Volk. Jaargang 4
(1938-1939)– [tijdschrift] Volk– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 39]
| |
IZingen deed de Moeder niet.
Tredend op 't portaal, stond zij
Armen reikend stil, en daalde
Licht uitstralend, zacht tot mij.
Woorden, woorden heb ik niet.
Tekens doen dat en gebaren,
Alles wat men in 't verborgen doet,
Bloemen die men voor Maria zet,
't Afscheid dat men van een dode neemt,
â??t Angstig schuil gaan als de schoonheid komt
't Heilige, dat maar straalt, maar straalt.
Eeuwig leeft Zij in de stilte.
(Uit: Verantwoording)
| |
[pagina 40]
| |
IISocrui Heb ik u goed bemind,
U alles gans vergeven,
Zo alles weg gevaagd,
Wat tussen ons in 't leven
De kleinheid had geteeld?
Gij ligt zo groot te rusten,
Ontzaglik zo in peis
en vredevol berusten,
Nog bezig aan een droom
Uw lach is hier gebleven,
Nog goedheid straalt uit u:
Gij waart zo mild in 't leven,
Ach, mild nog in de dood.
|
|