Volk. Jaargang 3(1937-1938)– [tijdschrift] Volk– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 350] [p. 350] Albe: Mijn weerbeeld Ik ben een riet aan uwen boord, oneindig tij, dat eeuwig deint, en welk verdriet mij ook verstoort, 'k blijf U nabij, zoo dicht, zoo één, als iedre pijn haar eigen zucht of als uw troost mijn week geween, één als de schijn van meer en lucht. Het weerbeeld wiegt in leed en min mijn schrale weeld; want in uw diep, o meer, bedriegt geen schijn den zin geen drop het beeld. Mijn rijs neuriet geen liever lied dan wat gij hoort nu droef, dan blij... Doorruisch het riet aan uwen boord, oneindig tij. Vorige Volgende