Volk. Jaargang 3(1937-1938)– [tijdschrift] Volk– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 258] [p. 258] Karel Jonckheere: Wegen van de Zee Wegen van de zee, die sedert alle tijden, nauw zichtbaar voor een wijl, uw blauwe voren kerft en uw gekuifde zoomen eindloos laat verglijden, met soms een witte bloem, die in haar schaduw sterft; gij strijkt u zelf steeds uit en blijft toch golvend leven voor eene rijker reis naar 't landschap van den dood, tot gij plots weer verrijst en pijl wordt uit een steven, een bloem plukt uit het licht en weerkeert tot uw schoot. Wijs kwijnend mij den schijn, die uit het rijk komt stralen, waarover ik des nachts soms mijne handen vouw, zoodat, wanneer mijn uur eens komt om traag te dalen, ons beider baan zich mengt, diep, in het eeuwig blauw. Vorige Volgende