Volk. Jaargang 3

[p. 226]

Ferdinand Vercnocke: Ekkehard en Uta

(In den Dom te Hamburg).

Steen uw kroon, en steen uw aangezicht.
Tweelingzuil in ranke zuil gedreven,
schoudert gij den Dom, tot beeld verheven,
Man en Vrouw, een volk in rots verdicht.

Man, uw zwaard glimt in het purper licht,
vuist omkneld. Uw brauw is rots gebleven.
Aan uw hart rust manend opgeheven,
't wapen dat voor kamp noch koning zwicht.

Vrouw, o bloem in 't blad van uw gewaad,
- broze pantser voor uw hoofsch gelaat -
schroomvol treedt gij uit de zuil naar voren.

Langzaam. Maar uw blik bergt diep geweld;
lachend zwijgt uw mond, de boezem zwelt:
Vrouw den man, en Man ten kamp geboren!

Uit ‘De Geesel Gods’