Volk. Jaargang 3(1937-1938)– [tijdschrift] Volk– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende In Memoriam O goede doode met uw schaduw op mijn licht, wie leert mij nu de glimlach uwer oogen, dien ik, voor 't laatst over uw lijk gebogen, vergat te plukken van uw eeuwig aangezicht? Waar vind ik nog zoo vast een band om mijne handen, die moe en tenger zijn van droomen met het woord, het warme zingen van uw stem leeft in mij voort, doch zal haar klaarte steeds door mijne nachten branden? Ik zie de witte kamer met uw strak profiel, uw blauwe vingeren om 't kruis gevouwen, tot men ook dit ontnam aan mijn berustend rouwen en in uw holle handen slechts mijn weemoed viel. Laat mij nu eenzaam langs dezelfde aarde schrijden, waarin uw beeld tot dieper heimenissen keert, mij blijft alleen nog wat uw hart mij heeft geleerd, o, dat uw klare schijn mijn schaduwzijn mag wijden! Vorige Volgende