Volk. Jaargang 3(1937-1938)– [tijdschrift] Volk– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 231] [p. 231] K. Vertommen: Fiere Margriet Te Loven schonk ze 't bruine bier uit grote stenen kruiken, ze diende jent, men noemd' haar fier, ze kon de driestheid fnuiken. Haar ziel dreef als het schuim zo wit op 't flonkerend bier daaronder, terwijl ze bij de vaten bidt roemt men haar schoonheid wonder. Maar ginder aan die donkre dis wordt sissend geil gefluisterd, wijl zij in klare duisternis het maagdenlied beluistert. Zij is, als heilige Margriet, fier totterdood gebleven, als een vlok maagdlijk schuim zo wit stroomopwaarts weggedreven. Uit ‘Peillood’ Vorige Volgende