Volk. Jaargang 4(1938-1939)– [tijdschrift] Volk– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 104] [p. 104] Loemaas: Korte Strofen Klacht O God, dat onze kleine woorden met een bleeken lach gezegd Zooveel vreugde soms vermoorden die ons stil was weggelegd. Doem Dit kwelt mij 't meest: van alle ding dat even-blij mij schijnt te lokken, steeds te worden weggetrokken door een nieuwe hunkering. Ontgoocheling Steeds heb ik met kleuren en bloemen gespeeld; Een lied gaf ik, blij, alle wezen. Ik meende: er werden slechts rozen geteeld: wij hebben de doornen genezen. Plainte Alleen te staan en onbemind van allen die ik in gedachten roek'loos te beminnen trachtte. Alleen te staan en slechts den wind de zon, de wolken en den regen tot lief te hebben; en nooit voldaan den avond in te mogen gaan gezegend zacht, en zelf een zegen voor wie mijn hunkren wou verstaan. O ongebonden, kwellend zwerven, en met den zomer niet te sterven mogen, maar onbemind alleen te staan. Vorige Volgende