Volk. Jaargang 4

Dorp

Het dorp ligt op den heuvel in de zon,
De blauwe toren spits verdoken
Tusschen het rood der daken, groen gebroken
Door boomen, hagen en gazon.

Een cherubijn, ontvlogen aan 't ovaal
Van 't kerkraam, spreidt de vleugels open:
De daken en de gevels staan bedropen
Met ingroen, vuurrood en opaal.

Zoo in zijn hand kan God dit schoonste der
Gehuchten bergen en weer enten
In de d'ecdle welving van zijn firmamenten:
Een kleine, schitterende ster.