onze taal 74, 112-114.
| |
2006
Onvolledige zinnen. Rede uitgesproken bij het aftreden als hoogleraar in de taalkunde en taalbeheersing van het Nederlands aan de Faculteit der Letteren van de Vrije Universiteit te Amsterdam op 8 september 2006. Amsterdam: Stichting Neerlandistiek VU; Münster: Nodus Publikationen. [40 blz.]
| |
te verschijnen
(met Ronny Boogaart) Tense and aspect. In: Dirk Geeraerts en Hubert Cuyckens (red.), Handbook of cognitive linguistics. Oxford: Oxford University Press.
Source prepositions. In: H. Cuyckens, R. Svorou, W. de Mulder en G. Radden (red.), Prepositions, adpositions, and other grams. Berlin etc.: Mouton de Gruyter.
A speaker/hearer-based grammar. The case of possessives and compounds. In: Mike Hannay en Gerard Steen (red.), Structural-functional studies in English grammar. [Bundel bij het afscheid van Lachlan Mackenzie.] Amsterdam: Benjamins.
De focusconstructies moet je eens kijken en kijk eens. NTlk 11. |
|