Prisma
Voorlichting met ooglappen. -
De Vl.Ag. (Tijdschrift van de Vlaams-Duitse Arbeidsgemeenschap) laat een driedubbel nummer verschijnen van 140 blz. onder den veelbelovenden titel: De Hedendaagsche Letterkunde in Vlaanderen en Duitsland.
Wederzijdsche kennismaking is het doel, dat door Dr. R.F. Lissens (redacteur van dit nummer) wordt aangeduid, en... ‘wij hebben alles te winnen bij een ernstige kennismaking’ doceert hij daarbij. Het zal hem echter moeilijk vallen nog ooit zooveel onzin bij mekaar te brengen onder een omslag.
De bijdragen van Rob. Roeman en Al. De Maeyer laten we buiten bespreking. Die twee auteurs zijn bevoegd in de zaken die ze behandelen. Que viennent-ils faire dans cette galère?
Er zijn echter andere wijze uitspraken te bloemlezen.
Paul de Vree scripsit: ‘Alles bij elkaar genomen is de mensch van de 20e eeuw op zijn evenmensch gebotst, hij heeft plots den anderen zien staan. Het begrip “gemeenschapsmensch” is door geen andere oorzaak verklaarbaar’... en verder: ‘Het begrip gemeenschap sluit in zich ook deze van opeenhooping, van massa, van menschelijke agglomeratie, stad, grootstad.’
In het Duitsche gedeelte wordt datzelfde begrip wel eenigszins anders verklaard, maar... Paul de Vree neemt dat niet zoo nauw met al die begrippen.
P.G. Buckinx weet het licht heel bescheiden te doen vallen op de vriendjes, en ‘Volk’ moet dan dienen als sombere achtergrond.
‘Tijdstroom’ (R.I.P.) en ‘Vormen’ ‘wilden de poëzie vrijwraren van alle buiten-lyrische inmenging’ ...maar daar is dan Volk; die menschen willen aanleunen bij Rodenbach, De Clercq en Moens. Het zijn maar ‘enkele jongeren die vooral door Ernest Van der Hallen worden aangevuurd en geleid ‘...onder de ietwat populaire vlag “Volk”.’
Daarnaast zijn er, goddank, de dichters ‘die een zuiverder vormgeving en een intenser beleving der dingen nastreven en die zich voornamelijk rond het tijdschrift “Vormen” hebben geschaard.’
Wist u ook dat ‘het natuur- en volksverbonden element... bij de dichters van “Vormen” in gedistilleerden toestand aanwezig is en getransformeerd werd en opgetild naar een hooger plan’?
Moet het dan nog verwondering wekken dat Buckinx en De Vree zoo fijn te weten distilleeren dat al die minder zuivere schrijvers in de kolf achterblijven
Nochtans schreef Dr. R.F. Lissens in de inleiding: ‘Men zal dan spoedig ervaren dat de eenzijdige en beslist schematieke voorstelling van elkanders bedoelingen en verwezenlijkingen geen zin heeft...’
VIDI.