Volk. Jaargang 3(1937-1938)– [tijdschrift] Volk– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 270] [p. 270] Alb. De Longie: Meilied Terwijl de bruine bijen melken, In 't prille licht van dezen lentedag, Al 't roze bloed der bloemenkelken Ontwaak ik blijde en ik lach. Er is geen vogel, God, geen vrouw in 't wijde heelal, Die niet, met blinde pracht omhangen, Met deze bloem wedijveren zal. De bijen dreunen eeuwig hun gezangen. Zij neuren als cello's in d' holle kelken. De wanden zind'ren; de kleuren, de geuren vervlieden, vergaan. Doch hangen nog lang, als de bloemen reeds welken Losvlind'rig gevangen in d' ijlte van elke laan. Vorige Volgende