Volk. Jaargang 3(1937-1938)– [tijdschrift] Volk– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 194] [p. 194] Loe Maas: Legende van St. Franciscus Een kind dat lag in een verren droom - O mildheid van den perzikboom Die langs den weg te sneeuwen staat Zijn God - geschonken overdaad! - Zag Sint Franciscus in donkere pij Zingend trekken van wei tot wei, Op iederen voet en in iedere hand Het bloed - begin van een wonderen brand. De maan, nog wit van het paradijs, Volgde in stilte de droeve wijs: ‘Uw liefde vindt geen antwoord, Heer. En slaat de nachtegaal al een keer, Die soest weer in!’ En waar hij kwam, Franciscus - dauw en zomervlam -, Daar stonden de hoeven in witten pronk Als kinderen, klaar voor den voorjaarsbronk. De heuvelen knielden en sprongen weer op Lijk lammeren, blij, met den Mei in den kop. De nacht was stilte, de stilte geluid Van geboren wordend zomerfruit. En Franciscus, bloem en hemelsche vaas, Trok door de dorpen den weg naar de Maas, En vulde de dalen van hof tot hof Met den honinggeur van zijn Liefde-lof. En waar langs den oever een gaping was Van pluimzwaar riet rond een blauwen plas Daar vond hij in 't water teruggespeeld Zijn eigen verwonderd Franciscus-beeld. ‘Mijn broederken’, riep hij jubelend uit, En sneed van riet zich een kinderfluit [pagina 195] [p. 195] En blies zijn lippen vol kersenrood, En blies het geluid van de stilte dood. Hun eender lied werd een zachte bries Die ver en wit tot een hymne wies. Een merel, die sliep in een popel, schrok Van een onverwacht geluid-gelok Van merel, en zag met een schemer-oog Hoe 'n visch, die groen in het riet lag, bewoog In 't rimplende water en brak het beeld Waarmee die Dwaas zijn lied had gespeeld. O, bang besef! O, bleeke pijn Van een afgebroken min-refrein! Weer dwaalde Franciscus alleen in den nacht. Maar zijn rietfluit peep de droeve klacht Die woei van Maastricht tot Cadier en Keer: ‘Amor non amatur, Heer!’ Maastricht. Vignet R. LENS Vorige Volgende